Eenheidsstatuut: upgrade voor arbeiders

© belga
Alain Mouton

Het compromisvoorstel van minister van Werk Monica De Coninck (SP.a) om tot gelijke opzegtermijnen te komen voor arbeiders en bedienden is vooral interessant voor wie vroeger onder het arbeidersstatuut viel.

Het compromisvoorstel van minister van Werk Monica De Coninck (SP.a) om tot gelijke opzegtermijnen te komen voor arbeiders en bedienden is vooral interessant voor wie vroeger onder het arbeidersstatuut viel.

Het blijft natuurlijk afwachten wat de precieze modaliteiten zijn van het voorstel tot harmonisering van de arbeiders- en bediendenstatuten. Naar verluidt zou het een technisch kluwen zijn, maar over de essentie van de zaak bestaat er wel al duidelijkheid.

De huidige regeling met verschillende opzegtermijnen vervalt vanaf 1 januari 2014 maar de voordien verworven rechten blijven behouden. Er komt daarnaast een eengemaakt systeem van opzegtermijnen, zoals het Grondwettelijk Hof in een arrest eist. Totnogtoe waren die voor arbeiders veel korter dan die voor bedienden.

In de eengemaakte regeling heeft een werknemer recht op twee weken opzeg na het eerste kwartaal anciënniteit. Vier weken of een maand na het tweede kwartaal tot dertien weken (drie maanden) na drie jaar anciënniteit. Daarna komen er per dienstjaar drie weken opzeg bij tot een plafond van 62 weken (één jaar en drie maanden) na 20 jaar. Daarna komt er nog één week opzeg bij per dienstjaar.

De nieuwe regeling zou in de eerste plaats goed nieuws zijn voor de arbeiders die hun opzegtermijnen opwaarts bijgesteld zien. Nemen we het voorbeeld van een arbeider met een anciënniteit van drie jaar: die had tot nog toe recht op een opzegvergoeding van 40 dagen of een goede maand. In de nieuwe regeling krijgt hij drie maanden opzeg. Een arbeider met meer dan 20 jaar anciënniteit kon rekenen op maximum 129 dagen opzeg. Straks wordt dat ongeveer drie keer zoveel.

Voor bedienden verandert er de eerste drie jaar weinig op het vlak van ontslagrechten. Maar in het eenheidsstatuut betekent extra anciënniteit ook het einde van royalere opzegvergoedingen. In het oude systeem kon een bediende met 20 jaar anciënniteit rekenen op een opzegvergoeding van bijna twee jaar. Nu is dat onmogelijk geworden.

Het lijkt erop dat het compromisvoorstel het royale bediendenstatuut afzwakt en dat van de arbeiders wordt uitgebreid. Winnen vakbonden of werkgevers? Bij korte loopbanen van 3 tot 5 jaar lijkt de verdeelsleutel van de vakbonden (drie maanden per gewerkte vijf jaar vroeg het ABVV) het te halen. Daarna is het systeem veel minder gul naar vakbondsnormen. Benieuwd of het ABVV en zeker de bediendenbond BBTK hier het licht op groen zet. Als de socialistische vakbond akkoord gaat, zou het voor de eerste keer sinds lang zijn dat het ABVV zich bij de sociale akkoorden aansluit.

Met het compromisvoorstel wordt dus tegemoet gekomen aan de eis van het Grondwettelijk Hof om tegen 8 juli een einde te maken aan het discriminatoire onderscheid tussen de opzegtermijnen voor arbeiders en bedienden. Ook het verschil op het vlak van carensdagen (de eerste ziektedag die niet wordt uitbetaald door de werkgever) kon niet door de beugel voor het Hof. Die carensdag bestaat enkel voor arbeiders, niet voor bedienden. Die carensdag wordt nu afgeschaft maar in ruil daarvoor is er wel een versterkte controle op misbruiken. Dat was een eis van de werkgevers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content