De ministers van Financiën van de eurozone zetten maandag 11 juli hun handtekening onder het verdrag dat de oprichting van een permanent noodfonds voor noodlijdende eurolanden regelt.
Aanvankelijk koppelde Duitsland, de leidende economie in de eurozone, een strenger toezicht op de begrotingen van de lidstaten als voorwaarde aan het fonds. Daarover werd evenwel nog geen akkoord bereikt.
Het permanente noodfonds (European Stabilisation Mechanism, ESM) komt vanaf de zomer van 2013 in de plaats van het tijdelijke fonds (European Financial Stability Facility, EFSF) dat de ministers van Financiën in 2010 hadden opgestart om de noodlijdende eurolanden te helpen. Ierland en Portugal doen een beroep op dat fonds.
Het nieuwe permanente fonds zal over meer middelen beschikken. Met een totaal kapitaal van 700 miljard euro (voornamelijk garanties, maar ook 80 miljard euro aan rechtstreekse injecties) zal het fonds tot 500 miljard euro ter beschikking kunnen stellen van eurolanden met financiële moeilijkheden. België zal ongeveer 2,8 miljard euro bijdragen.
