Duitsers moeten het geld meer laten rollen
De Duitse groeicijfers ogen nog altijd fraai en Duitsland blijft dé Europese exportkampioen. Maar tegelijk sparen de Duitsers zich suf en zijn er te weinig investeringen. Dat economische onevenwicht is volgens de Europese Commissie niet houdbaar. Duitsers moeten het geld meer laten rollen en de overheid moet meer investeren.
Op zondag 13 maart zijn er regionale verkiezingen in de Duitse deelstaten Rijnland-Palts, Baden-Württemberg en Saksen-Anhalt, samen goed voor 15 procent van de Duitse bevolking. Het zouden weleens historische verkiezingen kunnen worden. Volgens de peilingen zou de rechts-populistische Alternative für Deutschland (AfD) de kiesdrempel ruim overschrijden. In het Oost-Duitse Saksen-Anhalt zou de partij zelfs bijna even groot worden als de sociaaldemocraten van de SPD. AfD, omgevormd van een anti-euro- tot een anti-immigratiepartij, surft op een golf van ongenoegen over de vluchtelingencrisis. Een groeiend deel van de Duitsers heeft het niet begrepen op voor de Willkommenskultur van bondskanselier Angela Merkel. En zo ziet het ernaar uit dat een populistische partij een electorale doorbraak kan forceren in een land dat nochtans economisch zeer sterk presteert.
Een gouden decennium
Want Duitsland is anno 2016 nog altijd dé Europese groeimotor. Onze oosterburen leggen groeiresultaten voor waarvan de rest van de eurozone enkel kan dromen. Vorig jaar groeide de Duitse economie met 1,7 procent, het hoogste cijfer in vier jaar. De werkloosheid is in een decennium gehalveerd tot 4,3 procent. 43 miljoen Duitsers zijn aan de slag. Een record. Duitsland blijft ook een exportkampioen. Vorig jaar bedroeg het handelsoverschot 248 miljard euro, ook al een record. De export nam toe met 6,4 procent tot 1169 miljard euro. Vorig jaar boekte Duitsland een begrotingsoverschot van 0,5 procent van het bbp of 12 miljard euro, het hoogste ooit. Minister van Financiën Wolfgang Schäuble (CDU) wil dat begrotingsoverschot ook dit jaar aanhouden. Volgens econoom Holger Schmieding (Berenberg Bank) maakt Duitsland een “gouden decennium” mee.
En daar lijkt op het eerste gezicht niet direct verandering te komen, ondanks het Volkswagen-schandaal en de economische onzekerheid in China. Voor het eerst sinds 1997 is de Duitse export naar China weliswaar gedaald (-4%) maar het land is pas de vijfde handelspartner van Duitsland. De export naar de VS is dan weer met 20 procent gestegen tot 105 miljard euro. Het enige minpunt is dat de export in december licht gedaald is en de industriële productie in december onverwachts met 1,2 procent is afgenomen. De economische groeivooruitzichten voor 2016 zijn echter slechts zeer beperkt bijgesteld: van 1,8 naar 1,7 procent. Voor 2016 verwacht de Duitse exportdienst nog altijd een stijging van de uitvoer met 4,5 procent.
Begrotingsevenwicht tot 2020
De sterke groei en export zijn volgens Schäuble cruciaal om het begrotingstekort en de staatsschuld onder controle te houden. Vorige maand stuurde de minister van Financiën nog een waarschuwing de wereld in. De vergrijzing laat zich in Duitsland steeds sterker voelen. Een derde van de Duitsers is ouder dan 65 jaar. Tegen 2060 is dat de helft. De uitgaven voor de pensioenen zullen stijgen van 9,3 procent van het bbp naar 12,8 procent in 2060. Als er niets gebeurt, stijgt de staatsschuld van 71 procent van het bbp in 2015 tot 219 procent in 2060. Daarom wil Schäuble het begrotingsevenwicht tot 2020 aanhouden en geen verdere schulden maken.
Maar in de federale coalitie van christendemocraten en sociaaldemocraten staat hij steeds meer alleen. SPD-topman Sigmar Gabriel, de nummer twee van de regering, wil af van het begrotingsoverschot. De regering moet de komende jaren geld vrijmaken voor de opvang en de integratie van de meer dan 1 miljoen vluchtelingen in Duitsland. Gabriel krijgt steun uit werkgevershoek. Ulrich Grillo, de voorzitter van de Duitse industriefederatie BDI pleit voor meer overheidsinvesteringen. De Europese Commissie houdt in haar recentste rapport over Duitsland een vergelijkbaar pleidooi. De Duitse economie is dankzij de concurrentiekracht van de bedrijven, de hoge export en de gezonde overheidsfinanciën een sterke economie, maar er zijn te veel financieel-economische onevenwichten.
