‘Een emissiereductie met 55 procent is enkel op papier haalbaar’
Tegen 2030 moet België de broeikasgasemissies met 55 procent verminderen in vergelijking met 1990, oordeelde het Brusselse hof van beroep vorige week. Die uitspraak impliceert een ambitieuzer klimaatbeleid in Vlaanderen, maar is dergelijke emissiereductie haalbaar zonder aan welvaart in te boeten? “Het is mogelijk als alles volgens plan verloopt, maar die kans is klein”, zegt Pieter Vingerhoets, energie- en klimaatexpert van VITO – EnergyVille.
“Als de vergunningen voor hernieuwbare energie sneller afgeleverd worden. Als bedrijven meer investeren in de energietransitie. Als we onze gebouwen sneller renoveren. Als we meer warmtepompen installeren. Met veel ‘alsen’ en ‘maren’ is een kostenefficiënte emissiereductie met 55 procent mogelijk tegen 2030. Het kan dus, maar het is vijf voor twaalf. In investeringstermen is 2030 morgen al”, zegt Pieter Vingerhoets, die vorig jaar mee een model ontwikkelde dat uitrekent hoe we op de meest kosteneffectieve manier klimaatneutraliteit kunnen bereiken tegen 2050. “Richting 2050 ben ik optimistischer, omdat er dan meer tijd is om de nodige investeringen te beslissen en uit te voeren.”
Het hof legt België een emissiereductie van 55 procent op. U noemde op X de achterliggende redenering van het hof behoorlijk simplistisch.
PIETER VINGERHOETS. “De rechter legt een Belgische emissiedoelstelling op, maar ons klimaatbeleid is anders georganiseerd. De energie-intensieve industrie en de elektriciteitsproductie vallen onder het Europese systeem van emissiehandel, terwijl enkel de kleinere energieverbruikers, zoals in de sectoren transport of gebouwen, onder het klimaatbeleid van België en van de deelstaten vallen. Dat onderscheid vervangt het hof door de simpele redenering dat ‘België het beter heeft dan andere landen, en dus minstens een inspanning van 55 procent kan leveren’. Het hof gaat ook voorbij aan de vaststelling dat België een grote energie-intensieve sector heeft.”
Is een emissiereductie met 55 procent haalbaar tegen 2030 zonder aan welvaart in te boeten?
VINGERHOETS. “Ja, maar dan moeten we een versnelling hoger schakelen. Voor de elektrificatie van de personenwagens liggen we op schema, maar de renovatie van ons vastgoedpatrimonium en de uitrol van warmtepompen moet sneller. In Bellgië is aardgas veel goedkoper dan elektriciteit, dat fiscaal nog wordt afgestraft. In Nederland wordt wel massaal overgeschakeld naar warmtepompen voor de verwarming van gebouwen. We hebben dus nog veel werk op de plank.
“In zijn klimaatplan streeft Vlaanderen naar een emissiereductie van 40 procent, terwijl Europa een reductie van 47 procent oplegt. Dat betekent dat Vlaanderen straks mogelijk voor miljarden euro aan emissierechten zal moeten opkopen bij andere lidstaten. Dat is verloren geld, dat beter geïnvesteerd kan worden. Tegen 2030 moeten we onze capaciteit van windenergie op land bijna verdubbelen en de capaciteit van zonne-energie moet verviervoudigen, naast de uitbouw van windenergie op zee. Beide bronnen zijn vandaag kostencompetitief zonder subsidies, maar windenergie op land kampt met een moeilijk vergunningsproces. Na 2030 zullen we ook de transmissiecapaciteit verder moeten uitbouwen. Ventilus was al een moeilijke bevalling, maar straks hebben we ‘Ventili’, of dus een meervoud van die hoogspanningsprojecten nodig om de offshore windenergie tot bij de verbruiker te brengen. Die transmissiecapaciteit is essentieel om de elektriciteitsprijs laag te houden, want offshore windenergie vanop de Noordzee wordt het relatief goedkope werkpaard van de Europese hernieuwbare energievoorziening. De Europese doelstellingen om de emissies met 55 procent te verminderen rust onder meer op de ambitie om de Noordzee vol windturbines te plaatsen, maar die ambitie is vandaag enkel haalbaar op papier omdat de installatieschepen doorvaren naar de Verenigde Staten, waar ze een betere prijs krijgen. De aanvoerketens zijn niet klaar voor de Europese ambities.”
In welke mate zijn de opvang en opslag van koolstof in de energie-intensieve industrie belangrijk om de emissiedoelstellingen te halen?
VINGERHOETS. “Als we in ons model de afvang van koolstof beperken, dan missen we flagrant de doelstelling van 55 procent. Die kans is groot, omdat de energie-intensieve bedrijven nog niet investeren in koolstofopvang. De technologie is nochtans beschikbaar, hoewel de CO2-prijs nog te laag is om die projecten al rendabel te maken en er nog geen netwerken liggen om de opgevangen CO2 af te voeren.
‘Vlaanderen zal straks mogelijk voor miljarden euro aan emissierechten moeten opkopen bij andere lidstaten. Dat is verloren geld’
Pieter Vingerhoets
“Het grote probleem is het slechte investeringsklimaat. De industrie twijfelt om hier nog te investeren. Energie is goedkoper in de VS en Azië, en de VS draaien de subsidiekraan open om industrie te lokken. De bedrijven investeren pas in projecten om koolstof op te vangen als ze beslissen hier te blijven. Trekt een deel van de energie-intensieve industrie weg, dan halen we de emissiereductie van 55 procent, maar dat is een weinig wenselijke manier om de klimaatdoelstellingen te halen.”
Kunnen we nog rekenen op technologische doorbraken?
VINGERHOETS. “Reken niet op wonderoplossingen. Wel zijn warmtepompen snel een pak beter geworden, in zoverre dat ze ook voor industriële toepassingen rendabel worden.”
In welke mate is groene waterstof een deel van de oplossing?
VINGERHOETS. “Europa zet massaal in op groene waterstof, maar heeft daar vandaag de groene elektriciteit niet voor. De nieuwe hernieuwbare energie heb je nodig voor de elektrificatie van het transport en de verwarming van gebouwen en industriële warmte. Pas bij grote overschotten van hernieuwbare energie kun je denken aan de productie van groene waterstof, maar dan zijn we al voorbij 2030.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier