De jacht op sociale fraude is geopend
In 2013 is bijna dubbel zoveel sociale fraude aan het licht gebracht als drie jaar eerder. Met dank aan de extra juridische munitie waarover sociale inspecties nu beschikken.
De sociale inspecties zijn succesvoller dan ooit. Volgens cijfers van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid is in 2013 voor een recordbedrag van 148 miljoen euro aan fraude met sociale bijdragen en uitkeringen vastgesteld, bijna 30 miljoen meer dan in 2012 en bijna een verdubbeling ten opzichte van 2010. Het gros van de fraude (110 miljoen euro) situeert zich in de ontduiking of fraude met sociale bijdragen. Daarnaast is er nog altijd veel fraude met sociale uitkeringen (36 miljoen). De rest heeft betrekking op wat fictieve onderwerpingen worden genoemd, zoals valse C4-documenten om een uitkering te bekomen. In de laatste twee gevallen gaat het vaak om gespecialiseerde fraudecarrousels.
Groter risico
De berekeningen van de Sociale Inspectie leren dat er vorig jaar 30.000 onderzoeken naar sociale fraude zijn uitgevoerd. Dat is niet meer dan het jaar voordien, maar toch is meer fraude ontdekt. Is die toename dan te wijten aan het feit dat er massaal meer fraude wordt gepleegd? Of zijn de sociale inspecties efficiënter?
Advocaten zien een combinatie van oorzaken. “De sociale inspecties werken anders, en vooral veel efficiënter dan pakweg tien jaar geleden”, zegt Bart Adriaens, advocaat bij Claeys en Engels. “Er wordt meer gewerkt via datamining, het koppelen van allerlei databanken. De pakkans is verhoogd. Al zijn er wel regionale verschillen. In Oost- en West-Vlaanderen zijn sociale inspecties actiever dan in Brussel. Daar raken de vacatures niet ingevuld, waardoor er te weinig inspecteurs zijn. En er is natuurlijk de strengere wetgeving. De bedoeling is bedrijven schrik aan te jagen opdat ze niet meer werken met malafide onderaannemers. Ik zie toch dat veel opdrachtgevers voorzichtiger zijn geworden.”
“De pakkans speelt een rol. Als het risico groot is, zal je een hele groep mensen afschrikken”, weet Michael Verhaeghe, advocaat gespecialiseerd in sociale strafzaken bij Tilleman & Van Hoogenbemt. “Er wordt ook veel publiciteit gemaakt over de strijd tegen sociale fraude. De pakkans schrikt meer af dan mogelijke boetes.” Jan Hofkens, advocaat sociaal recht bij Lydian, wijst erop dat “de voorbije jaren heel wat wetgevende initiatieven genomen zijn om sociale fraude tegen te gaan”.
De werven van Crombez
Staatssecretaris voor de Bestrijding van Fraude John Crombez (sp.a) heeft in minder dan twee jaar verschillende maatregelen genomen die de bewegingsruimte beperken voor wie met buitenlandse zelfstandigen of bedrijven met buitenlandse werknemers werkt. Vaak gaat het over Oost-European (ook al duiken vaak Portugezen of Brazilianen op) die voor veel lagere uurlonen dan de Belgen kunnen werken. Als zelfstandige betalen ze veel minder sociale bijdragen aan de Belgische RSZ (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid), of zelfs totaal geen als ze onder de sociale zekerheid uit het thuisland vallen.
Een belangrijke maatregel is de hoofdelijke aansprakelijkheid waarbij een Belgische opdrachtnemer aansprakelijk kan worden gesteld indien zijn buitenlandse onderaannemer aan sociale fraude doet. Daarnaast is de wetgeving op schijnzelfstandigheid in een aantal risicosectoren versterkt. Ook zoeken sociale inspecties meer en meer naar detacheringsfraude waarbij Oost-Europese werknemers via netvennootschappen hier aan de lonen en sociale voorwaarden komen werken.
Het volledige verhaal over de sociale fraude leest u deze week in Trends
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier