Duitse loonmatiging en flexibiliteit onder druk

© belga

Loonmatiging en flexibele arbeid waren lange tijd de toverwoorden van het tweede Duitse Wirtschaftswunder. Aan dat model lijkt een einde te komen.

Eind mei bereikten de vakbonden en werkgevers in de deelstaat Baden-Württemberg een akkoord voor een loonsverhoging van 4,3 procent voor de metaalsector voor de periode mei 2012-april 2013. Dat is 3,97 procent op jaarbasis en een reële loonstijging van 2 procent.

Het akkoord dient als basis voor de loononderhandelingen in andere deelstaten. Dit akkoord is van toepassing op de 800.000 werknemers in de zuidelijke deelstaat, maar in heel Duitsland zijn er 3,6 miljoen mensen in de metaalsector actief. De automobielbranche, de machinebouw en de elektronica vallen allemaal onder de metaalsector, het kloppende hart van de Duitse exportindustrie.

Belgische loonkostenhandicap nuanceren

“De vakbonden eisten 6,5 procent en de werkgevers wilden slechts gaan tot 3 procent loonsverhoging. Die 4,3 is een compromis en betekent een belangrijke reële koopkrachtverhoging”, zegt Paul Soete, CEO van de Belgische technologiefederatie Agoria, die de Duitse loononderhandelingen al jaren op de voet volgt. “Opvallend is dat de richtinggevende loonakkoorden in noordelijke deelstaten als Noord-Rijnland-Westfalen werden afgesloten. Nu is dat verschoven naar het modernere en zuidelijke deel van de Duitse industrie.”

Neemt Duitsland met dit akkoord definitief afstand van de politiek van loonmatiging? Soete benadrukt dat het akkoord toch rekening houdt met de grote economische onzekerheid. Zo is het een relatief kortlopend akkoord van dertien maanden. Het vorige akkoord voor 2011-2012 was 23 maanden geldig. Hier ging het wel om een loonsverhoging van 2,7 procent waarmee de metaalsector onder inflatie bleef.

Nu Duitsland afstapt van de stringente loonmatiging zal de Belgische loonkostenhandicap afnemen. Maar nuance is op zijn plaats: de loonkloof tussen België en Duitsland is nog altijd groot. Indien de Duitse werkgevers en vakbonden vanaf nu elk jaar dezelfde loonsverhoging zouden afspreken, heeft ons land bij ongewijzigd beleid nog minstens tien jaar nodig om de loonkostenhandicap weg te werken.

Beter statuut uitzendkrachten

Het sociaal akkoord dat in Baden-Württemberg werd afgesloten, heeft niet het alleen over hogere lonen. Daarnaast kwamen vakbonden en werkgevers overeen om de regels voor uitzendarbeid aan te passen. Na maximum twee jaar in hetzelfde bedrijf zou een vast contract moeten worden aangeboden. Opnieuw in de zeer belangrijke metaalsector kwamen de vakbonden en werkgevers op federaal niveau tot een akkoord om de lonen voor uitzendkrachten langzaam te verhogen. In tegenstelling tot België waar lonen van vaste en tijdelijke werknemers dezelfde zijn, is er in Duitsland een verschil. De bijsturing van de uitzendregeling is ook een aanpassing van het Duitse flexmodel voor de arbeidsmarkt. (A.M.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content