Europa is in decennia niet zo kwetsbaar geweest: 2025 wordt een jaar van crisismanagement
Nieuwe verdeeldheid kan de Europese Unie verscheuren.
De verdeeldheid in Europa was ooit eenvoudig. Fiscaal beleid en zonneschijn? Dat was een noord-zuidverdeling: het grijze, matige noorden tegenover het sprankelende, gulle zuiden. Migratie en rijkdom? Nieuwkomers werden meestal getolereerd in het rijke westen en veracht in het arme oosten. Toen de crisis toesloeg, hielpen die bekende scheidslijnen. Voorspelbare verdeeldheid is makkelijker te managen.
Europa had ook genoeg redenen om zich te verenigen. Handelsbesprekingen zijn minder ingewikkeld voor een interne markt als 27 landen een gemeenschappelijk standpunt innemen, ook al betekent dat soms dat compromissen moeten worden gesloten. Een eurocrisis zou alle leden van de muntzone treffen. Toen Rusland Oekraïne binnenviel, reageerde het grootste deel van Europa met afschuw. Sancties tegen Rusland en geld voor Oekraïne volgden snel.
Aard van bedreigingen voor Europa verandert
De volgende crisis zal moeilijker zijn, deels omdat de aard van de bedreigingen voor Europa is veranderd. De Verenigde Staten en China delen hun minachting voor de EU. Hun leiders zullen er geen probleem mee hebben om economische en veiligheidskwesties aan elkaar te koppelen voor een maximale invloed. Dat illustreert de belofte van Donald Trump om handelstarieven en mogelijk zelfs geweld te gebruiken om Denemarken ertoe te overhalen Groenland af te staan. De internationale veiligheid is zo verslechterd dat de Europese strijdkrachten worden omgebouwd. En Europa handelt vanuit een zwakke positie. Duitsland, de grootste economie, gaat zijn derde jaar in een recessie in. Die bedreigingen en problemen verdelen Europa langs nieuwe breuklijnen.
Evenwicht is zoek
Tijdens de eurocrisis van begin 2010 had de periferie van Europa het moeilijk. Zuid-Europese landen verkochten lukraak visa aan investeerders. Midden- en Oost-Europese landen werkten graag samen met China in het 16+1-initiatief. Nu lijdt de kern van Europa daaronder. Het gaat niet alleen om Duitsland. Het Internationaal Monetair Fonds voorspelt ook een magere groei voor Frankrijk en Italië.
De grote landen zullen de EU door gevaarlijke tijden moeten loodsen terwijl ze hun eigen economie proberen te hervormen.
De grote landen van Europa zullen de Europese Unie daarom door gevaarlijke tijden moeten loodsen, terwijl ze hun eigen economie proberen te hervormen. In september heeft Mario Draghi, de ex-voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), een ambitieuze hervormingsagenda uiteengezet. Zonder overeenstemming tussen Frankrijk en Duitsland is er weinig hoop dat zelfs de meest bescheiden voorstellen in dat rapport worden gerealiseerd.
De EU-leden waren het nooit eens over handel, maar er was wel een evenwicht. Een vrijhandelsblok, met Groot-Brittannië in het hart, hielp de protectionistische instincten van Frankrijk in toom te houden. Een sterke interne markt met grenzen aan het industriebeleid en een wereldwijde handel grotendeels op de voorwaarden van de Wereldhandelsorganisatie, hield alle partijen tevreden. Nu Groot-Brittannië er niet meer bij is, is de balans verschoven ten gunste van degenen die tarieven en subsidies willen gebruiken voor politieke doeleinden.
Verschillende drijfveren
In het debat over hoe we het beste kunnen reageren op de provocaties van Donald Trump, hebben de grote landen heel verschillende drijfveren. Duitsland en Nederland drijven veel handel buiten de Europese Unie. Duitsland blijft tarieven op elektrische voertuigen van Chinese makelij afwijzen uit angst voor vergeldingsmaatregelen tegen zijn autofabrikanten. Nederland moest hardhandig worden aangepakt door de Verenigde Staten, om de uitvoer van chipapparatuur naar China te beperken. Frankrijk, Spanje en Polen hebben veel minder te maken met internationale handel en zijn eerder bereid de voordelen van handel op te offeren. De Europese Commissie heeft een handelsakkoord gesloten met Mercosur, een groep Zuid-Amerikaanse landen, maar dat is nog niet geratificeerd en Frankrijk en Polen verzetten zich.
Op het eerste gezicht lijkt Europa eensgezind over defensie. In 2023 gaven de EU-landen 1,6 procent van het bbp uit aan defensie. Na de inval van Rusland in Oekraïne en de herverkiezing van Trump is iedereen het erover eens dat de uitgaven moeten stijgen tot meer dan 2 of zelfs 3 procent van het bbp. Dat is een flinke stijging voor een continent dat gewend is zijn veiligheid uit te besteden aan de Verenigde Staten.
Maar niet alle landen maken zich evenveel zorgen over Rusland. Die verschillen zullen een bron van spanning worden. Trump heeft duidelijk gemaakt dat hij van de NAVO-leden verwacht dat ze hun uitgaven verhogen tot 5 procent van het bbp, als ze willen blijven profiteren van de Amerikaanse bescherming. De EU-begroting kan 100 miljard euro nodig hebben voor gemeenschappelijke uitgaven voor defensie, tegenover 8 miljard euro nu, stelt Andrius Kubilius, de eerste EU-commissaris voor Defensie.
Nieuwe begrotingsregels van Europa
Veiligheid zal ook andere zaken compliceren. Landen met een bijzonder groot belang bij het behoud van de Amerikaanse militaire steun, zoals de Baltische staten, kunnen vergeldingsheffingen tegen Trump afwijzen. Ze kunnen ook de kant van Amerika kiezen als het gaat om maatregelen tegen China.
De financiering is een ander probleem. De staatsschuld van Frankrijk, Italië en Spanje bedraagt meer dan 100 procent van het bbp. Vorig jaar had Frankrijk een tekort van meer dan 6 procent van het bbp. In april heeft Europa de begrotingsregels veranderd. Elk land moet nu plannen opstellen voor een evenwichtiger begroting, via lagere uitgaven of hogere belastingen. De ECB heeft aangegeven dat de naleving van die regels verplicht is voor elk land dat hoopt op steun. Frankrijk, Italië en Spanje zullen hun begroting met 0,5 procent van hun bbp per jaar moeten aanpassen, volgens de denktank Bruegel. Daar komt ruzie van.
Een economische neergang zou de discussie nog meer verhitten. De ECB vecht nog altijd tegen de inflatie en is daarom terughoudend om de rente sterk te verlagen. De spaartegoeden van de huishoudens in de eurozone zijn gestegen tot 16 procent van het beschikbare inkomen, wat de consumptie schaadt. Bedrijven zetten zich schrap voor de impact van Trump, te midden van de al hevige concurrentie van China.
Uitersten
“Het goede is dat het team van de Europese Unie het beste is in decennia”, zegt Mujtaba Rahman van het adviesbureau Eurasia Group. Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, Kaja Kallas, het hoofd buitenlands beleid van de Commissie, en António Costa, het hoofd van de Europese Raad, zijn pientere, ambitieuze politici. Ze zullen vakkundig worden ondersteund door Mark Rutte, de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO.
Toch wordt de Europese politiek naar de uitersten getrokken. Duitsland zal tot eind februari in beslag worden genomen door verkiezingen. In Frankrijk worstelt president Emmanuel Macron om een stabiele regering te vormen. De minderheidsregering van Spanje kan geen begroting aannemen. Daar komt bij dat veel problemen raken aan zaken die het hart van de nationale politiek vormen: veiligheid, de rol van de staat en belastingen. Voor Europa wordt dit een jaar van crisismanagement.
De wereld in 2025: de vooruitblik van The Economist
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier