Dit zijn de vier Franse ziektes die president Macron erft

president Macron © reuters
Alain Mouton

Emmanuel Macron erft een land dat er economisch slecht aan toe is: een lage groei, een aanhoudend begrotingstekort, een handelsbalans die al jaren in het rood staat en een hoge werkloosheid. Een diagnose van ‘le mal français’ en hoe de nieuwe president van Frankrijk dat wil aanpakken.

“Frankrijk is een land dat zich enkel hervormt na een revolutie”, zei president Charles de Gaulle ooit. Volgens de Franse econoom Nicolas Baverez waren de presidentsverkiezingen de laatste kans om het land op een “vreedzame en democratische manier te hervormen. Zonder revolutie.” Baverez stelt het presidentschap van de socialist François Hollande “gelijk aan vijf verloren jaren. De neergang van Frankrijk is zelfs versneld.” Hij overdrijft niet. De basis van de Franse economie ziet er niet goed uit. De Franse economie lijdt aan vier schijnbaar moeilijk te genezen kwalen.

1. Een slabakkende economische groei

Vorig jaar groeide de Franse economie met 1,1 procent, terwijl de eurozone een cijfer van 1,8 procent kon voorleggen. Ook in 2015 was de Franse economische groei met 1,2 procent niet indrukwekkend. In 2017 zou de Franse economie met 1,5 procent vooruitgaan en daarmee op hetzelfde niveau zitten als het eurogemiddelde.

Al zijn economen daar niet van overtuigd. De Franse economie blijft slabakken door de hoge fiscale druk, die voor een deel het gevolg is van de belastingverhogingen tijdens het presidentschap van François Hollande. De belasting van 75 procent op inkomens boven 1 miljoen euro werd niet doorgevoerd, maar toch steeg de fiscale druk in de personenbelasting. Ook de sociale bijdragen werden verhoogd, net als een aantal btw-tarieven. Dat van 7 procent werd opgetrokken naar 10 procent en het tarief van 19,6 werd 20 procent. Enkel het btw-tarief van 5,5 procent daalde naar 5 procent. Een manier voor Hollande om te proberen het begrotingstekort weg te werken (zie ook punt 2).

De belastingverhogingen leiden tot voorzichtigheid bij de bedrijven. Ze investeren minder en werven minder aan. Ook de koopkracht van de gezinnen werd aangetast. Een commissie van de Franse Senaat berekende dat alleen al de verhoging van de indirecte belastingen elk gezin jaarlijks 184 euro heeft gekost. De fiscale druk op de gezinnen nam de voorbije vijf jaar toe met 44 miljard euro.

Zal de nieuwe Franse president de belastingdruk doen afnemen? Emmanuel Macron (En Marche!) belooft lagere lasten op arbeid (23 miljard euro), een lagere vennootschapsbelasting (11 miljard euro), een lagere vastgoedbelasting voor gezinnen (8 miljard euro) en de afzwakking van de vermogenslasten.

2. Overheidsfinanciën al jaren in het rood

Sinds 1974 hebben onze zuiderburen geen begroting in evenwicht meer gehad. Het huidige begrotingstekort blijft flirten met -3 procent. Dat heeft alles te maken met die tweede Franse ziekte: de ontspoorde overheidsfinanciën. Frankrijk is net geen Europees kampioen met overheidsuitgaven van 57 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Enkel in Finland liggen ze nog hoger. Het begrotingstekort en de ontspoorde overheidsuitgaven doen de Franse staatsschuld oplopen tot bijna 100 procent van het bbp.

De oorzaak van de oplopende uitgaven zijn de dure sociale zekerheid en het uitgebreide ambtenarenapparaat. De uitgaven voor sociale bescherming pieken in Frankrijk op 24,8 procent van het bbp, tegenover 20,4 procent voor de eurozone. Onder François Hollande nam het aantal ambtenaren toe van 5,36 miljoen naar 5,45 miljoen, terwijl het overheidsapparaat in de meeste andere landen wordt afgebouwd.

In een rapport pleit Michel Pébereau, de voormalige CEO van BNP Paribas, voor een verlaging van de overheidsuitgaven met 7 tot 8 procent van het bbp. Daarmee zou Frankrijk in de buurt van het gemiddelde van de eurozone komen (48% van het bbp). Tegelijk zou het mogelijk zijn de belastingdruk met 5 tot 6 procent te doen dalen.

Emmanuel Macron belooft 60 miljard euro besparingen, maar volgens de denktank Institut Montaigne is dat cijfer te optimistisch. Macron zou er aan de andere kant niet in slagen de overheidsfinanciën duurzaam te saneren door extra uitgaven in de gezondheidszorg en defensie. Het begrotingsdeficit zou volgend jaar ontsporen richting 4,9 procent, om pas in 2022 opnieuw onder 3 procent te duiken.

3. Een negatieve handelsbalans

De Franse autobouwers Renault en PSA (Peugeot-Citroën) doen het goed en de militaire industrie boomt door de verkoop van onderzeeërs en de Rafale-straaljager. Toch is Frankrijk allang geen exportkampioen meer. Vorig jaar bedroeg het Franse handelstekort 48,1 miljard euro. Dat is een lichte stijging tegenover 2015 (-45,7 miljard), terwijl het handelstekort de voorbije vier jaar gestaag kleiner was geworden. Het steekt af tegen het handelsoverschot van de eurozone: 250 miljard euro.

De arbeidskosten blijven te hoog: 34,60 euro uurloon, tegenover 31,4 in Duitsland en 28,3 in Italië. De lastenverlagingen van 40 miljard euro voor bedrijven waren ruim onvoldoende om de Franse concurrentiekracht te herstellen.

Een ander structureel probleem is het verouderde Franse industriële apparaat, waardoor bedrijven op de internationale markten onvoldoende kunnen concurreren met innovatieve producten. Volgens Philippe Varin, bestuurder bij de nucleaire reus Areva, is de gemiddelde leeftijd van het Franse productieapparaat 19 jaar, terwijl dat in Duitsland 9 jaar is.

Onze zuiderburen hebben ook de boot van de robotisering gemist, leert een nota van de denktank La Fabrique de l’industrie: er zijn 125 robots voor 10.000 werknemers, tegenover 282 in Duitsland en 437 in Zuid-Korea. Max Blanchet, senior partner bij Roland Berger, wijst erop dat “de winstgevendheid van de Franse industriebedrijven tussen 2000 en 2014 met 70 procent is gedaald. Dat heeft een negatieve impact op de bedrijfsinvesteringen en het fnuikt de exportkansen.”

4. Een vastgeroeste arbeidsmarkt

De Franse regering heeft de voorbije jaren allerlei trucs gebruikt om het aantal werklozen te minimaliseren, zoals het niet meetellen van de werkzoekenden die een opleiding volgen. Maar de werkelijkheid is dat Frankrijk 6,6 miljoen werklozen telt, 1 miljoen meer dan vijf jaar geleden. De Franse werkloosheidsgraad ligt met 10 procent iets hoger dan het gemiddelde in de eurozone (9,6 %). Maar de tweede economie van Europa loopt fel achterop op Duitsland, dat 4 procent werklozen heeft.

De 35-urige werkweek, die de concurrentiepositie heeft verzwakt, is een van de oorzaken van de hoge werkloosheid. Maar ook de rigide en dure arbeidsmarktwetgeving speelt een rol.

De voorbije vijf jaar werd geen enkele substantiële hervorming van de arbeidsmarkt doorgevoerd. De enige stap richting flexibilisering is een lichte aanpassing van het ontslagrecht en de mogelijkheid contracten van bepaalde duur niet langer twee, maar drie keer te verlengen.

Emmanuel Macron is voorzichtig en wil de 35-urige werkweek behouden. Hooguit kunnen op sectoraal of bedrijfsniveau aanpassingen worden afgesproken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content