‘Duitse economie steunt op illusies’

© reuters

” De Duitse euforie die er heerst, is gevaarlijk. Het maakt ons aanmatigend, blind en saai.” Dat schrijft Marcel Fratzscher, hoofd van het Duitse Instituut voor Economisch Onderzoek, in een boek genaamd ‘The Germany Illusion’.

De boodschap van het boek van Fratzscher bestaat erin dat Duitsland, ondanks zijn economische kracht, wel degelijk enkele opmerkelijke zwakke punten heeft. Meer zelfs, Marcel Fratzcher omschrijft die zwakke punten als de ‘illusie van Duitsland’.

Volgens de auteur schort er wat aan de interpretatie van het Duitse succesverhaal. Dat verhaal steunt volgens de ‘conventionele verklaringen’ op drie alom bekende pijlers:

  • Het ‘banenwonder’, dat een gevolg is van de hervormingen van de arbeidsmarkt in het vorige decennium.
  • Een robuuste export als gevolg van sterk concurrerende bedrijven.
  • Een federale begroting die min of meer in evenwicht is.

Duitsers zijn terecht trots op bovenstaande prestaties, geeft Fratzscher toe, maar ze mogen niet blind zijn voor de onderliggende problemen die het succesverhaal verhult, luidt het. De auteur verduidelijkt:

  • Het ‘banenwonder’ werd voor een groot deel bereikt door het creëren van tal van deeltijdse en ‘precaire’ banen. Het totale aantal gewerkte uren is amper toegenomen, zelfs met een aanzienlijke terugval van het aantal werklozen (van ruim 5 miljoen in 2005 tot minder dan 3 miljoen dit jaar).
  • Het succes van de export is niet het gevolg van een grotere productiviteit, maar van het in toom houden van de lonen. Ondertussen blijkt een groot deel van de dienstensector van Duitsland bepaald niet-competitief te werken.
  • Het begrotingsgat werd eenvoudigweg gedicht doordat meer werkgelegenheid heeft geleid tot meer fiscale inkomsten.

Duitsers houden aan het geroemde succesverhaal alvast drie illusies over die ze koesteren, oordeelt Fratzscher.

  • Duitsland zal sterk blijven door te doen wat het gewoon is te doen, meer van hetzelfde dus.
  • De eurozone is niet echt nodig.
  • De partners van de eurozone zijn enkel uit op het geld van de Duitse belastingbetalers. Die belastingbetalers zijn de echte ‘slachtoffers‘ van de reddingsplannen die gelanceerd werden om de euro te redden.
‘Duitsers sparen veel, maar ze sparen onverstandig

Tot zover ‘The Germany illusion’. Waar het in Duitsland echt om draait is het opmerkelijke onevenwicht tussen sparen en beleggen, stelt Fratzscher. Duitsers ‘sparen veel, maar ze sparen onverstandig,’ zegt hij. Ze sturen hun spaargeld namelijk massaal naar het buitenland, waar ze een mager rendement oogsten. Hadden ze hun spaargeld in Duitsland zelf geïnvesteerd, dan hadden ze nu kunnen rekenen op een groter rendement, aldus de auteur. Ter illustratie: De Duitse binnenlandse investeringen stemden in de vroege jaren 1990 overeen met 23 procent van het bbp , vandaag bedraagt dat percentage amper nog 17 procent. Dat is volgens de statistieken van Eurostat minder dan in de meeste vergelijkbare rijke landen het geval is.

Duitsers zijn minder rijk zijn dan ze zouden kunnen zijn

Het gebrek aan binnenlandse investeringen blijft niet zonder gevolgen, oordeelt Fratzscher. De invoer is lager dan ze zou kunnen zijn, de uitstroom van kapitaal creëert enorme overschotten op de lopende rekening – waarover zowel de VS als de Europese Commissie al hun beklag hebben gedaan – en de lage investeringsgraad is mee verantwoordelijk voor de beperkte toename van de productiviteit. In veel bedrijfstakken is het aandelenkapitaal kleiner dan in 2000, wat betekent dat Duitsers minder rijk zijn dan ze zouden kunnen zijn. Bovendien zal de Duitse economie in de toekomst minder sterk zijn dan ze zou moeten zijn, besluit Fratzscher.

Sigmar Gabriel, de Duitse minister van Economie, beschouwt het boek van Fratzscher alvast als ‘verplichte lectuur’.

(The Economist/BO)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content