ECB pusht banken om geld te laten rollen
De Europese Centrale Bank (ECB) komt met een pakket maatregelen om de kredietverstrekking aan bedrijven en gezinnen in de eurozone op te krikken.
ECB-voorzitter Mario Draghi trekt ten strijde tegen het deflatiegevaar met een lagere basisrente, een negatieve depositorente en nieuwe, voorwaardelijke langetermijnleningen aan de banken. De ECB treft voorts ook voorbereidingen om rechtstreeks herverpakte bedrijfskredieten aan te kopen.
De ECB heeft haar belangrijkste rentetarief verlaagd van 0,25 naar 0,15 procent. De ECB-voorzitter liet verstaan dat de basisrente nu ongeveer op haar bodem zit. Mede daarom moeten Draghi en zijn collega’s hun toevlucht zoeken tot andere middelen om deflatie te vermijden en de economie verder aan te zwengelen.
Voor het eerst voeren de centrale bankiers een negatieve depositorente in. De depositorente is het tarief voor banken die hun geld bij de ECB parkeren. Een negatieve depositorente betekent dat de banken met cashoverschotten rente moeten betalen aan de ECB, in plaats van omgekeerd. Banken die hun geld oppotten, betalen de facto een strafrente.
Beide maatregelen lagen min of meer in de lijn der verwachtingen. Draghi toverde daarnaast ook nog een nieuw trucje uit zijn hoed: voorwaardelijke langlopende leningen aan de banken. De banken krijgen enkel geld als ze het geld in de reële economie pompen. Ze kunnen bij de ECB geld lenen ten belope van 7 procent van de leningen die zij zelf hebben uitstaan (exclusief leningen aan de financiële sector en woonkredieten). Die leningen aan de banken zullen in september 2018 aflopen.
De ECB kleeft een nieuw letterwoord op die operatie: TLTRO ofwel ‘targeted long-term refinancing operation’. De banken zullen in september voor het eerst kunnen inschrijven op zo’n voorwaardelijke lening. Daarna volgt elk kwartaal een nieuwe TLTRO. De banken betalen voor die langlopende leningen 10 basispunten boven op de basisrente.
Draghi zette ook de aankopen van ‘eenvoudige en transparante’ herverpakte bedrijfskredieten op de agenda. De modaliteiten voor die aankopen worden later bekendgemaakt.
Door het extreem lage inflatiecijfer van 0,5 procent in mei had de ECB de nodige manoeuvreerruimte gekregen. De centrale bankiers mikken immers op een inflatie ‘minder dan maar dichtbij 2 procent’. Maar Draghi vreest voorlopig nog niet voor deflatie, ofwel prijsdalingen. ‘We zien geen negatieve, deflatoire spiraal. De gezinnen stellen hun aankopen niet uit.’ Het doembeeld van een jarenlange deflatie, zoals in Japan, is niet aan de orde.
Draghi toonde tijdens de persconferentie na het rentebesluit weinig erbarmen met de spaarders. De kans is zeer reëel dat de Belgische banken een nieuw rondje renteverlagingen doorvoeren in een reactie op de ECB-besluiten. De Europese beurzen reageerden positief op de rist wapens die Draghi uit zijn gordel haalde. Spaarders en beleggers zien stilaan geen enkel alternatief meer voor aandelen in hun zoektocht naar rendement.
De euro maakte na het rentebesluit bokkensprongen, maar belandde uiteindelijk ongeveer op hetzelfde niveau als voordien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier