Eurostat ziet Belgische loonkostenhandicap van 24 procent
Volgens het Europees statistisch bureau Eurostat bedraagt de loonkostenhandicap ten opzichte van onze buurlanden 17 procent voor de industrie en 24 procent voor de hele private sector.
Volgens het Europees statistisch bureau Eurostat bedraagt de loonkostenhandicap ten opzichte van onze buurlanden 17 procent voor de industrie en 24 procent voor de hele private sector.
Dat is een veelvoud van de 5,1 procent die terug te vinden is in het technisch verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB). De CRB gebruikt voor zijn berekening het jaar 1996 als vertrekpunt, omdat toen de wet op het concurrentievermogen in werking trad.
“Eurostat daarentegen telt de totale loonkostenhandicap, ook die van voor 1996. Ook de OESO doet dat”, weet Geert Janssens, hoofdeconoom van het werkgeversplatform VKW. “Zij gebruiken geen relatieve indices, maar baseren zich op de absolute loonkosten per uur in de private sector. Bovendien heeft de CRB geen aandacht voor de productiviteitscorrectie, ook een belangrijke parameter. Als we die in rekening nemen, dan spreken we van een handicap per eenheid product van 12 procent met onze buurlanden. De OESO waarschuwt er ook voor dat de automatische loonindexering leidt tot looninflatie en onze concurrentiehandicap de komende jaren nog dreigt toe te nemen. En dat ondanks de reële loonmatiging die de federale regering wil opleggen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier