De opening van de beurs op Wall Street op maandag was dramatisch slecht, met een recordsnelle val van 1.000 punten voor de Dow Jones, of bijna 6 procent. Naderhand werd het verlies grotendeels goedgemaakt. Maar tegen het einde van de sessie was dat verlies toch weer aanzienlijk. Op papier is de Dow Jones sinds begin juni 10.000 miljard dollar kwijtgeraakt.
Vorige week gingen de beurzen in New York al hard omlaag door de zorgen over China en de wereldeconomie. De Dow Jones verloor vrijdag 530 punten. Maandag werd het niet beter.
Er was bij het begin van de sessie sprake van enige paniekverkoop. Binnen enkele minuten stond de Dow Jones ruim 1.000 punten lager, het grootste puntenverlies aller tijden binnen die tijdspanne. De S&P 500 verloor tijdelijk 8 procent. In de volgende uren werd een groot deel van dat verlies goedgemaakt. Op een bepaald punt stond de Dow Jones nog slechts ongeveer 200 punten lager dan vrijdag. Maar rond sluitingstijd ging de koers toch weer de dieperik in, met een verlies van bijna 600 punten (of 3,6 procent), om te eindigen op 15.871,28.
Gemeten tegenover het hoogtepunt van begin juni zijn de Dow Jones-aandelen nu 10 procent minder waard. Waardoor de aandeelhouders/beleggers sinds 3 juni officieel 10.000 miljard dollar (8.600 miljard euro) zijn kwijtgespeeld, volgens The New York Times.
De S&P 500 eindigde 3,9 procent lager, op 1.893,21, dat is 11 procent lager dan eind mei. De Nasdaq kwam op 4.526,25 uit, 3,8 procent lager dan vrijdag.
Apple en Netfix hoger en lager
Het was ook een roetsjbaansessie voor individuele bedrijven. Het Apple-aandeel ging bijvoorbeeld zowel 13 procent lager als 2 procent hoger (na een positieve mededeling over de verkoop van iPhones in China), om lager te eindigen. Netflix maakte een gelijkaardige lager-hoger-lager-evolutie door.
De zorgen over China drukten zwaar op de grondstofprijzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 3,5 procent tot 39,04 dollar, het laagste niveau sinds begin 2009. Europese Noordzee-olie Brent werd 4 procent goedkoper en kostte 43,65 dollar. De Amerikaanse oliefondsen hadden last van de sterk gedaalde olieprijzen.
De euro werd weer duurder tegenover de dollar. De Federal Reserve had een renteverhoging voor september in het vooruitzicht gesteld, maar de vraag is of die in deze woelige markt zal doorgaan.
(Belga/RR)
