Frank Smets (Bank voor Internationale Betalingen): ‘Er hangen donkere wolken boven de vooruitzichten’

Frank Smets: "Het wordt van groot belang het vertrouwen in het beleid te herstellen." © European Central Bank Copyright (c) 2018
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Als vicehoofdeconoom van de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) heeft Frank Smets een uitstekend zicht op de gang van zaken in de economie. “Het zag er eerder dit jaar goed uit. De inflatie leek verslagen tegen een beperkte kostprijs. De handelsonzekerheid werpt nu een schaduw over die zachte landing. De centrale banken moeten op hun hoede blijven.”

Frank Smets is bezig aan een tweede carrière bij de Bank voor Internationale Betalingen. De Gentenaar begon zijn loopbaan in de jaren negentig als econoom bij de Europese Centrale Bank. Eind 2024 keerde Smets terug als vicehoofdeconoom bij de BIB. “Het voelt een beetje als thuiskomen”, zegt hij vanuit Basel, de thuisbasis van de BIB. “Het team is kleiner dan bij de ECB en we hebben geen directe beleidsverantwoordelijkheden, maar ons perspectief is globaal. In de BIB brengen we de centrale bankiers samen om op een informele en vertrouwelijke manier te discussiëren. We zijn ook een bankier voor de centrale banken, door bijvoorbeeld groene beleggingen aan te bieden. Onze belangrijkste taak is het maken van economische analyses ter ondersteuning van de beleidskeuzes van de centrale banken.”

De BIB heeft net een nieuw jaarverslag gepubliceerd over de stand van de wereldeconomie en de financiële markten. De rode draad in het jaarverslag van vorig jaar was ‘so far, so good’, verwijzend naar de gunstige afwikkeling van de inflatieopstoot. Wat is dit jaar de rode draad?

FRANK SMETS. “Het wordt van groot belang het vertrouwen in het beleid te herstellen. Het zag er begin dit jaar heel goed uit. De inflatie is in de meeste westerse landen was gedaald tot rond 2 procent. De economische groei ligt ongeveer op hetzelfde niveau als vorig jaar. Ook de arbeidsmarkt is stabiel, met een werkloosheidsgraad lager dan voor de pandemie. De ‘zachte landing’ kreeg verder vorm in het eerste kwartaal van dit jaar. Het zag er allemaal zeer goed uit, tot het Amerikaanse handelsbeleid dat scenario doorkruiste, met de aankondiging van veel hoger dan verwachte importheffingen als grootste schok. Dat heeft geleid tot een heel grote toename van de onzekerheid en de onvoorspelbaarheid van het beleid. Er hangen dus donkere wolken boven de vooruitzichten.”

Hoe schadelijk is die onzekerheid voor de conjunctuur, al blijft het afwachten in welke mate er de volgende dagen en weken handelsdeals worden gesloten?

SMETS. “Het consumentenvertrouwen staat vooral in de Verenigde Staten en Canada onder druk, in mindere mate in Europa. De consensusverwachting voor de VS is een vertraging van de groei met 1 procentpunt. Een stevige vertraging, maar geen recessie. Voor Europa blijft het in principe bij een beperkte vertraging van de groei, tenzij het handelsconflict escaleert en de EU tegenmaatregelen neemt. Wij houden daarom sterk in de gaten of de internationale handel goed blijft functioneren, met de ervaring van de pandemie in het achterhoofd. De flessenhalzen in de aanvoerketens lagen toen mee aan de basis van de inflatieopstoot. Hogere invoertarieven kunnen tot nieuwe flessenhalzen leiden in internationale toevoerketens die enorm verweven zijn met elkaar. De internationale handelsstromen hebben zich al verlegd in het veranderende geopolitieke landschap. In 2018 hebben hogere Amerikaanse invoertarieven op Chinese goederen handelsstromen verlegd van China naar Vietnam en Mexico. Nu kan de impact veel groter worden, want de VS plannen algemene invoertarieven en de geopolitieke spanningen zijn toegenomen. Bovendien vertraagt de wereldhandel al sinds de financiële crisis van 2008. De import- en exportstromen stijgen nog in volume, maar gemeten als percentage van het globale bruto binnenlands product, stagneren de handelsstromen al jaren.”

‘Er zijn enkele brandjes uitgebroken, maar het is niet tot een systeemcrisis gekomen zoals in 2008’

De post-pandemische inflatieopstoot lijkt onder controle. Kunnen de centrale banken victorie kraaien?

SMETS. “Behalve op een aantal ontluikende markten lijkt de inflatie onder controle. Heel belangrijk is dat de inflatie verslagen is tegen een beperkte kostprijs. De werkloosheid is maar beperkt gestegen. We hebben géén financiële crisis gekend. Wel hebben we een aantal littekens opgelopen. De inflatieverwachtingen van gezinnen en bedrijven zijn niet meer sterk verankerd. Als we dus opnieuw te maken krijgen met een opstoot van de inflatie, bijvoorbeeld als gevolg van haperende aanvoerketens, dan kan die tegen een achtergrond van hogere inflatieverwachtingen sneller wortel schieten en uitmonden in een loon-prijsspiraal. De hogere Amerikaanse importheffingen verhogen de inflatie in de VS, maar de impact op de Europese inflatie is heel beperkt. Dat zie je ook in de reactie van de centrale banken. De Fed kijkt de kat uit de boom tot er meer duidelijkheid is. De centrale banken moeten in elk geval op hun hoede zijn.”

Hoe kon de inflatie verslagen worden zonder grote kosten?

SMETS. “De hogere energieprijzen waren een zeer belangrijke oorzaak van de inflatieopstoot in 2022. Met de daling van de energieprijzen is ook de inflatie sterk teruggevallen. In het begin van de inflatieopstoot woedde het debat of de hogere inflatie tijdelijk of persistent was. De inflatie bleek hardnekkiger dan gedacht, maar finaal ging het vooral om een tijdelijke schok.

“Daarnaast hebben de centrale banken, na enige aarzeling, doortastend opgetreden, wat heeft bijgedragen tot een verankering van de inflatieverwachtingen op de financiële markten. De geloofwaardigheid van de centrale banken is in de ogen van de markten nooit weggeweest. In het eurogebied heeft dat een terugkeer naar een inflatie van ongeveer 2 procent mogelijk gemaakt. Die geloofwaardigheid heeft voorkomen dat de inflatieschok een permanent karakter kreeg. De sterke stijging van de lonen in het eurogebied diende om de koopkracht te beschermen en is niet het resultaat van een uit de hand gelopen loon-prijsspiraal.

“Ten derde hebben we géén financiële crisis gekend, ondanks de sterke stijging van de rentevoeten. Je zou grotere problemen verwachten als de reële rente met 4 procentpunten stijgt. Er zijn enkele brandjes uitgebroken, maar het is niet tot een systeemcrisis gekomen zoals in 2008. Dat komt omdat de banken over veel grotere kapitaalbuffers beschikten en omdat de centrale banken gepast tussenbeide zijn gekomen in crisismomenten.”

Welke beleidsadviezen geeft de BIB in haar jaarrapport?

SMETS. “We zien drie grote kwetsbaarheden. De handelsonzekerheid weegt op een economie die al veel langer kampt met een vertraging van de productiviteitstoename. De economie is minder flexibel geworden. Als bedrijf bijvoorbeeld vind je, in geval van tekorten, minder gemakkelijk een andere leverancier. Ook de arbeidsmarkt is minder flexibel geworden, ook omdat de inperking van de migratiestromen het arbeidsaanbod beperkt. We pleiten voor een flexibilisering en deregulering van de economie.

‘In veel landen betaalt de overheid al evenveel aan rentelasten als voor pensioenen of defensie-uitgaven’

“Ten tweede zijn we bezorgd over de hoge overheidsschulden in heel wat geavanceerde economieën. Gemiddeld is de schuldgraad gestegen tot het hoogste niveau sinds de Tweede Wereldoorlog. Die hoge schuld was houdbaar in een omgeving met relatief hoge economische groei en lage rentevoeten. De groei neemt echter af en de langetermijnrente is sterk gestegen. De rentelasten stijgen sterk in landen met een grote schuldenlast. In veel landen betaalt de overheid al evenveel aan rentelasten als voor pensioenen of defensie-uitgaven. Landen met een grote schuldgraad moeten hun begroting consolideren. Het begrotingsbeleid moet houdbaar worden. De extra noden zijn groot, maar de begrotingsruimte is in heel wat landen beperkt.

“De schulden van de gezinnen en bedrijven zijn de voorbije jaren niet gestegen. Hun financiële situatie is behoorlijk robuust. In de financiële sector zien we wel segmenten met een verhoogde kwetsbaarheid. Het gaat bijvoorbeeld over kredietfondsen die leningen geven aan ondernemingen die financieel zwakker staan.”

Het belangrijkste advies voor de centrale banken luidt om vooral te focussen op de prijsstabiliteit?

SMETS. “De voorbije jaren werden we regelmatig geconfronteerd met aanbodschokken die de prijzen omhoog dreven. Wellicht krijgen we nog meer zulke schokken. De centrale banken zullen dan elke keer de afweging moeten maken of het om een tijdelijke of om een permanente inflatieschok gaat. Gezien de recente ervaringen, zullen ze die afweging heel behoedzaam moeten maken.”

Bio

Geboren in 1964
1981-1985: licentiaat economische wetenschappen, UGent
1985-1988: assistent departement Financiële Economie, UGent
1988-1992: doctoraat economie aan Yale University
1992-1998: econoom bij de Bank voor Internationale Betalingen
1998-2024: werkzaam bij de Europese Centrale Bank, onder meer als adviseur van Mario Draghi en als directeur-generaal van de studiedienst van de ECB.
Sinds 2024: vice-hoofdeconoom Bank voor Internationale Betalingen
2011-2017: gewoon hoogleraar economie aan de KU Leuven
Sinds 2017: gewoon hoogleraar economie UGent

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content