Groter aandeel bedrijven betrapt op misbruik van systeem tijdelijke werkloosheid

De fraude met tijdelijke werkloosheid is toegenomen sinds het begin van de coronacrisis, zo blijkt uit cijfers van de RVA waarover De Morgen vrijdag bericht. Bijna 8.000 bedrijven liepen tegen de lamp.

Toen de eerste lockdown in maart vorig jaar de halve economie tot stilstand bracht, haalde de federale overheid de grote middelen boven. Bedrijven konden op grote schaal hun werknemers op tijdelijke werkloosheid plaatsen, zelfstandigen konden een beroep doen op het overbruggingsrecht, een maandelijkse uitkering omdat hun activiteiten stilvielen. De procedure werd administratief zo eenvoudig mogelijk gemaakt, waarbij de controle pas achteraf gebeurde.

Maar dat heeft de kans op fraude vergroot. In totaal hebben de controlediensten van de RVA 30.000 inbreuken vastgesteld bij de toekenning van tijdelijke werkloosheid. Daarbij liepen 7.992 werkgevers tegen de lamp, of iets minder dan 5 procent van het totale aantal bedrijven dat gebruikmaakte van die steunmaatregel.

Het aantal vastgestelde fraudegevallen bij tijdelijke werkloosheid ligt hoger dan voordien, geeft het kabinet van minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) aan. Terwijl precorona bij 33 procent van de gecontroleerde bedrijven inbreuken werden gedetecteerd, is dat nu gestegen naar 42 procent.

Grosso modo zijn drie vormen van fraude vastgesteld. Zo zijn er bedrijven die hun werknemers op tijdelijke werkloosheid plaatsten terwijl die gewoon moesten voortwerken. Andere bedrijven lieten dan weer het werk uitvoeren door (goedkopere) jobstudenten of uitzendkrachten. Tot slot zijn er werknemers zelf die hebben geprobeerd om een ziekte-uitkering of een ander inkomen te combineren met tijdelijke werkloosheid.

Partner Content