Experts Jan Denys en Sarah Vansteenkiste: ‘We moeten niet iederéén de arbeidsmarkt op jagen’

Jan Denys (Randstad) en Sarah Vansteenkiste (Steunpunt Werk en KU Leuven © Franky Verdickt
Alain Mouton

Ook al leven we in een periode van economische onzekerheid, de Vlaamse arbeidsmarkt blijft het goed doen. De werkzaamheidsgraad zal aan het einde van het decennium de kaap van 80 procent ronden. Voor Brussel en Wallonië is die doelstelling onhaalbaar, zeggen arbeidsmarktexperts Sarah Vansteenkiste en Jan Denys.

Wanneer de politieke partijen hun programma’s voor de verkiezingen van 9 juni publiceren, zullen ze opnieuw met voorstellen komen om de werkzaamheidsgraad in België op te trekken naar 80 procent. Nu ligt die met goed 72 procent onder het Europees gemiddelde. Volgens arbeidsmarktexperts Sarah Vansteenkiste (Steunpunt Werk, KU Leuven) en Jan Denys (Randstad) is dat een moeilijk haalbaar streefdoel. Voor Vlaanderen liggen de kaarten anders. “In Vlaanderen is dat zeker realistisch. We zitten op 77 procent. Bij de 21 procent inactieven moet er toch zeker 3 procentpunt extra te halen zijn, of zelfs 6 procentpunt”, legt Jan Denys uit. “Dan zit Vlaanderen op 83 procent. Dat lijkt me het maximum.”

“In 2019, toen deze Vlaamse regering aan de slag ging, bedroeg de Vlaamse werkzaamheidsgraad 75,2 procent, eind vorig jaar was dat 76,9 procent”, vult Sarah Vansteenkiste aan. “Als die groei doorzet, komt ze in 2030 uit op 79,9 procent.”

Waarom altijd dat cijfer van 80 procent?

JAN DENYS. “Vanaf 80 procent mag je spreken van een volledige tewerkstelling. Scandinavische landen als Denemarken en Noorwegen zitten al twintig jaar rond dat cijfer. Zweden is daar iets boven gegaan (82%, nvdr). Nederland zit daar ook. Volgens Agoria zou ook België 80 procent kunnen halen in 2037. Vlaanderen moet dan de kaap van 83 procent ronden.”

SARAH VANSTEENKISTE. “België zou bij het voortzetten van de huidige evolutie een werkzaamheidsgraad van 74,8 procent halen. Maar het Waals Gewest heeft de voorbije jaren bijna geen progressie gemaakt. Het zat op 65 procent in 2019 en tegen 2030 zou 65,7 procent van de 20- tot 64-jarigen er aan de slag zijn. Zo kom je er federaal niet.

‘Het Vlaamse VDAB, het Waalse Forem en het Brusselse Actiris werken al twintig jaar samen, maar wat is er veranderd?’

Jan Denys, Randstad

“Als je een gelijke inspanning vraagt, dan moet Vlaanderen naar 85 procent, omdat Wallonië ondertussen niets heeft ingehaald. Maar die 85 procent vind je nergens elders. Wallonië moet dan van 65 naar 73 procent om de Belgische 80 procent te realiseren. Dat is een serieuze sprong. Een doel vooropstellen blijft gezond, maar dan moet er ook voldoende beleid tegenover staan.”

Wat moet gebeuren om de 80 procent te benaderen?

DENYS. “Naast de stijging van 3 procentpunt bij de zieken en invaliden is er wellicht nog 1 procentpunt bij de vervroegd gepensioneerden te halen, zeker met de verhoging van de pensioenleeftijd. Bij de huisvrouwen zie ik niet zoveel potentieel, eventueel wel bij de allochtone vrouwen. Bij de studenten zie ik niets gebeuren. Ik geloof niet dat je die vroeger de arbeidsmarkt kunt laten betreden. Dan is er nog de restcategorie, waar nog een procentpunt kan worden gehaald.”

Worden de regionale verschillen op de arbeidsmarkt een steeds groter probleem?

DENYS. “De regio’s groeien in werkloosheid uit elkaar sinds het begin van de jaren tachtig. De kloof is steeds groter geworden. Hallucinant is dat de kloof tussen Vlaanderen en Wallonië tussen 2020 en 2022 met nog een procentpunt werd uitgediept. Brussel heeft het voorbije jaren wel beter gedaan en heeft Wallonië zelfs ingehaald.”

Welk beleid moeten de komende regeringen voeren om de werkzaamheidsgraad op te trekken?

DENYS. “Activering moet de arbeidsmobiliteit verhogen. Het Vlaamse VDAB, het Waalse Forem en het Brusselse Actiris werken al twintig jaar samen, maar wat is er veranderd? De instroom van Brussel naar Vlaanderen lag in 2018 zowaar lager dan in 2010. De beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd moet ook helpen. Wie nu als werkloze geen werk vindt, hoort niet thuis in het systeem. Voorts pleit ik voor de veralgemening van flexi-jobs, en het aanpassen van de pensioenleeftijd aan de levensduur.”

VANSTEENKISTE. “Ik spreek geregeld met mensen die in een traject van langdurige arbeidsongeschiktheid zitten. Ze klagen over de procedures rond onder andere graduele werkhervatting. En is iemand bij de hervorming van de Lijn nagegaan wat de effecten zijn van het verdwijnen van trajecten op de toegang van kansengroepen tot een baan? Beslissingen in alle beleidsdomeinen moeten worden afgetoest aan de arbeidsmarkt.”

Vlaanderen vergelijkt zich vaak met Wallonië. Maar moet het niet naar andere regio’s kijken?

DENYS. “Vlaanderen heeft zich inderdaad te lang enkel vergeleken met Brussel en Wallonië, maar die regio’s doen het in Europa heel slecht. In de Europese Unie heeft Vlaanderen eerder een middenpositie. De topregio’s, zoals Beieren of Rotterdam, zitten al boven 80 procent.”

Wat was de voorbije jaren de belangrijkste positieve realisatie op de arbeidsmarkt ?

VANSTEENKISTE. “De positie van de vrouw is aanzienlijk verbeterd. In 1988 was 43 procent van de Vlaamse vrouwen op arbeidsleeftijd aan de slag, nu is dat 73,2 procent. Het Europese gemiddelde ligt op 69,3 procent. Anderzijds hebben de kortgeschoolden amper progressie gemaakt. Er zijn minder kortgeschoolden in onze bevolking op arbeidsleeftijd, maar nog altijd maar de helft heeft een baan.”

Wat is de oorzaak van die stilstand?

‘Wie nu als werkloze geen werk vindt, hoort niet thuis in het systeem’

Jan Denys, Randstad

VANSTEENKISTE. “Het gaat om verschillende profielen. Onder meer bij personen met een migratie-achtergrond zien we meer kortgeschoolden. Slechts 30 procent van die groep is aan het werk. Er komen nog altijd veel migranten naar hier in het kader van gezinshereniging, en daar is werk niet altijd de eerste insteek. Slechts 10 procent van de migratie is arbeidsmigratie. Er zijn nog altijd enkele drempels voor die groepen, en die gaan ruimer dan de financiële drempels van de werkloosheidsval. Daarnaast merk ik dat het verschil in werkzaamheidsgraad oploopt tot 30 procent tussen migranten met en zonder kinderen. Dat is gigantisch.”

Anderzijds is er de krapte. Zal die nog toenemen?

VANSTEENKISTE. “Jaren geleden maakten we al studies over de demografische omwenteling. De uittrede uit de arbeidsmarkt van een grote groep zestigplussers zou de vraag naar banen sterk doen toenemen. Twee legislaturen geleden waarschuwden we de Vlaamse regering voor de vergrijzing in de zorgsector. Ik miste wat langetermijndenken.”

DENYS. “Zonder migratie was de krapte nog vlugger opgetreden. Een grote misvatting is dat de krapte afneemt als de werkzaamheidsgraad toeneemt. Dat Brussel en Wallonië met zo’n hoge inactiviteit toch zo’n grote krapte kennen, betekent dat de arbeidsmarkt daar slecht werkt. Maar met een stijgende werkzaamheidsgraad verdwijnt de krapte niet. Ze wordt onoplosbaar. Als een sector via zij-instroom mensen binnenhaalt om het tekort op te lossen, betekent dat bij een volledige tewerkstelling dat er in een andere sector krapte wordt georganiseerd. De concurrentie zal dus nog toenemen.”

VANSTEENKISTE. “De krapte is hier groter dan in andere EU-landen. We merken dat er in de Vlaamse arbeidsreserve minder mensen met een onvervulde arbeidswens zitten. De direct inzetbare pool is dus kleiner.”

‘De verhoging van de pensioenleeftijd heeft effect, ook al ging dat trager dan in andere landen’

Sarah Vansteenkiste, Steunpunt Werk

Moeten de inactieven zo snel mogelijk naar de arbeidsmarkt worden geleid?

VANSTEENKISTE. “Soms wordt de indruk gewekt dat je die 21 procent inactieven allemaal direct naar vacatures kunt leiden. Dat klopt niet. Van de arbeidsongeschikten heeft 95 procent geen directe arbeidswens. Die kun je niet in een jaar aan het werk helpen.”

DENYS. “Een vierde tot een derde van de inactieven is activeerbaar. Dat er een reservoir van 1,3 miljoen is, vind ik schadelijke communicatie. Het kan niet de bedoeling zijn iederéén de arbeidsmarkt op te jagen. Dat gaat ook niet lukken. Ook de uitlatingen van Conner Rousseau over de huisvrouwen die allemaal aan de slag moeten, vond ik ondermaats.”

Verdient de gestegen werkzaamheidsgraad van 55-plussers lof? Die bedroeg in Vlaanderen 25,5 procent in 2002 en 59,5 procent vandaag.

DENYS. “Dat vind ik minder indrukwekkend dan de prestatie van de vrouwen. We herstellen van een enorme schok die we het laatste kwart van de vorige eeuw hebben meegemaakt, toen we 55-plussers massaal uit de arbeidsmarkt hebben geduwd.”

VANSTEENKISTE. “Daar zit nu wel een dynamiek achter, die zal versterken. Mensen worden hoger opgeleid en werken langer. De verhoging van de pensioenleeftijd heeft effect, ook al ging dat trager dan in andere landen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content