Duitse en Belgische overheden krijgen hun geld niet op


De Duitse federale overheid maakt honderden miljarden euro’s vrij voor investeringen. Ook de Europese Commissie zwaait met honderden miljarden. Maar die miljarden ook efficiënt besteden, is een ander paar mouwen.
Het was een van de eerste besluiten van de nieuwe Duitse federale regering onder bondskanselier Friedrich Merz (CDU): er komt een stimulusprogramma van 500 miljard euro voor de infrastructuur. De zogenoemde miljardenbazooka deed de Duitse beurzen begin maart stevig opveren en leidde tot enthousiasme in Europa. Eindelijk zouden onze oosterburen het geld laten rollen en investeren in hun verouderde infrastructuur. De vraag naar de 500 miljard euro is in ieder geval groot. Alleen al Deutsche Bahn, de Duitse spoorwegen, aast op 150 miljard euro.
Het Institut der Deutschen Wirtschaft Köln (IW) begrootte de investeringsbehoefte in een studie van 2024 nog op 600 miljard euro. Met uitschieters voor gemeentelijke infrastructuur (177 miljard euro), spoorwegen (59,5 miljard euro), scholen (41,4 miljard), autowegen (39 miljard) en woningen (37 miljard).
Het Duitse weekblad Der Spiegel analyseerde onlangs de miljardenbazooka, en zet vraagtekens bij de haalbaarheid. Geld vrijmaken is het probleem niet, wél dat efficiënt inzetten. Voor 2025 had de vorige regering voor 81 miljard euro investeringen in infrastructuur in de federale begroting gezet. Dat was al ruim twee keer meer dan in 2019. Dat investeringsgeld gaat onder meer naar bouwprojecten, rollend materieel zoals treinstellen en bussen, of financiële middelen (leningen aan of aandelen in bedrijven). Maar sinds het begrotingsjaar 2019 werd het begrote geld nooit volledig uitgegeven (zie grafiek Investeringen door Duitse federale overheid). Vanaf 2026 komt daar nog een smak geld bovenop. Twaalf jaar lang komt er 33 miljard euro per jaar bij, of een totaalbedrag voor de federale overheid van 400 miljard euro. De deelstaten en de lokale overheden mogen ook nog eens 100 miljard extra besteden.

Waarom zou met de miljardenbazooka wél lukken wat al jaren niet kan? Want het aantal ingenieurs verdubbelde weliswaar bijna sinds 2000, maar toch heeft Duitsland nog steeds 130.000 ingenieurs en informatici te weinig, meldt het Verein Deutscher Ingenieure. Daarnaast is er een tekort aan technisch onderlegde mensen, arbeiders, bouwvakkers en ambtenaren om de vergunningen toe te kennen. Tegen die vergunningen wordt bovendien driftig door buurtverenigingen geprotesteerd. In de deelstaat Hessen werd onlangs een laatste deel van de autosnelweg A49 geopend, ruim een halve eeuw nadat de eerste bouwplannen waren gemaakt.
Zo kan het wel
Der Spiegel draagt concrete oplossingen aan. De arbeidsmarkt kan ontspannen door meer buitenlandse werknemers toe te laten. Het Institut der Deutschen Wirtschaft Köln (IW) suggereert dat de overheid buitenlandse studenten tot tien jaar na hun studies een verblijfsvergunning in Duitsland zou geven. Zij studeren vaak wiskunde, informatica, natuurwetenschappen of techniek. Net die kennis helpt bij de aanpak van infrastructuurwerken. Ook een productiviteitsstijging kan veel in beweging zetten. Vooral de gemeenten en steden gebruiken de investeringsmiddelen, maar zij doen te vaak te veel hun eigen ding. Grote infrastructuurwerken kunnen beter gecentraliseerd worden aangepakt, in overkoepelende regionale centra met ervaren en gespecialiseerde vakmensen. Op die manier kan ook de bouw van sportzalen, scholen, bruggen meer gestandaardiseerd en uniform worden aangepakt.
De nieuwe federale regering wil bovendien de procedures en de vergunningen versnellen. Verzet tegen openbare werken door wijkverenigingen wordt moeilijker. Dat het snel kan gaan, bewees de vorige Duitse federale regering. Rusland draaide de gaskraan dicht. In ijltempo werden via een speciale wet drie drijvende lng-terminals in de Noordzee gebouwd. Het protest van buurtbewoners mocht niet baten.
Weinig enthousiasme
Het ministerie van Financiën meldt dat ook in andere begrotingsposten niet al het geld benut wordt. Tegen 2023 – het meest actuele cijfer – ging het over gecumuleerd 30,9 miljard euro. Het is overheidsgeld voor onderzoek, onderwijs, kinderopvoeding, onder de noemer ‘investeringen in de toekomst’. Het zit verspreid bij de ministeries van verkeer, bouw, tewerkstelling, binnenlandse zaken, gezondheid en geneeskunde, economie.
Het overheidsmanna zou vooral naar toekomstgerichte technologieën moeten gaan, zodat het ook de economie doet opveren. Toiletten in scholen moeten wellicht vernieuwd worden, maar zijn niet noodzakelijk een stimulans voor de economie. Bovendien is er de vrees voor een verder stijgende inflatie, zeker in de bouwsector. Volgens een studie van IW zijn de prijzen in de bouw sinds 2019 met 40 procent gestegen.
‘In het buitenland leeft nog steeds het imago van de grondige Duitse aanpak. Dat leeft bij de Duitsers veel minder’
Carsten Brzeski, ING Duitsland
Carsten Brzeski, hoofdeconoom bij ING in Duitsland, reageert daarom wat sceptisch op de miljardenbazooka. “Der Spiegel heeft helaas volledig gelijk. De federale structuur, te veel regelgeving, een slome administratie en veel te weinig digitalisering zijn enorme belemmeringen bij de uitvoering van infrastructuurprojecten. Duitsland heeft de afgelopen jaren geen echt goed trackrecord opgebouwd bij het uitvoeren van grote projecten. De nieuwe luchthaven van Berlijn of het centraal station van Stuttgart kenden enorme vertragingen en veel hogere kosten dan initieel begroot. Dat is ook de reden waarom het enthousiasme over de 500 miljard euro in Duitsland een stuk kleiner is dan in het buitenland. In andere landen leeft nog steeds het imago van de grondige Duitse aanpak. Dat is er bij de Duitsers veel minder.”
Ook Jochen Friedrichs blijft sceptisch. De Duitser leidt de bouwdivisie van het Belgische Etex, een wereldspeler in lichtgewicht bouwmaterialen. Dat is de belangrijkste afdeling van de groep, met onder meer gips- en vezelcementplaten. Duitsland is voor de onderneming de op twee na grootste omzetmaker. “De 500 miljard euro zou een goede zaak moeten zijn voor de bouwsector. De woningnood is groot in Duitsland. Maar hoe concreet zijn de plannen? Dat is nog niet duidelijk. Normaal gezien zou Etex mee kunnen profiteren. Het zou de conjunctuur aanzwengelen.”
Ook België laat de miljarden niet rollen
Hoe doet België het? Trends vroeg informatie aan federaal minister van Begroting Vincent Van Peteghem (cd&v), maar we kregen geen reactie. Het gebruik van de Europese Recovery and Resilience Facility geeft weliswaar een indicatie. Dat herstelfonds kwam er na corona. Via subsidies zou onze economie weer kunnen aantrekken na de pandemie. Volgens het blijkbaar meest recente document, van 11 maart, voorziet de Europese Commissie voor België in 5,034 miljard euro aan subsidies, en voor 244 miljoen euro leningen. Op dat moment was slechts 1,5 miljard euro subsidies en 43 miljoen euro leningen toegekend. België bengelt daarmee achteraan in het peloton. Duitsland staat wél mee vooraan in het gebruik van die subsidiestroom (zie grafiek België hinkt achterop bij uitgaven van het Europese relancefonds ).

De website Next Gen Belgium geeft meer informatie over het gebruik van het geld. ‘Samen knallen we België de toekomst in’, luidt de slagzin. De toenmalige premier Alexander De Croo (Open Vld) en staatssecretaris voor relance en strategische investeringen Thomas Dermine (PS) waren de gangmakers. De meest actuele cijfers dateren van mei 2024. Het totale budget bedroeg 6,9 miljard euro, want ook de federale overheid en de deelstaten leveren centen. De pot is verdeeld over vijf pijlers. Naar projecten voor duurzaamheid (2,61 miljard euro) en mobiliteit (1,4 miljard euro) gaat het meeste geld. Digitalisering (0,98 miljard euro), economie en innovatie (0,98 miljard euro), en samenleving (0,91 miljard euro) zijn de andere pijlers.
Volgens de website van Next Gen Belgium waren er in december 2023 – de meest actuele cijfers – 129 projecten. Daarvan was een derde klaar, ruim de helft stond in de steigers, en bijna 11 procent was uitgesteld. Een overzicht van de projecten leest soms als een grabbelton voor lobbygroepen met kennis en kunde in het vergaren van subsidies. De motivering klinkt soms vreemd. Een uitgave van 211 miljoen euro aan fietsinfrastructuur in Vlaanderen zou moeten leiden tot ‘40 procent duurzame verplaatsingen’. Wallonië doet het met 21 miljoen euro met minder fietsgeld. Maar daar moeten ze blijkbaar een tandje bijsteken: ‘Fietscorridors helpen Walen in het zadel’. Andere projecten klinken vaag. ‘Versterking van de digitale inclusie’ is goed voor 30 miljoen euro. En ‘digibanks trekken ten strijde tegen digitale uitsluiting’ krijgt 50 miljoen euro. Het is wachten op de balans van de miljardensubsidies.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier