De stand van het land in 12 grafieken
Professor economie (UGent) Geert Peersman maakte, op vraag van de collega’s van Knack, een internationale vergelijking van de economische prestaties van België in de periode 2019-2023. “Andere eurolanden werden geconfronteerd met gelijkaardige schokken. Een vergelijking van de prestaties is dus een billijk uitgangspunt”, zegt Gert Peersman, die benadrukt dat de economische prestaties niet uitsluitend toe te schrijven zijn aan de huidige regering. “Beleidsmaatregelen hebben vaak een vertraagd effect. De reactie op een schok wordt ook bepaald door structurele eigenschappen, zoals de automatische indexering van de lonen. Dit is dus geen rapport van de huidige regering, maar eerder een analyse van de huidige situatie en de uitdagingen voor de volgende regeerperiode.”
De data werden verzameld bij Eurostat en de Oeso.
Grafiek 1. Economische groei: sterke prestatie
De Belgische economie verteerde de corona- en energiecrisis goed. Het bbp per inwoner steeg meer dan het gemiddelde in het eurogebied. Mogelijk is deze relatief sterke groei ook te danken aan het herstelbeleid van de vorige regering-Michel. “De coronacrisis heeft ons potentiële bbp niet aangetast. Dat is een fenomenale prestatie”, zegt Gert Peersman.
Grafiek 2. Economische groei: met dank aan stijgende overheidsbestedingen
De toename van het bbp is vooral te danken aan een stijging van de overheidsbestedingen. Maar ook de private consumptie, de bedrijfsinvesteringen en de netto-export leverden een bijdrage aan de cumulatieve groei sinds 2019. Opvallend: de productiviteit nam met 1,4 procent toe, wat meer dan gemiddeld is dan in het eurogebied. “Maar om de vergrijzingskosten te betalen moeten we die productiviteitswinst jaarlijks behalen in plaats van over een gehele regeerperiode”, zegt Gert Peersman.
Grafiek 3. Werkgelegenheid: minder goed dan het lijkt
De werkgelegenheidsgraad nam toe in België, maar minder snel dan gemiddeld in het eurogebied. België creëerde relatief veel jobs, maar de beroepsbevolking steeg hier sneller.
Grafiek 4. Werkgelegenheid: Inhaaloperatie blijft uit
De relatief zwakke stijging van de werkgelegenheidsgraad is een povere prestatie, omdat België niet slaagde in een inhaaloperatie. Het is nochtans gemakkelijker de werkgelegenheidsgraad te verhogen vertrekkend van een lager niveau.
Grafiek 5. Concurrentiekracht: zorgwekkende verslechtering
Onze concurrentiekracht kreeg een klap. De loonkosten per eenheid product stegen gevoelig sneller dan het gemiddelde in het eurogebied. Dat impliceert dat er de volgende jaren amper ruimte is voor reële loonstijgingen. “De exportbedrijven beschermden hun competitiviteit door de hogere loonkosten minder door te rekenen in hun prijzen. Dat is slecht nieuws voor hun winstmarges en goed nieuws voor de buitenlandse consument”, zegt Gert Peersman.
Grafiek 6. Inflatie: hoger dan in de buurlanden
De inflatie lag in België hoger dan gemiddeld in het eurogebied. Deze hogere inflatie is niet het gevolg van hogere energieprijzen in België, maar is te wijten aan de automatische indexering van de lonen en een hogere inflatie in de arbeidsintensieve dienstensectoren.
Grafiek 7. Inflatie: geen graaiflatie, wel indexinflatie
De prijsstijgingen zijn in België vooral te wijten aan hogere lonen en niet aan hogere bedrijfswinsten. In België is er daarom geen sprake geweest van graaiflatie, waarbij bedrijven hun prijzen verhoogden om meer winst te maken. In België is vooral sprake van indexinflatie, waarbij vooral loonstijgingen de inflatie voedden.
Grafiek 8. Inflatie: oud Belgische zeer
De relatief hoge inflatie is een oud zeer in België. Sinds 1999 stegen de prijzen in België met 11 procentpunt meer dan gemiddeld in het eurogebied. “Als volgende regeringen iets willen doen aan de koopkracht, dan moeten ze eerst dit inflatieprobleem aanpakken”, zegt Gert Peersman.
Grafiek 9. Koopkracht: de mythe doorprikt
Sinds 2019 steeg de koopkracht in België amper meer dan gemiddeld in het eurogebied. “Het is een mythe dat België de koopkracht beter beschermd heeft dan andere landen. Veel landen zonder automatische indexering slagen daar even goed in, onder meer via belastingverlagingen”, zegt Gert Peersman.
Grafiek 10. Overheidsfinanciën: begrotingstekort loopt op
Tussen 2019 en 2023 daalde het structureel begrotingstekort met 1,7 procent, evenveel als gemiddeld in het eurogebied. Met inbegrip van begrotingsjaar 2024 oogt het plaatje minder fraai en loop het begrotingstekort gevoelig meer op dan gemiddeld in het eurogebied.
Grafiek 11. Overheidsfinanciën: de duidelijke beleidskeuze van Vivaldi
Tijdens de regering-De Croo stegen de overheidsuitgaven gevoelig sneller dan gemiddeld in het eurogebied. Ook de inkomsten namen structureel toe, in tegenstelling tot de rest van het eurogebied, waar de verslechtering van het begrotingstekort vooral het gevolg is van belastingverlagingen.
Grafiek 12. Overheidsfinanciën: België heeft als enige driefronten-oorlog
Van alle eurolanden is België het enige land dat zowel een hoog begrotingstekort, een hoge overheidsschuld als een hoge vergrijzingskost heeft. “Dat is niet houdbaar. Onze welvaartsstaat dreigt in elkaar te stuiken”, zegt Gert Peersman.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier