De oplossing voor het stikstofdebacle volgens professor Aube Wirtgen: ‘We moeten nu verder gaan dan wat is afgesproken’

Alain Mouton

De Raad van State heeft een waslijst van bedenkingen geformuleerd bij het voorstel van stikstofdecreet dat N-VA en Open Vld hebben ingediend. Politici en de werkgeversorganisatie Voka vrezen voor een vergunningenstop als een duidelijk wetgevend kader uitblijft. Aube Wirtgen, specialist omgevingsrecht, waarschuwt voor haastwerk bij het opstellen van een nieuw decreet.

De Vlaamse regering kreeg vorige week een vernietigend advies van de Raad van State over het voorstel van stikstofdecreet op haar bord. Het voorstel, dat N-VA en Open Vld zonder cd&v hebben ingediend in het Vlaams Parlement, omvat onder andere stikstofregels die onvoldoende uitgewerkt zijn. Het instrument van de impactscore is bijvoorbeeld onvoldoende transparant. Die score drukt de impact van een bedrijf op de natuur uit en is bepalend voor de toekenning van een vergunning. Het decreet zou ook in strijd zijn met de Europese Habitat-richtlijn, die bepaalt hoe de lidstaten de stikstofdepositie onder controle kunnen houden. Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen, roept de Vlaamse regering op om door te zetten met het stikstofdecreet, op voorwaarde dat de noodzakelijke aanpassingen gebeuren. Een aantal partijen ziet dat wel zitten, om te vermijden dat geen enkel project in Vlaanderen nog een vergunning kan krijgen.

Ik vrees dat door de fixatie op het Ineos-dossier, de discussie over de essentiële aspecten wordt afgeblokt.

“Dat houdt een groot risico in”, waarschuwt Aube Wirtgen, professor omgevingsrecht aan de VUB. “Het staat in de sterren geschreven dat zo’n decreet, in welke vorm dan ook, zal worden aangevochten bij het Grondwettelijk Hof. In de praktijk zien we ook dat het Grondwettelijk Hof meestal de adviezen van de Raad van State volgt, wat logisch is.”

“Het hangt er natuurlijk van af welke amendementen worden doorgevoerd. Vanuit een bepaalde politieke hoek wordt de indruk gewekt dat het allemaal op te lossen valt met wat meer motiveren hier en toelichten daar. Als men zich daartoe beperkt, vrees ik dat we afstevenen op een vernietiging door het Grondwettelijk Hof. De kritiek van de afdeling wetgeving van de Raad van State is fundamenteel: het gaat om de bouwstenen van de stikstofreglementering. Doorduwen en het erop wagen is riskant. Zelfs als dat decreet er nu komt, zal het niet veel rechtszekerheid brengen.”

Geldt hetzelfde voor een vergunning voor de ethaankraker van Ineos? Sommige politici redeneren dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen die vergunning weliswaar binnen een jaar of twee vernietigt, maar dat ondertussen de werken al zover zijn gevorderd dat er geen we terug is. Een cynische race tegen de tijd?

WIRTGEN. “Sommigen denken inderdaad dat het zo wel op te lossen valt, met een politiek van de voldongen feiten. Het idee is de vergunning te verlenen in het besef dat die aangevochten wordt. Een beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen schorst zo’n vergunning ook niet op. Dus zolang het beroep loopt, is het perfect legitiem om de bouwwerken voort te zetten. Het risico zit altijd bij de bouwheer. Bij een vernietiging van de vergunning zit die met een niet-vergunde constructie, maar die moet niet onmiddellijk worden afgebroken. Een omwonende kan dat via de burgerlijke rechtbank vorderen, maar dat zijn hypothetische scenario’s.”

De focus ligt nu sterk op de Ineos-case. Bemoeilijkt dat het debat niet? De politici willen dat zo snel mogelijk afhandelen, maar gaat het niet om een breder probleem, namelijk de verzoening van industrie, landbouw en natuur?

WIRTGEN. “Dat klopt. Er is natuurlijk de tijdsdruk van de verkiezingen. En ik begrijp dat Ineos een symbooldossier is waarvan het belang erkend moet worden. Ik zou het enorm betreuren dat zo’n project hier niet meer mogelijk is. Maar het stikstofprobleem is veel breder dan dat van de haven van Antwerpen alleen. De discussie sleept ook al heel lang aan. Ik vrees dat door de fixatie op dat ene dossier, de discussie over de essentiële aspecten wordt afgeblokt.”

Zoals?

WIRTGEN. “Er is een bredere visie nodig over hoe we natuur, landbouw en economie verzoenen. Er zijn al keuzes gemaakt, bijvoorbeeld de afbouw van de varkensstapel met 30 procent. Maar misschien moeten we daarin nog radicalere keuzes durven te maken en voor een transitie naar een ander soort landbouw kiezen. Dat debat hebben we de afgelopen maanden niet gehoord.”

In welke mate is het realistisch te wachten tot het stikstofbad verder is leeggelopen, en dan pas een kader uit te tekenen dat vergunningen mogelijk maakt?

WIRTGEN. “Dat is een moeilijke vraag. Uit het advies van de Raad van State blijkt dat het stikstofbad moet leeglopen, niet alleen voor het toekennen van vergunningen maar ook voor onze gezondheid.

“De meest voorzichtige lezing is inderdaad: we leggen alles een paar jaar stil en we laten het bad leeglopen om daarna te herbeginnen. Maar zo werkt de economie niet. Ik blijf het zeggen: we moeten nu werk maken van een sterke stikstofreductie, en verder gaan dan wat is afgesproken. Daarmee geef je een signaal: we voeren na één jaar metingen uit om zo een zekere clementie te kopen bij de rechters die oordelen over vergunningen.”

Hoe komt het dat dit dossier zo’n acuut probleem is in uitgerekend Vlaanderen en Nederland? De Europese regelgeving geldt toch overal?

WIRTGEN. “Dat heeft alles te maken met de bevolkingsdichtheid. Typisch aan Vlaanderen is ook de sterke versnippering van de natuurgebieden. Vergunningen zijn op zich geen probleem, maar wel die in de buurt van beschermde natuurgebieden. En die vind je bij ons zowat overal, zodat al snel een conflict ontstaat tussen een economische activiteit en de beschermde natuur. Bovendien is onze landbouw sterk gericht op vee en mestverwerkingsbedrijven. De uitstoot van ammoniak is daar een groot probleem. De stikstofuitstoot door de industrie en de mobiliteit is sterk gedaald. Maar de uitstoot van ammoniak stagneert.

“Nederland en België leveren een grote bijdrage aan de uitstoot van ammoniak door hun grote veestapel. In België en Nederland stelt zich het probleem in het hele land, in andere Europese landen, zoals Duitsland, maar in een klein stukje.”

Het onderscheid tussen landbouw en industrie in de regelgeving en de normen is dus logisch?

WIRTGEN. “Ja, omdat het ongelijke situaties zijn. Juridisch mag je een verschillende behandeling invoeren op basis van objectieve gegevens, en die zijn er in dit geval. Ammoniak heeft een veel slechter effect op de natuur dan stikstofoxiden. Dat is voldoende gebleken uit wetenschappelijk onderzoek. Dat kan dus verantwoorden waarom de uitstoot van ammoniak, die voornamelijk gebeurt door de landbouw, strenger aangepakt wordt dan de uitstoot van stikstofoxiden door de industrie. Al zal je dat onderscheid wel afdoende wetenschappelijk moeten onderbouwen.”

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content