Europese batterijproductie onder druk door Amerikaanse klimaatwet: ‘Systeem is complex, stroperig en daardoor inefficiënt’

Margrethe Vestager (l) en Ursula von der Leyen (r) -- Foto door FREDERICK FLORIN/AFP via Getty Images

De Europese Unie maakt zich zorgen over haar concurrentiepositie bij de overgang naar een hernieuwbare economie. Vooral omdat de Amerikaanse Inflation Reduction Act (IRA) gigantische subsidiestromen op gang brengt. Gevreesd wordt dat Amerikaans overheidsgeld groene-energie-investeerders uit het Europese statenverband gaat weglokken. De politiek econoom Ron Stoop bond op Twitter de kat de bel aan omtrent de batterijproductie van het oude continent.

De Verenigde Staten maken een recordbedrag van 369 miljard dollar vrij voor investeringen in hun duurzame-energiesector, variërend van waterstof en batterijen tot zonnepanelen en groene vliegtuigbrandstof. “Het simplisme van de Amerikaanse regels maakt dat bedrijven snel kunnen schakelen en een behoorlijk goede deal kunnen krijgen”, tweette Stoop. De Nederlander werkt als redacteur voor het economenplatform ESB en houdt zich als auteur bezig met onderwerpen op het snijvlak van politiek, geschiedenis en economie.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Subsidieoorlog

Niettemin zijn er behoorlijk wat Europese gelden beschikbaar voor groene investeringen, weet de politiek econoom, die een master in International Political Economy haalde aan de Universiteit van Leiden. “Afhankelijk van je rekenmethode zelfs evenveel als of meer dan in de VS.” Het probleem? “Het systeem is complex, stroperig en daardoor inefficiënt. Het kan voor bedrijven lang duren om funding of vergunningen te verkrijgen via de EU.”

Achter de schermen werkt de Europese Commissie aan een wetsvoorstel dat ervoor zorgt dat EU-landen bepaalde bedrijven met een strategisch belang voor de energietransitie sneller staatssteun kunnen verschaffen. Een rist kleinere EU-lidstaten is echter gekant tegen die versoepeling van de subsidieregels. Zo’n plan zou de interne markt van de EU uithollen, klinkt het.

Kleinere landen waarschuwen voor een subsidiewedloop tussen Europa en de VS.

RON STOOP. “Ik denk dat dit geen groot probleem wordt. In de ‘orthodoxe’ economische theorie is een subsidieoorlog geen goed idee, omdat je dan een soort van overallocatie of andere inefficiënties zou kunnen krijgen in een bepaalde sector. Bijvoorbeeld dat er te veel geproduceerd wordt. Maar het punt is nu dat het Internationaal Energieagentschap (IEA) zegt dat we nog te weinig investeren ten opzichte van het geschetste netto-nul-pad. Dat is een verzachtende omstandigheid die, wat mij betreft, extra subsidies kan rechtvaardigen. Omdat er zoveel gelegen is aan het halen van die doelen, denk ik dat het gerechtvaardigd is abstracte marktprincipes (tijdelijk) te laten varen.”

Markt van 1 biljoen dollar

Heeft de komst van de IRA positieve gevolgen voor ons continent?

STOOP. “Voor de transitie in het algemeen is het positief. Als je de transitie zo snel mogelijk gedaan wilt hebben, dan lijkt het erop dat we met z’n allen afkoersen op een grootschalige uitrol van batterijgebruik voor passagiersvoertuigen. De verwachting is dat de markt in de komende acht jaar ongeveer gaat verzesvoudigen, en in 2030 meer dan 1 biljoen dollar aan omzet zal genereren. Dat is dus een gigantische markt.

“Het goede nieuws is dat Europa een relatief groot engagement heeft voor die groene transitie, groter nog dan de VS. Biden is wel met een inhaalrace bezig, maar er is meer weerstand in de VS ten opzichte van heel harde regels omtrent het klimaatbeleid. Om een voorbeeld te geven: in de EU was overeengekomen dat het in 2035 verboden zal zijn auto’s met een verbrandingsmotor te verkopen (noot van de geïnterviewde: daar is deze week verandering in gekomen. In principe gingen alle instituties akkoord, maar Duitsland en Italië zijn er op het laatste moment voor gaan liggen. Dat onderstreept hoe complexiteit en een gebrek aan daadkracht de EU parten spelen). In Nederland is dat zelfs al in 2030. We gaan daar dus heel rigoureus mee om. In de VS is dat nog niet zo, al zijn er wel bewegingen op dat vlak; zo zijn er op statenniveau al verboden ingevoerd vanaf 2035.

“Dus dat is goed voor Europa. Het betekent dat autobedrijven weten dat de vraag in Europa exponentieel gaat toenemen. Dat geeft batterij- en autoproducenten zekerheid dat het zin zal hebben om te investeren in die lokale markten. Maar ook hier is het van belang dat de fundamentals voor productie aanwezig zijn: betaalbare energie, een aanwas van voldoende geschoold personeel, een sterke vraag vanuit de lokale markt en een beleid dat decarbonisatie op een praktische manier ondersteunt.”

‘s Werelds op één na grootste batterijproducent

Europa heeft volgens het rapport van de koepelorganisatie Transport & Environment (T&E), waar uw Twitter-thread initieel over ging, de potentie om s werelds op een na grootste batterijproducent voor elektrische voertuigen te worden.

STOOP.T&E schat dat in 2027 100 procent van de autobatterijen voor de eigen markt in de EU gemaakt kunnen worden, 67 procent van de kathodes hier gemaakt kunnen worden en we voor meer dan de helft van het lithium zelfvoorzienend kunnen zijn.”

Die ramingen lijken wel erg enthousiast, zeker in het licht van de Amerikaanse klimaatsubsidies. Het Europese bedrijf NorthVolt, dat batterijen bouwt voor meerdere grote Europese automerken, heeft bijvoorbeeld aangegeven dat de IRA van Amerika simpelweg een toplocatie maakt om een batterijfabriek op poten te zetten.

STOOP. “Het is een rapport van een organisatie voor duurzaam vervoer. Die heeft dan uiteraard toch wat wildere dromen over wat ze wil bereiken.

“Maar wat die respons op de IRA betreft: T&E heeft correct in de smiezen dat de EU een antwoord verschuldigd is aan de bedrijven die watertandend naar de VS als productielocatie kijken. T&E zelf staat een ‘European Sovereignty Fund’ voor. Daarbij zou er gezamenlijk geleend worden om een pot met geld beschikbaar te stellen, die idealiter zo eenvoudig mogelijk werkt. Dat ligt politiek uiteraard gevoelig. Duitsland wilt bijvoorbeeld geen gezamenlijke schulden aangaan om dit doel te bereiken.”

Bron: T&E

‘Whatever it takes’

Ook met onze grondstoffen zit het snor?

STOOP. “Er zit in Europa behoorlijk wat lithium in de grond. Het probleem is het eruit te krijgen. Je hebt een grote lithiumreserve in Servië. De mijnbouwgigant Rio Tinto heeft dat geprobeerd te exploiteren, maar er was heel veel lokaal protest. Het project is nu nog onzeker. In Portugal zijn er ook enkele lithiummijnen waar het lastig gaat, idem in Duitsland en Frankrijk.”

Maar het potentieel om iets te betekenen op het gebied van klimaat, is er volgens u nog steeds.

STOOP. “Als we heel veel investeren in nieuwe technologie, denk ik dat het makkelijker is om de oude industrie af te schalen. Als je dat op een gegeven moment koppelt aan wat ‘carbon pricing’ genoemd wordt, dus dat je de koolstofuitstoot serieus gaat inperken (wat de EU al deels doet met het emissiehandelssysteem), dan kan het zeker. Die twee bewegingen samen, daarmee kun je fossiele brandstoffen al uitfaseren op termijn. Rationeel en logisch: heel veel investeren in groene energie, en ernaast een carbon price instellen. Maar ze moeten wel echt samengaan. Een carbon price alleen kan leiden tot het waterbedeffect: industrie vertrekt dan uit Europa, en wij worden afhankelijk van andere continenten. Dat is een aanzienlijk risico.

“Het komt erop neer dat je als samenleving met veel overtuiging en voluntarisme die richting op moet gaan. Meer het idee dat Mario Draghi had in de Europese schuldencrisis: ‘whatever it takes’ om de euro te redden. Zo moet je ook denken: ‘whatever it takes’ om de transitie te bespoedigen. En daar moeten geen economische dogma’s in zitten.”

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content