Redactie Trends
Drie lessen die vakbonden van deze regering kunnen leren
De vakbonden fulmineerden vorige week tegen een aantal maatregelen uit het zomerakkoord. Totaal ten onrechte. Maatregelen die de arbeidsmarkt flexibiliseren, kleine bijverdiensten goed omkaderen en werknemers op een makkelijke manier laat delen in de winst van een bedrijf, dragen net extra bij tot jobcreatie en de sociale zekerheid. Dat zegt staatssecretaris Philippe De Backer (Open Vld).
België kampt met een groot informeel arbeidscircuit. In vergelijking met andere landen kent ons land veel zwartwerk. Volgens de Nationale Bank gaat het om liefst 3,9 procent van het bbp of 16,5 miljard euro. Volgens Europese studies komt het vooral voor in de horeca, detailhandel, bouw, schoonmaak,… sectoren waar met een beperkte scholing heel wat diensten aan particulieren en bedrijven kunnen worden geleverd. Dus ja, er is werk aan de winkel.
Maar deze regering laat dat werk niet liggen. Ze voert een harde strijd tegen sociale fraude en zwartwerk, op drie sporen: lagere lasten op arbeid, meer eenvoud en flexibiliteit en een hogere pakkans, in die volgorde. Dat beleid werkt in de strijd tegen grote sociale dumping, maar geeft ook zuurstof en kansen aan kleine ondernemers en individuele werknemers. Wie dat wil betwisten, mag dat doen, maar dan wel op basis van de juiste argumenten.
Daarom deze drie lessen in economie voor de non-believers.
Les 1: Werk creëert werk. Flexi-jobs verdringen geen vaste jobs
De flexi-jobs zijn, zoals Open Vld voorspelde en de vakbonden vreesden, een groot succes. In een jaar tijd hebben liefst 25.000 Belgen de stap naar de flexi-job gedaan, bij 7000 horecazaken.
De flexi-jobs doen waarvoor ze bedoeld zijn: avond- en weekendwerk in de horeca flexibel invullen en zo zuurstof geven aan de sector, werkenden (4/5de of voltijds) een bijverdienste bezorgen van gemiddeld 207 euro netto per maand en de overheid extra inkomsten bezorgen. Wie wil bijwerken en bijverdienen, kan met andere woorden bijwerken en bijverdienen.
Maar in tegenstelling tot wat kwatongen beweren, kan ook wie al werkt, gewoon blijven werken. Meer nog, er kwamen in de horeca zelfs nog vaste banen bij. De loonmassa in de sector ging vorig jaar, onder meer door de invoering van de witte kassa, met 152 miljoen euro vooruit (+7,3%). Het aantal vaste jobs was eind 2016 met 4732 voltijdse equivalenten gestegen tegenover een jaar eerder.
En voor de doemdenkers nog deze kanttekening: de flexi-jobs maakten eind vorig jaar maar 2,1 procent uit van de totale loonmassa in de sector, de jobstudenten 4,7 procent, de extra’s 1,2 procent en de vaste jobs 92 procent. De flexi-jobs nemen met andere woorden geen werk af van andere mensen, de taart wordt groter. Werk creëert werk.
Daarom breiden we het systeem van de flexi-jobs uit naar gepensioneerden, bakkers, beenhouwers, kappers, klein- en groothandel. Meer flexibiliteit, meer werk. Dat hebben de flexi-jobs in de horeca bewezen, en dat zullen ze ook doen in andere sectoren.
Les 2: Wanneer je werken moeilijker maakt, wordt het werk niet of in het zwart gedaan.
In 2004, onder de paarse regering-Verhofstadt II, werd een systeem van dienstencheques ingevoerd. Het werd een wervelend succes. Twee- en eenverdieners konden voortaan hun schoonmaak- en strijkdiensten uitbesteden tegen een redelijke prijs. Veel laaggeschoolden, vooral vrouwen, kregen zo toegang tot de reguliere arbeidsmarkt, waar ze vroeger vaak niet aan de bak kwamen of noodgedwongen in het zwart moesten werken. Dankzij de dienstencheques vonden zo’n 150.000 mensen een vaste baan. Het enige nadeel aan de dienstencheques is dat er wel een kostprijs verbonden is voor de belastingbetaler. Vandaar dat een verdere uitbreiding, hoewel er vraag naar was, naar opvangdiensten, klusjes in huis, enz. er nooit gekomen is.
Drie lessen die vakbonden van deze regering kunnen leren
Toch bestaat die behoefte wel degelijk. Met het nieuwe stelsel van diensten tussen particulieren in de sociale sfeer zal eveneens tegen een betaalbare prijs zwartwerk wit gemaakt worden en dit zonder kosten aan de overheid. Naschoolse opvang, sportcoaches, tuinonderhoud (denk aan alle babyboomers die nu met pensioen zijn en een tuin te onderhouden hebben),… Al die klussen zullen voortaan eenvoudig via een website geregistreerd en onbelast uitgevoerd kunnen worden. De drempel daarvoor is 6000 euro per jaar. Dat is een mooi bedrag voor iemand die iets wil bijverdienen. Dat getal biedt ondernemers ook bescherming tegen oneerlijke concurrentie. Mensen vrijheid geven kost geen geld. Ook niet aan de sociale zekerheid. Die verdient vandaag namelijk niets op de dakgoot die niet of in het zwart wordt hersteld.
Les 3: Als je de toekomst tegenhoudt, heb je geen toekomst meer.
De onlinedienstenplatformen hebben de voorbije vijf jaar een grote opkomst gekend. Zelfs grootouders vinden vandaag de weg naar webshops en krijgen hun pakjes binnen de 24 uur geleverd aan huis, zij het in de stad of op het platteland. Een disruptieve ontwikkeling die de klant op zijn wenken bedient. De onlineplatformen voor vervoerdiensten, maaltijden aan huis, babysitdiensten,… zijn eveneens in volle opmars. Dat verandert de situatie uiteraard voor de bestaande en klassieke aanbieders drastisch.
Als overheid kan je de kop in het zand steken en die onlinediensten proberen aan banden te leggen. Dat is uiteraard gedoemd te mislukken. Daarom is het als overheid misschien verstandiger de vooruitgang te omarmen en die diensten op een legale manier mogelijk te maken.
De wet-De Croo maakte die activiteiten legaal mogelijk voor 5000 euro per jaar. Vanaf volgend jaar wordt dat 6000 euro per jaar, onbelast. Bijna twintig platformen doen intussen mee en die beperkte diensten tussen particulieren kunnen voortaan eenvoudig, flexibel en wettelijk. Verdient men meer dan dat bedrag, dan dient men een btw-nummer aan te vragen als professionele zelfstandige. Alleen als je mensen de kans biedt te proeven van ondernemerschap, bestaat er een kans dat het hen zal smaken.
Mits een goede omkadering gaat iedereen vooruit
Zoals het er nu naar uitziet, zal deze regering, behalve in een verlaging van de lasten op arbeid met liefst 9,5 miljard euro en de creatie van meer dan 200.000 banen, er in deze legislatuur ook in slagen via de genoemde wetten kleine jobs en kleine klussen tussen particulieren te verwitten. Het is dus geen keuze tussen of vaste jobs of flexibele jobs, een goed beleid zet in op beide!
Veel te lang hebben de overheid en de burgers tijd verloren door te stellen dat een beetje zwart wel moet kunnen. Dat idee is duidelijk verlaten. Alleen de juiste omkadering kan een oplossing zijn en winst betekenen voor mensen, de overheid en de samenleving.
En oh ja, als een bedrijf het goed doet, laten we werknemers ook graag meegenieten via een makkelijk systeem van winstdeling. Ook daar hebben we voor gezorgd. Hoe kan een vakbond die de pretentie heeft werknemers te vertegenwoordigen, daar nu tegen zijn?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier