Marc De Vos
‘Expertise en politiek: it takes two to tango’
Beleidsexpertise kan maar renderen als de politiek strategisch wil besturen, stelt professor Marc De Vos.
Een werkgroep van economische en juridische experts, gecoördineerd door het Gentse Instituut voor Belastingrecht, beviel vorige week van een visierapport over een belastinghervorming in België. De analyse paste het abc van de belastingtheorie – efficiëntie, solidariteit, eenvoud en rechtszekerheid – toe op het Belgische belastingkluwen. Daaruit volgde een plejade van mogelijke belastinghervormingen, met groene fiscaliteit als de meest uitgewerkte.
Het is zeldzaam dat België tekent voor beleidsstrategie. Een pluim op de hoed van de opdrachtgevende federale regering en van de groep onderzoekers die elkaar daarin hebben gevonden. Maar daarmee eindigt ook het goede nieuws. De inkt van het rapport was nog niet droog, of er werd al deftig op geschoten door politici, Franstalige liberalen op kop. Het regeerakkoord staat voor budgettaire neutraliteit en een belastinghervorming zonder belastingverhoging in bloedrode begrotingstijden, die moet in België nog worden uitgevonden.
Expertise en politiek: it takes two to tango. Beleidsexpertise kan maar renderen als de politiek strategisch wil besturen. Wie belastingexpertise politiek wil benutten, moet belastingexperts een referentiekader kunnen bieden: te financieren kerntaken van de overvraagde overheid, doelstellingen van efficiëntie, effectiviteit en groeipotentieel, mikpunten rond overheidsbeslag en internationale competitiviteit. Die politieke visie is er niet. Bij gebreke daarvan doen we aan belastingbespiegeling in het politieke luchtledige.
Expertise en politiek: it takes two to tango.
Belastingen zijn een middel, geen doel op zich. We hadden eerst met andere experts aan algemene prestatiedoelstellingen kunnen werken om dan fiscale experts opties voor financiering te laten ontwikkelen. Als de politiek geen te bereiken doelen kan formuleren die toevallige meerderheden overschrijden, is systeemhervorming onmogelijk. Dan dreigt het fiscale studiemateriaal te eindigen als een belastingmenu waaruit de partijhoofdkwartieren selectief kunnen shoppen, om voor het overige verticaal te worden geklasseerd.
Dat is helaas het standaardscenario voor beleidsonderzoek in ons land. Denk maar aan de officiële pensioencommissie die in 2014 een voldragen turf over pensioenhervorming opleverde. Ook die commissie werkte zonder politieke krijtlijnen: rond loopbaanduur en demografie, het evenwicht tussen solidariteit en verantwoordelijkheid, of de combinatie van repartitie en kapitalisatie. De gevolgen zijn bekend. De politiek is nog altijd verdeeld over de basistermen van het pensioendebat. Partijen vechten zichzelf in een impasse door kersen te pikken uit het pensioenonderzoek. Een echte hervorming komt er niet. Over energiebeleid meer van hetzelfde.
Als we die cyclus willen doorbreken, moeten politiek en bestuur structureel van expertise doorbloed worden. Geen occasionele commissies of expertgroepen, maar een systematische onderbouwing van beleid door wetenschappelijke kennis. Die moet dan niet alleen hervormingen dienen, maar ook evaluatie en verantwoording. We meten en weten te weinig, we confronteren het beleid te weinig met transparantie over de impact, en daardoor kennen we te weinig cultuur van goed bestuur en politieke verantwoordelijkheid. Het is geen verrassing dat de betere Europese landen daarvoor wel de institutionele infrastructuur hebben.
Wij hebben in België zowel federaal als regionaal een overdaad aan raden of organen rond beleid en overleg. Als we daartoe de collectieve wil betonen, kunnen we gemakkelijk die wirwar herleiden tot een eenvoudig, goed gefinancierd en onafhankelijk mechanisme dat beleid met wetenschappelijk onderbouwde raad bijstaat. Zolang dat niet gebeurt, blijft de koppeling tussen politiek en expertise vooral improvisatie, opportunisme of symboliek, al naargelang de constellatie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier