Alain Mouton

Frank Vandenbroucke heeft gelijk: ‘Ook mensen met een zwaar beroep moeten langer werken’

Trends-redacteur Alain Mouton geeft Frank Vandenbroucke gelijk, die wil dat mensen met een zwaar beroep even lang werken als andere werknemers.

Frank Vandenbroucke, voorzitter van de Pensioencommissie, wil dat mensen met een zwaar beroep even lang werken als andere werknemers. Hij heeft gelijk. Het onderscheid tussen ‘zware beroepen’ en andere, minder belastende, banen is niet meer van deze tijd.

Wie anno 2015 een baan heeft die in de categorie ‘zware beroepen’ (bouw, staalarbeiders, nachtarbeid,…) valt, kan in een aantal gevallen al op zijn 58ste met brugpensioen, terwijl andere werknemers met evenveel jaren ervaring tot hun 61ste moeten wachten vooraleer ze in het ‘stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag’ (SWT, zoals het brugpensioen nu heet) kunnen stappen. In een advies aan de federale regering pleit de Pensioencommissie onder leiding van ex-minister Frank Vandenbroucke ervoor op termijn die leeftijden gelijk te maken. Vandenbroucke houdt een terecht pleidooi: het optrekken van de uittrede- en pensioenleeftijd voor mensen met een zwaar beroep is noodzakelijk.

Wel moeten er vraagtekens worden geplaatst bij het pleidooi van de Pensioencommissie om werknemers met een zwaar beroep een hoger pensioen toe te kennen. Ook met het voorstel van Vandenbroucke om ‘zware beroepers’ een jaar of twee voor hun pensioen via het systeem van deeltijds pensioen minder te laten werken, moet voorzichtig worden omgesprongen.

‘Ook mensen met een zwaar beroep moeten langer werken’

Want uiteindelijk stellen de sociale partners de lijst van zware beroepen op. Verschillende sectoren zullen hard lobbyen om in die categorie terecht te komen, waardoor er op termijn wellicht alleen nog ‘zware beroepen’ overblijven. Net als voor het brugpensioen zullen vakbonden en werkgevers elkaar hier vinden in een vreemd bondgenootschap. De vakbonden zullen aan hun leden kunnen zeggen dat ze minder lang moeten werken omdat ze een zwaar beroep hebben. En de werkgevers in bepaalde sectoren kunnen hun oudere werknemers vroegtijdig en relatief goedkoop laten vertrekken.

Het debat over de lijst van ‘zware beroepen’ is vandaag eigenlijk een vals debat. Het onderscheid is niet meer van deze tijd. Uiteraard is het werk van een bouwvakker fysiek veel zwaarder dan dat van een bediende die elke dag aan een bureau zit. Maar anderzijds kan de vraag gesteld worden of het werk van een kaderlid mentaal niet veel belastender is. En wat met zelfstandigen? Hebben zij geen zwaar beroep? En mogen zij dan ook vroeger stoppen met werken?

Eigenlijk kan het debat op een eenvoudige manier afgesloten worden: door in de bedrijven een modern en leeftijdsbewust personeelsbeleid te voeren. Voor zware fysieke jobs recuperatiemaatregelen en meer vakantiedagen worden ingevoerd. Wat nu trouwens al het geval is. Daarnaast moeten bedrijven ervoor zorgen dat werknemers in een zwaar beroep aan het einde van hun loopbaan een andere jobinvulling krijgen. Minder zwaar werk via de opleiding van jonge werknemers is een voorbeeld. Minder fysieke arbeid en meer administratieve taken aan het einde van de loopbaan is een andere optie. Een concreet voorbeeld: veiligheidsagenten die jarenlang ‘op het terrein’ hebben gewerkt, kunnen worden ingeschakeld in het dispatchcentrum.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content