Drie gevaren dreigen voor de wereldorde in 2024

Foto: Getty Images
Patrick Foulis redacteur bedrijven van The Economist

In 2024 moet de wereld proberen een vicieuze cirkel van onzekerheid te doorbreken.

Nu 2023 ten einde loopt, woeden er oorlogen in ­Afrika, Israël en Gaza en Oekraïne. Combineer ze met een presidentiële race in Amerika en 2024 belooft een beslissend jaar te worden voor de wereldorde na 1945.

De jaren 2020 waren voorbestemd om gevaarlijk te worden. Het aandeel van het Westen in het wereldwijde bruto binnenlands product is voor het eerst sinds de negentiende eeuw gedaald tot 50 procent. Landen als India en ­Turkije vinden dat de mondiale instellingen die na 1945 zijn opgericht, hun zorgen niet weergeven. China en Rusland willen verder gaan en dat systeem ondermijnen. Hoewel de Amerikaanse economie nog ­altijd voortreffelijk is, is het unipolaire moment van Amerika voorbij. Zijn bondgenoten in ­Europa en Japan gaan er economisch in verhouding op achteruit.

Aan het begin van 2023 was Amerika druk bezig zich aan te passen aan die realiteit door het buitenlandse beleid van de regering-­Biden uit te voeren. Het idee was een ­selectievere, zelfs egoïstische supermacht te worden. Dat betekende stoppen in Afghanistan en middelen verschuiven naar Azië om China te counteren. Allianties werden opgeknapt in de Stille ­Oceaan en in Europa, waar de NAVO werd uit­gebreid en Oekraïne overeind werd gehouden. Embargo’s op energie en technologie werden ­gebruikt om tegenstanders te verzwakken. ­Binnenlandse industriële subsidies, hoewel inefficiënt, waren krachtig: halverwege 2023 ­bereikte de Amerikaanse fabrieksbouw het hoogste niveau sinds de jaren vijftig.

Volgens sommige maatstaven – de olie- en graanprijzen, westerse oorlogsslachtoffers – is het geopolitieke risico aanvaardbaar. Toch is de nieuwe dynamiek er een van instabiliteit. In de jaren negentig streefden veel landen naar een zichzelf versterkende cyclus van vrijheid, markteconomie en op regels gebaseerde globalisering. Nu is er een onvoorspelbare cyclus van populisme, interventionistische economie en transactionele globalisering. In 2024 dreigen drie gevaren.

Kruisende belangen

Ten eerste is er een groeiende zone van straffeloosheid waar wereldmachten noch wereldinstellingen komen. Je kunt 6.000 kilometer ­lopen van de Rode Zee naar de ­Atlantische Oceaan door zes ­Afrikaanse landen die de afgelopen 36 maanden te maken hebben gehad met staatsgrepen. Azer­beidzjan heeft net een oorlog ­uitgevochten tegen Armenië, waarbij etnische zuiveringen plaats­von­den. Afgevaardigden van Iran ­gedijen in falende staten in het Midden-Oosten. In 2024 kan die zone van straffeloosheid zich verder uitbreiden over Afrika en de flanken van Rusland.

Ten tweede ontstaat er een trio van problemen met China, Iran en Rusland. Ze hebben veel minder gemeen dan westerse bondgenoten, en China is veel groter en meer geïntegreerd in de wereldeconomie dan de andere. Maar hun belangen kruisen elkaar: ze willen allemaal de Amerikaanse legitimiteit ondermijnen en ­sancties omzeilen. China koopt Rus­sische en Iraanse olie. Geen van hen heeft Hamas of de invasie in Oekraïne veroordeeld. Hun ­samenwerking zal zich waarschijnlijk uitbreiden naar technologie. China zoekt naar manieren om de westerse financiële macht te ­omzeilen: de helft van de ­handel verloopt in yuan. Iran exporteert drones naar Rusland, en China en Rusland werken samen aan ­nucleaire waarschuwings­systemen en sturen patrouilles uit in de Stille Oceaan.

De laatste bedreiging is de kwetsbaarheid van de westerse coalitie. De reactie op de invasie van ­Oekraïne was opzwepend: Amer­ika en Europa verenigden zich, de publieke opinie was ondersteunend en de principes van de orde van 1945 werden verdedigd. Nu, met een militaire impasse, worden barsten zichtbaar. In Amerika zijn de Republikeinen verdeeld over de ­financiering van Oekraïne. De invasie van Israël in Gaza brengt nog meer verdeeldheid. Andere crisissen kunnen daar nog een schepje ­bovenop doen: zou Europa samen met Amerika vechten om Taiwan te verdedigen?

Cruciale verkiezingen

Hoe die dreigingen in 2024 uitpakken, hangt deels af van de ­autocratische concurrenten van het Westen. Net zoals de zeer verschillende regimes van China, Iran en Rusland een aantal be­langen delen, hebben ze ook ­vergelijkbare kwetsbaarheden. Ze hebben allemaal te kampen met ­economische problemen, en vertrouwen op toenemende onderdrukking. Vladimir Poetin werd geconfronteerd met een muiterij in 2023, Ayatollah Ali Khamenei is 84 en heeft geen duidelijke opvolger, Xi Jinping vertrouwt op zuiveringen.

Maar de verkiezingen in Amerika zijn cruciaal. Een isolationistische president zal niet van de ene op de andere dag verdragen laten vallen, maar zal wel snel op de proef worden gesteld: denk aan China dat Taiwanese schepen ‘inspecteert’ of Rusland dat grenzen ‘herinterpreteert’. Als de Amerikaanse betrokkenheid verslapt, moet Europa doorzetten in ­Oekraïne, maar moeite hebben om geld of militaire spierkracht te ­leveren. Aziatische bondgenoten zullen China gunstig stemmen en hun verdediging versterken.Als Amerika eind 2024 een internationalist kiest, zal een groot deel van de wereld opgelucht ademhalen. Maar Amerika staat voor een lange taak om een ­systeem van internationale handel en veiligheid te stabiliseren en te vernieuwen. Op de to-do­lijst staan de uitbreiding van de Europese Unie, het verdiepen van de ­samenwerking met India en een tweestatenoplossing voor Israël en de Palestijnen.

De auteur is redacteur buitenland bij The Economist

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content