De speeltijd is voorbij: ‘België moet nu inzetten op artificiële intelligentie’

Volgens Trends-redacteur Stijn Fockedey moet ons land moet nu inzetten op artificiële intelligentie. ‘De rest van de wereld wacht niet op ons’, luidt het.

De beste speler ter wereld in het complexe Aziatische bordspel Go bijt in het zand tegen de software van Alphabet, de holding boven Google. Artificiële intelligentie (AI) is meer dan spielerei voor ‘s werelds grootste techbedrijven. Zij hebben begrepen dat AI de stoommachine van de 21ste eeuw wordt, zeker in combinatie met robotica en internet. In elke sector, of het nu handenarbeid of bureauwerk is, maakt zelflerende software enorme automatiseringsprocessen mogelijk.

Zo’n productiviteitsgroei kan de Belgische economie van het faillissement redden en de vergrijzing betaalbaar maken. De doorbraak van AI zal onvermijdelijk schadelijke neveneffecten hebben en veel mensen hun baan kosten. Maar de voordelen kunnen op lange termijn ruimschoots het nadeel van een tijdelijk verstoorde arbeidsmarkt compenseren. Alleen doet de elite van ons land veel te weinig om de collectieve welvaart veilig te stellen. Om de zoveel tijd trekt een delegatie van politici en bedrijfsleiders op bedevaart naar Silicon Valley. Ze komen terug met mooie selfies en verhaaltjes over hoe goed de sfeer was en hoe ambitieus de mensen er zijn. Zodra ze weer thuis zijn verdampt het gevoel van urgentie bijna volledig.

Het succes van Silicon Valley is geen onverklaarbaar mirakel. Innovatieclusters ontstaan omdat de overheid en de privésector gecoördineerd investeren in mensen en infrastructuur. Die strategie bezorgde België in de 19de eeuw een industrieel Silicon Valley rond staal, chemie en textiel. Ook toen waren er grote politieke en sociale conflicten. We moeten dus stoppen met te mekkeren over hoe in België niks meer mogelijk is door maatschappelijke spanningen. Ons land moet nu inzetten op artificiële intelligentie. De rest van de wereld wacht niet op ons.