Te weinig investeringen
Duitsland heeft een groot overschot op de lopende rekening (8% van het bbp). Dat overschot is voor een groot deel te verklaren door het handelsoverschot. Maar daarnaast sparen de ouder wordende Duitsers zich suf, met hun pensioen in het achterhoofd. De spaarquote bedraagt er 24 procent van het bbp. En dat kapitaal wordt niet in eigen land geïnvesteerd. Onderzoek van DIW (Deutsches Institut für Wirtschaftsforschung) laat zien dat Duitse banken, beleggers en particulieren de jongste twintig jaar steeds meer geld in het buitenland hebben belegd. Dat heeft echter geen winst opgeleverd, maar 400 miljard euro verlies sinds 1999.
Daarom vraagt de Europese Commissie Duitsland zijn economisch model aan te passen: minder export, meer binnenlandse consumptie én binnenlandse investeringen. Carsten Brzeski, hoofdeconoom van ING Duitsland, nuanceert die oproep. “Ik vind een overschot op de lopende rekening niet per se een probleem. Je kunt dat overschot ook niet kunstmatig terugbrengen. Moeten de Duitse exporteurs hun producten zo duur maken dat niemand ze koopt? Het overschot is ook een uitdrukking of een gevolg van een te kleine binnenlandse vraag. Nochtans is de consumptie de afgelopen jaren al behoorlijk gestegen. Het zwakke punt van de binnenlandse vraag is een tekort aan investeringen. Die vormen de sleutel tot een kleiner overschot op de lopende rekening en tot het veiligstellen van de groei in de komende jaren. Het gebrek aan publieke en private investeringen is op middellange termijn het grootste probleem voor de Duitse economie.”
Volgens de Europese Commissie daalden Duitse bruto-overheidsinvesteringen in vaste activa tussen 2010-2015 van 2,35 procent van het bbp naar 2,1 procent (zie grafiek Duitse overheidsinvesteringen dalen). Volgens de econoom Marcel Fratzscher moet de Duitse overheid jaarlijks tussen 7 en 10 miljard euro meer aan investeringen besteden om de wegen- en spoorweginfrastructuur in stand te houden. Duitsland moet zijn investeringskloof dus wegwerken.
Vluchtelingen hebben weinig kansen
Misschien kan de vluchtelingencrisis daar verandering in brengen. Er kwamen vorig jaar 1 miljoen vluchtelingen naar Duitsland en dit jaar komen er zeker honderdduizenden bij. De overheid moet geld uitgeven voor de opvang, de integratie, onderwijs, sociale uitgaven en later ook voor huizenbouw. Volgens het IFO-instituut heeft de vluchtelingencrisis Duitsland al 20 miljard euro gekost. Maar voor economen die zeer scherp zijn voor het investeringsdeficit, is dat geen probleem. De extra overheidsuitgaven vormen een kleine expansieve relanceschok. De overheid zou zo 6 miljard euro extra in de economie pompen dit jaar.
Duitsland kan dat aan, zegt Marcel Fratscher. Hij denkt dat dat goed is voor 0,5 procentpunt extra groei. Volgens Carsten Brzeski kunnen de geplande uitgaven de groei dit jaar zeker met 0,1 tot 0,2 procentpunt verhogen. Maar op langere termijn is hij sceptischer, meer bepaald over de kansen van die nieuwe migranten op de arbeidsmarkt. “Het wordt steeds duidelijker dat hun opleidingsniveau niet aansluit bij wat er in Duitsland nodig is.”
Een recente studie van het Institut der Deutschen Wirtschaft (IW) is vernietigend. Duitsland heeft nood aan immigranten, stelt ze, want door de vergrijzing daalt de actieve bevolking in de komende twintig jaar met meer dan 10 miljoen mensen. Helaas is twee derde van de asielzoekers laaggeschoold. “De vluchtelingen komen niet naar hier om onze arbeidsmarktproblemen op te lossen”, stelt IW-directeur Michael Hüther, ‘maar omdat ze hun thuisland moeten verlaten.”
De Duitse econoom Hans-Werner Sinn deed tijdens een interview naar aanleiding van zijn pensioen een gelijkaardige uitspraak. “De stroom vluchtelingen uit Syrië, Afghanistan en Irak kost Duitsland op zowel korte als op lange termijn geld, omdat ze uit landen komen met zwakke opleidingssystemen. Door de bank genomen zullen ze minder dan het gemiddelde Duitse inkomen verdienen, en in een sociaaldemocratie is het gevolg daarvan dat ze netto-ontvangers van publieke middelen blijven. We helpen ze op humanitaire gronden. Verwacht niet aan ze te verdienen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier