Waarom daalt de olieprijs, maar merkt u dat niet aan de pomp?

Foto: Getty Images

Diesel tanken wordt vrijdag weer een beetje duurder. Dat ondanks het feit dat de prijs voor een vat ruwe olie van de Brent-soort, toonaangevend in deze contreien, op een eerder laag peil noteert. Raken we nog wijs uit de oliemarkt? “Niet alleen stijgen de brandstofprijzen, ze worden ook onvoorspelbaarder.”

De maximumprijs voor diesel, een brandstof die net als benzine een verwerkt aardolieproduct is, klimt vrijdag met 2,6 eurocent tot 1,886 euro per liter, meldt de federale overheidsdienst Economie. Die lichte prijsstijging zou normaal gezien geen rimpeling veroorzaken, ware het niet dat Trends eerder deze week berichtte dat de olieprijs in een neerwaartse spiraal zit. De prijs van diesel bestaat voor ongeveer 35 procent uit de kosten van de grondstof en de verwerking daarvan; een lagere ruwe-olieprijs zou dus moeten hinten op een lagere dieselprijs. Vanwaar die vertroebelde vooruitzichten?

De prijs van een vat ruwe olie van de Noordzeesoort Brent, de voorbije week | bron: Trading Economics

Snipperdag

Eerst en vooral kennen de markten voor diesel en andere aardolieproducten ook een eigen mechanisme van vraag en aanbod. Maar er speelt nog iets specifieker. “Er moest woensdag 15 november een berekening gebeuren van de maximumprijs op basis van de prijzen op de internationale markten, maar dat is niet gebeurd”, weet Johan Mattart, algemeen directeur van de Belgische Federatie der Brandstoffenhandelaars (Brafco). De Algemene Directie Energie van de FOD Economie berekent elke werkdag de maximale prijzen van alle verwerkte aardolieproducten volgens de bepalingen van een programma-akkoord overeengekomen met de Belgische sectorfederatie Energia.

“Aangezien het ministerie van de FOD Economie woensdag niet werkte – het was Feest van de Dynastie – is het een en ander opgeschoven”, legt Mattart verder uit. “Maandagmorgen, 13 november, zijn er berekeningen gebeurd op basis van de cijfers van vrijdagavond. Uit de berekening van maandagmorgen, bleek dat er op 14 november een daling was van de officiële maximumprijs voor diesel. Een spectaculaire daling met 6,8 cent was dat.” Het programma-akkoord stelt dat als je de ene dag een daling of een stijging hebt van de officiële maximumprijs, dat je niet de dag daarop een prijsbeweging in de tegenovergestelde richting mag hebben.

“We hebben van maandag op dinsdag een serieuze prijsdaling gekregen. Dat betekent dat, zelfs al zijn de drempels op de berekeningsdag van 14 november zodanig overschreden, waardoor er een prijsstijging zou zijn, je die prijsstijging nog niet kunt doorvoeren. Op basis van de marktnoteringen van dinsdagavond stelden we vast dat diesel op donderdag 16 november die prijsstijging had moeten zien. Maar door die snipperdag wordt die een dagje opgeschoven.” Een verlofdag voor ambtenaren blijkt dus een van de talrijke factoren die bepalend zijn voor de brandstofprijs.

Prijsdaling

Op de bredere oliemarkt blijft volatiliteit het sleutelwoord. Die prijsgrillen hebben ook hun weerslag op ondernemingen uit verschillende sectoren. “De brandstofprijzen worden onvoorspelbaarder”, signaleert Dimitri Pelckmans, head of risk bij de kredietverzekeraar Atradius. “In de logistiek en het transport varieert dat van hogere operationele kosten tot het op de proef stellen van de efficiëntie van de toeleveringsketen. Die effecten kunnen doorwerken in de hele toeleveringsketen en uiteindelijk de ervaringen van en de kosten voor consumenten beïnvloeden.”

Pelckmans stelt vast dat de bezorgdheid over hogere olieprijzen groot blijft. “Het grootste probleem is dat heel veel ondernemingen nu moeilijkheden ondervinden om die kosten door te rekenen, omdat de markt redelijk competitief is. Iedereen begint het te voelen, het kan niet blijven doorgaan op deze manier. Daar komt dan nog de galopperende rente bij.”

Er ligt gelukkig – even? – een prijsdaling voor olie in het verschiet. “Die lagere noteringen hangen af van de voorraden ruwe olie in de Verenigde Staten en de dalende vraag uit China”, weet Johan Mattart. “De VS, ooit de grootste olie-importeur ter wereld, is nu de grootste olieproducent”, stipt de Amerikaanse energiespecialist Daniel Yergin aan in een column voor de Wall Street Journal. “Op nettobasis zijn de VS ‘energieonafhankelijk’.” Te hopen is dat die stabiliteit van het aanbod aan ruwe olie zich ook vertaalt naar een lagere brandstofprijs, verderop in de productieketen. Maar dat is dus lang niet zeker.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content