Een radicale innovatie van het pensioen: wat willen we eigenlijk bereiken met de tweede pijler?
Iedereen wil oud worden in een vertrouwde omgeving, met zijn dierbaren in de buurt. Hoe kunnen we de pensioenvoorziening hervormen zodat dat ook voor iedereen mogelijk wordt?
Gaan millennials anders met geld om dan babyboomers? We laten hen graag zelf aan het woord. Anneleen De Bonte was tien jaar huisarts en is projectmanager bij Blenders, een incubator voor innovatieprojecten met een positieve maatschappelijke impact. Tussen 2016 en 2019 werkte ze bij Fairfin aan een duurzaam pensioen voor zelfstandige zorgverleners.
Onlangs hoorde ik de gelauwerde topingenieur en ondernemer Clément Hiel in een podcast stellen dat “innovatie niet een beetje, maar radicaal vernieuwend moet zijn”. Hij inspireert daarmee tot moed om het te durven: echt herdenken. Zijn uitspraak gaf me het duwtje dat ik nog nodig had om de gedachte te ontwikkelen die al lang in mijn hoofd ronddraait. Wat als we ons concept van de pensioenvoorziening fundamenteel zouden innoveren?
In essentie zijn er twee vragen. Ten eerste: wat willen we? Met andere woorden: waar moet een pensioenvoorziening voor dienen? De meeste mensen antwoorden dat we een reserve willen opbouwen die ons toelaat om na ons pensioen een goed leven te leiden, met, als het even kan, dezelfde levensstandaard als voorheen. Die reserve heeft de vorm van een maandelijkse uitkering of een eenmalige som op je 67ste verjaardag, maar in elk geval betreft het een financiële aangelegenheid. Daarmee gaan we ervan uit dat alles wat we nodig hebben om goed te leven na onze pensionering beschikbaar en betaalbaar zal zijn: een geschikte woonst die past bij onze zorgbehoefte, goed opgeleide mensen die correct voor ons zorgen, allemaal in een veilige en aangename omgeving in de buurt van onze dierbaren.
De tweede vraag: hoe krijgen we dat voor elkaar? Als een pensioenvoorziening een pot geld is, hoe vullen we die pot dan?
Zoals het vandaag werkt, wordt de maandelijkse pensioenuitkering op twee manieren gespijsd. Het wettelijk pensioen wordt uitbetaald door de overheid, dankzij de sociale bijdragen die werkende mensen betalen. Als we vinden dat een waardig leven na 67 jaar een basisrecht is, dan zou dat bedrag voor iedereen in de minimale basisbehoeften moeten kunnen voorzien. In de realiteit is het anders: het wettelijk pensioen is voor de meeste mensen te krap om een menswaardig leven te leiden op hun oude dag. In de heersende logica heet dat het gevolg te zijn van vergrijzing – minder werkenden moeten betalen voor meer ouderen – maar er zijn ook experts, onder wie de demograaf Patrick Deboosere, die stellen dat de betaalbaarheid van het wettelijk pensioen in de eerste plaats een politieke keuze is. Waarom zou een economie, die door de eeuwen heen almaar efficiënter en productiever is geworden, niet in staat zijn om meer mensen te onderhouden? Omdat niet de behoeften van die mensen, maar de groei op zich het leidend principe is geworden.
Is het dan zo’n gek idee dat minstens een deel van de tweede pijler rechtstreeks geïnvesteerd zou worden in kleinschalige woon-zorgvoorzieningen, lokaal verankerd in elke buurt?
Het beleid van de voorbije jaren koos ervoor om naast het wettelijk pensioen (de eerste pijler) het belang van de tweede pijler, het aanvullend pensioen, te laten groeien. Dat betreft een spaarpot die je als werkende mens opbouwt dankzij maandelijkse bijdragen van zowel jezelf als je werkgever. Die spaarpot staat niet bij de bank, maar wordt beheerd door fondsmanagers die het geld plaatsen in obligaties en aandelen die hun waarde ontlenen aan wat de wereldwijde financiële markten ervoor willen geven. Die waarde is erg subjectief en volatiel, en dat zal in de huidige onzekere tijden niet verbeteren. Zo circuleert pensioengeld dus ver van huis in een anoniem systeem van fictieve waarde terwijl de reële economie er niet of nauwelijks door gevoed wordt. Wie wel gevoed worden, zijn de grote wereldspelers die door hun schaal een ongezonde oppermacht hebben verworven. Hoewel energiereuzen, technologiebedrijven en de agro-industrie een enorme verdienste hebben gehad in de creatie van onze welvaart, beginnen we nu existentieel bedreigende nadelen te zien van zowel hun activiteiten als hun macht. Van de klimaatverandering over een parkinson-pandemie verbonden aan pesticidengebruik tot een golf van angst en depressie bij jongeren ten gevolge van sociale media: het schetst niet meteen de gedroomde wereld waarin ik graag met pensioen wil zijn.
Veilige omgeving
Hoe zou een radicale innovatie van de pensioenvoorziening er kunnen uitzien? Hoe zouden we de tweede pijler fundamenteel kunnen herdenken? Terug naar de twee uitgangsvragen: wat willen we, en hoe krijgen we dat voor elkaar? Ik noemde al de aangepaste woning die past bij onze zorgbehoefte en goed opgeleide zorgverleners, in een veilige en aangename omgeving met familie en betrouwbare buren vlakbij. Sta er eens bij stil: hebt u die plek of voorziening al gevonden waar u graag oud zou worden, zodra uw huis te groot wordt of de mantelzorg voor uw partner of kinderen te zwaar? Velen denken daar niet graag over na. Misschien heeft de afwezigheid van aantrekkelijke alternatieven daar iets mee te maken.
Het belang van een vertrouwde sociale omgeving voor de gezondheid van mensen, ouderen bij uitstek, valt moeilijk te overschatten. Vervreemding en eenzaamheid doen ons versneld verouderen en we worden er dement van. Is het dan zo’n gek idee dat minstens een deel van de tweede pijler rechtstreeks geïnvesteerd zou worden in kleinschalige woon-zorgvoorzieningen, lokaal verankerd in elke buurt? In de buurt van Leuven start een proefproject dat zal uitzoeken of en hoe dat werkt: een inclusieve woon-zorgsite met een twintigtal woonunits voor bewoners met diverse zorgnoden, afkomstig uit de buurt. De juridische structuur is die van een coöperatie, met de oprichtende zorgpartners en later de bewoners en buren als mede-eigenaars. Wat als de tweede pijler erin bestond dat je, door de bijdragen die je doet tijdens je loopbaan, het woonrecht of een aandeel zou verwerven om later in je eigen wijk op zorg te kunnen rekenen in een gepaste woonst, dicht bij je belangrijkste naasten? Als de tweede pijler dat dekt, dan kan het geld van de eerste pijler mogelijk wél volstaan voor een goed leven.
Mensenmaat
Ook in mijn hoofd springt een doos van Pandora open met bedenkingen en praktische bezwaren. Wie zegt dat ik later oud wil worden op de plaats waar ik nu woon? Wat als ik een hekel heb aan de buren? Niets overtreft toch het aantal opties die een spaarpot biedt? Maar het idee weigert te sterven, omdat het past bij de beweging die de financiële wereld dringend moet maken: terug naar mensenmaat. Dat is stevig buiten de comfortzone van de huidige fondsen, maar om Hiel er nog even bij te halen: “Het succes komt van de kampioenen die in hun bedrijf uit de comfortzone stappen. Dan gebeurt de magie.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier