Econoom Jan Van Hove over de Europese economie: ‘Schulden worden het nieuwe normaal’
Nu het monetaire beleid in ademnood zit, gaan steeds meer stemmen op om de Europese economie te stimuleren met overheidsuitgaven. Onnodig en gevaarlijk, oordeelt Jan Van Hove, de hoofdeconoom van KBC. “Het echte probleem van Europa is de angst voor verandering.”
Als we het kantoor van Jan Van Hove binnenstappen, zijn de Saudische olie- installaties net onder vuur genomen door drones. Er is zenuwachtigheid op de oliemarkt, maar de hoofdeconoom van KBC kijkt verder. Hopelijk houdt de Amerikaanse president Donald Trump het hoofd koel. Maar daar twijfelt Van Hove aan. “Van een figuur als Trump is het moeilijk voor te stellen dat hij géén oorlog zal voeren. De vraag is alleen wanneer: voor of na zijn herverkiezing. Tijdens presentaties zeg ik al een tijd dat het echte gevaar voor de wereldeconomie een oorlog is. Daar lachen de mensen dan altijd mee. Maar je ziet hoe snel het kan gaan. Eerst werden olietankers in beslag genomen, nu wordt de olieproductie zelf aangevallen. Het cumuleert.”
De sociale zekerheid en het grote staatsbestel in veel Europese landen beschermen ons tegen verandering
In het Midden-Oosten is Iran de schietschijf van Trump, op wereldschaal is dat China. De handelsoorlog tussen beide landen draait in feite om het economische leiderschap van de wereld, aldus Van Hove. “Dankzij de westerse naïviteit heeft China na zijn toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie in 2001 de wereldmarkt heel snel kunnen veroveren, vaak dankzij unfaire overheidshulp. Door enorme investeringen in onderzoek en ontwikkeling dingen de Chinezen nu ook naar het technologische leiderschap. Het is begrijpelijk dat Trump daar een stokje voor wil steken. Zijn handelsoorlog treft China waar het pijn doet: op zijn exportmarkten.”
Zullen de Verenigde Staten het pleit om het economische wereldleiderschap winnen?
JAN VAN HOVE. “Moeilijk te zeggen op dit moment. Als het aankomt op economische macht, kan het staatskapitalistische China sneller schakelen dan de democratische Verenigde Staten. Maar als het op creativiteit en innovatie aankomt, ben je beter af met een markteconomie. Concurrentie zet bedrijven aan om het beste product te maken. Het is een krachtiger instrument voor technologische vooruitgang dan staatskapitalisme. Uiteindelijk zullen de Verenigde Staten winnen, wellicht voorafgegaan door een periode van Chinese hegemonie.” /Gras/Para
Wordt Europa het zwakke broertje van de wereld?
VAN HOVE. “Dat is een keuze. Het echte probleem van Europa is de angst voor verandering. Dat merk je aan alles. Neem het recente handelsverdrag tussen de Europese Unie en de Mercosur-landen (Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay, nvdr). De eerste reactie was: dat verdrag is slecht voor de Europese boeren. Terwijl het ook nieuwe kansen biedt voor onze landbouw en onze voedingsnijverheid. Conservatisme is de fundamentele reden waarom de Europese economie trager groeit dan de Amerikaanse en de Chinese.
“Die houding zit ook achter het maatschappelijke verzet tegen een wijzigend overheidsbeleid of nieuwe bedrijfsstrategieën, vaak zonder inhoudelijk debat. Het verklaart eveneens waarom Europa minder grote bedrijven heeft en bijna geen technologische frontrunners. Verandering zit gewoon niet in onze cultuur. We zijn wel goed in niches, waarin we zelfs fantastische dingen doen. Maar die zijn te klein om de grote economische sprongen te maken die je ziet in de Verenigde Staten en China. De internationale onzekerheid doet Europa nog meer verstarren.”
Europa moet meer durven.
VAN HOVE. “Kijk naar de Europese pogingen om mensen tot ondernemerschap aan te zetten. Dat werkt wel, maar het geeft niet de economische boost die je kunt verwachten. Dat heeft natuurlijk ook te maken met onze vangnetten. De sociale zekerheid en het grote staatsbestel in veel Europese landen beschermen ons tegen verandering. We hebben een loon, een pensioen en een verzekering tegen ziekte en werkloosheid. Waarom zouden we onze baan opgeven voor een onzeker bestaan als ondernemer? Zelfs in bedrijven merken we te weinig ondernemerschap, mensen houden liever vast aan hun vertrouwde job. We vinden onze vangnetten waardevol. Maar ze zijn wel een verklaring waarom de Europese economie achterop loopt.”
Om de groei op te krikken, pompt de Europese Centrale Bank (ECB) nog maar eens geld in de economie. Werkt het nog wel? De discussie daarover loopt hoog op.
VAN HOVE. “Je kunt kritiek hebben op de ECB, maar durf dan ook het alternatief te vermelden: elk Europees land dat opnieuw zijn eigen munt heeft, waarbij we met competitieve devaluaties elkaars economie kapot concurreren. Heeft de ECB dan geen fouten gemaakt? Toch wel. Ze had twee jaar geleden de rente moeten verhogen, toen de Europese economie volop aantrok. Het eeuwige probleem van de ECB is: geen radicale keuzes durven maken. Het is altijd too little, too late. Dat komt omdat de ECB het compromis nastreeft, en dat is ongezond voor het monetaire beleid.”
Zo blijft de euro een mak vehikel.
VAN HOVE. “De euro gaat nooit perfect werken. Daarvoor zijn de Europese economieën te verschillend. Terwijl Nederland en Slowakije een relatief hoge inflatie van 2 à 3 procent hebben, kampt Portugal met deflatie. Voor Nederland en Slowakije moet de rente dus hoger, voor Portugal lager. Wat moet de ECB dan doen? Iets in het midden.”
Zo’n muntunie kan toch niet blijven duren?
VAN HOVE. “Zolang de politieke wil bestaat wel. De grote vraag is of de financiële markten het blijven slikken. Ze zouden kunnen speculeren tegen de euro, waardoor die verzwakt, wat ook wel voordelen heeft. Erger is een speculatiegolf tegen een euroland, waardoor de obligatierente voor die lidstaat doorschiet naar 6 of 7 procent, zodat een rentesneeuwbal op gang komt. Zou de Italiaanse overheid zoiets kunnen trekken?”Maar nogmaals: het alternatief voor de euro is niet veel beter. Als we dan moeten leven met een verre van perfecte muntunie, is dat maar zo. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld bestaan evengoed inflatieverschillen tussen de deelstaten. Alleen wordt daar niet de hele tijd met een vergrootglas naar gekeken.”
De overheid mag investeren om de files te bestrijden, maar niet om de economie te stimuleren
Nu de ECB aan haar grenzen zit, moeten de lidstaten hun portemonnee openen, bijvoorbeeld door te investeren, vinden vele economen. Ook de ECB pleit voor fiscale stimuli. Akkoord?
VAN HOVE. “Ook internationale instellingen zoals de OESO pleiten nu voor meer overheidsinvesteringen om de groeivertraging op te vangen. De politieke vertaling daarvan wordt echter: ‘We mogen weer begrotingstekorten maken. Want als het mag van de ECB, dan zal de Europese Commissie het ook toelaten.’ Dat wordt een blanco cheque voor de EU-lidstaten, Italië in het bijzonder. Nu ook de Duitse economie vertraagt, gaat niemand daartegen zijn in Europa. Je zult iedereen meekrijgen.”
Maar u niet.
VAN HOVE. “De begrotingssluizen zullen opengaan, hervormingen zullen niet meer hoeven. Vergeet de austerity (het besparingsbeleid, nvdr) van een paar jaar geleden. Schulden worden het nieuwe normaal. ‘De Belgische overheidsschuld is met 3 procent gestegen’, zal het klinken, ‘maar de Franse met 4 procent. We hebben dus goed gewerkt.’ Dat is heel, heel gevaarlijk. Onze schuldenbergen zullen nog groter worden, en zo een zware hypotheek leggen op de toekomstige generaties. Ooit stijgt de rente weer, en dan zul je eens wat zien. Internationale instellingen zouden beter oproepen het probleem bij de wortel aan te pakken, door het wereldwijde protectionisme een halt toe te roepen en structurele hervormingen door te voeren.”
Wat is het probleem met schulden als ze dienen voor productieve investeringen? Zo stijgt de groei, wat inkomsten oplevert om de schulden af te lossen.
VAN HOVE. “Theoretisch klopt dat, maar in de praktijk werkt het vaak zo niet. Als politici een spoorlijn tussen twee steden willen, dan komt die er. Niet omdat die spoorlijn de productiviteit van de economie vergroot, wel omdat politici willen dat er een trein rijdt. En dan nog, verwachte productiviteitswinsten door investeringen blijken achteraf altijd overschat.”
U bent geen voorstander van een expansief begrotingsbeleid, terwijl het monetaire beleid zo goed als uitgeput is. Wat moet er dan wel gebeuren voor de groei?
VAN HOVE. “Geef de bedrijven duidelijkheid en zekerheid, want beide ontbreken in de wereld vandaag. En laat dan de markt werken, geef zuurstof aan de economie. Ik pleit niet voor een platte deregulering. Maar concurrentie verplicht tot innovatie, zoals ik daarnet zei. Markten zijn een uitstekend groeimiddel voor de economie.”
Niet altijd. Markten gaan op en neer.
VAN HOVE. “Oké, we zitten nu in een dipje. Maar de bedrijven investeren nog altijd in een aanzienlijk tempo, deels dankzij de lage rente, maar ook omdat ze kansen zien. En in alle Europese landen is er nog altijd een stevige banencreatie, zij het iets minder dan de afgelopen jaren. Maar de Europese economie staat niet op instorten.”
Er is gewoon geen overheidsstimulering nodig, bedoelt u.
VAN HOVE. “Inderdaad. De overheid mag van mij investeren om de files te bestrijden, maar niet om de economie te stimuleren. Dat is niet nodig. De overheid moet tussenbeide komen bij een economische schok, zoals een handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en Europa. Maar nu is er helemaal geen schok.”
De Belgische politiek kan een schok gebruiken. Maanden na de verkiezingen is er nog altijd geen federale regering.
VAN HOVE. “Wie wil nog regeren in dit land? Welke eer kan een politicus nog halen in de federale regering? In een regionale regering is het iets plezanter, daar kun je nog een beetje geld uitgeven. Maar de volgende federale regering heeft een onmogelijke opdracht. Het voorziene begrotingstekort voor volgend jaar is een riante 12 miljard euro. En dat cijfer is nog te optimistisch, als je ziet hoe onze export afkalft, wat zal wegen op de groei, en dus op de overheidsinkomsten. Voor je het weet, zit je met een gat van 20 miljard euro. Om het Belgische begrotingstekort volledig weg te werken, is er maar één oplossing: de belastingen verhogen. Dat zal onze economie nog meer pijn doen. We zullen de schade dus zo veel mogelijk moeten beperken.”
Moeten we niet eerst kijken naar de uitgaven?
VAN HOVE. “Uitgedrukt in procent van het bruto binnenlands product zitten de Belgische overheidsuitgaven in de wereldtop, inderdaad. Dat heeft voor een groot deel te maken met onze royale sociale zekerheid. Wil je besparen, dan moet je ook daar snijden. Het aantal ambtenaren is al sterk afgebouwd. De jongste jaren was er wel een wildgroei van allerlei overheids- en semi- overheidsinstellingen. Er zijn zeker nog besparingsmogelijkheden, maar ze worden pijnlijker dan in het verleden. Laat de politici maar kiezen.”
Concurrentie doet de economie groeien, zei u. In België is er te weinig concurrentie, volgens studies. Daarom telt ons land ook relatief meer zombiebedrijven.
VAN HOVE. “In de Angelsaksische landen zijn veel minder zombiebedrijven, door de vlottere faillissementsafwikkeling. Bij ons blijven zieke bedrijven langer bestaan. De retail is daar een voorbeeld van. In die sector heeft de e-commerce al veel slachtoffers gemaakt. Dat had voorkomen kunnen worden, ware het niet dat veel kleine, familiale winkels nog jaren koppig voortdeden op de klassieke manier. Ze hielden dat vol dankzij hun decennialang opgebouwde familiale vermogen, wat de noodzakelijke koerswijziging tegenhield. Alweer: verandering zit niet in onze cultuur. Ik had het eerder over de sociale zekerheid als vangnet. Maar de vele vermogens in België zijn evengoed een vangnet, maar dan voor de ondernemers.”
Het echte gevaar voor de wereldeconomie is een oorlog
Vangnetten zijn ook goed voor de sociale cohesie.
VAN HOVE. “Dat is waar. Daarom is de herverdeling van de welvaart een waardevol onderdeel van onze Europese cultuur. Er is veel te doen over het solidariteitsmechanisme tussen arme en rijke lidstaten in de Europese Unie, maar ik vind dat een goed beleid. In ons land is over de omvangrijke sociale zekerheid weinig discussie, hoewel we voor dat vangnet dus een economische prijs betalen. Polarisatie tussen arm en rijk moeten we vermijden, maar België is een van de meest nivellerende maatschappijen ter wereld. De mensen beseffen heus wel dat het hier nog zo slecht niet is. In de afgelopen jaren is de gemiddelde koopkracht van de Belg erop vooruitgegaan. Dat mag weleens gezegd. Dat betekent niet dat iedereen vooruitging. Maar een substantieel deel van de Belgen heeft het nu beter dan enkele jaren geleden.”
Zal het blijven beteren? Zullen onze kinderen het later beter hebben dan wij vandaag?
VAN HOVE. “Misschien niet in materiële zin. Je merkt dat nu al. Voor vele jongeren is het loonbriefje niet meer het belangrijkste. Een van de verklaringen voor de lagere Duitse groei is de keuze van jongeren voor minder werkuren en dus een lager loon. Ze willen meer vrije tijd en vakantie. Elke generatie vult haar geluk anders in. Daar moeten we ons niet te veel zorgen over maken.”
Jan Van Hove over:
– Brexit: “Dat is niet het einde van de wereld. Bij een no-deal zal de Belgische economie een dip maken, maar daarna snel herstellen.”
– De krimp van de wereldhandel: “Dat verontrust mij veel meer dan de brexit. Decennialang was de wereldhandel een belangrijke bron van groei en welvaart, maar het tij lijkt nu te keren. Dat ligt aan het wereldwijd opkomende protectionisme. Velen wijzen naar Donald Trump, maar ook zijn voorganger Barack Obama nam protectionistische maatregelen. Protectionisme kost ons welvaart, want het doet de prijzen stijgen. Dat komt niet alleen door de hogere invoertarieven. Protectionisme belemmert ook de efficiëntie van internationale productieketens, wat bedrijven met hogere kosten opzadelt.”
– Over het Frans-Duitse pleidooi voor de creatie van ‘industriële kampioenbedrijven’: “Misschien strookt dat niet helemaal met de Europese concurrentieregels, maar we moeten niet heiliger zijn dan de paus. Als Europese kampioenen helpen om op te tornen tegen de gesubsidieerde Chinese mammoetbedrijven op de wereldmarkt, mogen ze er van mij komen. Die kampioenen moeten dan wel echt Europese bedrijven worden. Het mag niet uitdraaien op een Frans-Duits onderonsje. En als die kampioenen de Europese markt dreigen te monopoliseren, zorg dan dat Europa openstaat voor hun internationale concurrenten.”
Bio
– Getrouwd, vijf kinderen
– Doctor in de economische wetenschappen, KU Leuven
– Hoogleraar internationale economie, KU Leuven, sinds 2008
– Hoofdeconoom KBC Groep, sinds 2016
– Voorzitter van de Economische Commissie van werkgeversfederatie VBO, erevoorzitter van het International Network for Economic Research, een organisatie die onderzoek door jonge economen stimuleert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier