Economisch vertrouwen eurozone neemt verder af

. © reuters

Het economisch vertrouwen in de eurozone is in april verder afgenomen. In vergelijking met maart is de Economic Sentiment Indicator (ESI) met 1,7 punten gedaald tot 105,0 punten. Dat meldt de Europese Commissie maandag. Analisten rekenden op een gemiddelde van 108 punten. Het ESI-cijfer voor maart werd bijgesteld van 108,5 punten naar 106,7 punten.

De terugval is het gevolg van verminderd vertrouwen in de industrie, retail, bouwnijverheid en onder consumenten. Het lagere vertrouwen suggereert dat de hoge prijzen waarschijnlijk zullen blijven wegen op consumptie en investeringen, terwijl de landen in de eurozone worstelen met de gevolgen van de oorlog in Oekraïne.

Ook het strenge Chinese coronabeleid zorgt voor knelpunten in de toelevering. In Spanje (-4,5) zakte de indicator fel, in Frankrijk (-1,4) daalde de indicator in mindere mate. In Nederland (-0,1), Duitsland (-0,1) en Polen (+0,3) bleef het vertrouwen stabiel, in Italië (+1,3) verbeterde het zelfs. In België steeg de ESI van 97,9 punten naar 101,4 punten.

De Employment Expectations Indicator (EEI) is in de eurozone met 1,1 punten gezakt tot 112,4 punten. Die daling is te wijten aan verslechterde werkgelegenheidsplannen voor de komende drie maanden in de industrie, dienstensector, retail en bouwnijverheid. In België bleef de EEI ongeveer stabiel op 110,9 punten.

De Economic Uncertainty Indicator (EUI) is met 0,5 punten licht gedaald tot 25,3 in april. In België staat die op 14,8 punten.

De indicator van inflatieverwachtingen is van 62,9, het hoogste cijfer sinds het begin van de metingen in 1985, teruggevallen tot 50. Hoewel de prijsverwachtingen minder hoog waren dan in maart, weerspeigelen ze nog steeds de toenemende impact van de stijgende inflatie op huishoudens en bedrijven.

Partner Content