De balans: verlammende persoonlijke ambities in de Wetstraat
De voorbije week liepen de spanningen tussen PS-voorzitter Paul Magnette en zijn MR-collega Georges-Louis Bouchez opnieuw hoog op. Hun persoonlijke ambities – electoraal marktleider worden – verlammen de Wetstraat. Premier Alexander De Croo (Open Vld) lijkt niet in staat om voor rust te zorgen. Hij is al bezig met zijn internationale carrière na de Wetstraat 16.
Het opvangen van de vierde coronagolf zal de komende weken opnieuw veel energie vergen van de Vivaldi-regering. En dat komt haar misschien niet slecht uit, want de inkt van het begrotingsakkoord was nog niet droog of de Franstalige kemphanen van de PS en de MR vielen elkaar opnieuw frontaal aan. De voorzitters Paul Magnette en Georges-Louis Bouchez mogen dan wel geen minister zijn, de standpunten die ze innemen wegen op de werking van Vivaldi. De spanningen tussen beiden werken verlammend.
De federale regering zette de deur open naar de activering van langdurig zieken en koppelden daar een aantal voorzichtige sancties aan, maar Magnette sloeg begin deze week met een interview in La Libre Belgique de deur opnieuw dicht. Nog altijd opgejaagd door de radicaal-linkse PTB/PVDA, heeft hij weinig bewegingsvrijheid. De burgemeester van Charleroi weert zich als een duivel in een wijwatervat. De PS moet er alles aan doen om bij de volgende verkiezingen in Wallonië het politiek marktleiderschap te behouden. Magnette weet dat dit zeer moeilijk wordt. In heel Europa hebben de socialistische partijen de wind tegen. Akkoord, in Duitsland levert de SPD straks de bondskanselier, maar de Duitse sociaaldemocraten liggen eerder op een links-liberale lijn. Franstalig België kijkt eerder naar Zuid-Europa en daar is het afgezien van de Spaanse premier Pedro Sanchez armoe troef met de socialisten. In Frankrijk en Italië zijn ze bijna gemarginaliseerd. Een horrorscenario voor Magnette.
MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez voelt dan weer dan de koppositie voor zijn partij in Wallonië voor het grijpen ligt. Na de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht in 1919 zijn de Franstalige liberalen daar slechts één keer in geslaagd: in 2007. Bouchez heeft de hele Franstalige rechterflank voor zich en bedient dat electoraat op een gewiekste manier. Zijn verzet tegen het afschaffen van het fiscaal voordeel voor een tweede verblijf is vooral symbolisch. Het moet aantonen dat de MR van Bouchez de enige rechtse en liberale stem is in de federale regering.
Dat hij meer branie heeft dan zijn collega Paul Magnette, helpt daarbij. De PS-voorzitter ging spreken op het openingscollege van de Gentse politicoloog Carl Devos en meer moet dat voor hem niet zijn. Bouchez wou niet onderdoe,n maar het moest op een meer flamboyante manier gebeuren. En dus ging de overtuigde belgicist in Leuven debatteren met N-VA-kosptuk Peter De Roover en ex-premier Mark Eyskens over het einde van België. In het hol van de leeuw, want hij werd uitgenodigd door de Vlaams-nationalistische studenten van het KVHV. Het leverde hem veel kritiek op van de Franstalige linkerzijde. Bouchez op de koffie bij “nationalisten, conservatieven en extremisten”, dat was onaanvaardbaar. Het kon de Bergenaar niet deren, integendeel. Hij repliceerde dat hij als overtuigd democraat “tenminste met iedereen in debat gaat, wat van links niet kan worden gezegd.”
Gelukkiger in het buitenland
Ondertussen is premier Alexander De Croo (Open Vld) weinig meer dan een waarnemer van de oorlog tussen de MR en de PS. Zijn voorganger Charles Michel (MR) was ten tijde van de Zweedse coalitie actiever in het blussen van de brandjes in de regering, vooral tussen de Vlaamse partijen N-VA en CD&V. Hoopt De Croo dat het zal koelen zonder blazen? Nu de aandacht opnieuw naar de coronapandemie gaat, zullen De Croo en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (PS) meer op de voorgrond treden en kunnen de VIvaldi-partijen zich opnieuw als een hecht team profileren.
Al is er ook iets anders aan de hand. De Belgische eerste minister lijkt zich meer op het gemak te voelen op internationale fora dan in eigen land. Tijdens zijn toespraak voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september zat De Croo duidelijk goed in zijn vel. Pleiten voor internationale mensenrechten, transnationaal beleid en recht, het aanpakken van de klimaatuitdagingen: het is duidelijk zijn ding, het lijkt bijna de bestaansreden van de premier.
Hetzelfde gebeurde toen uittredend bondskanselier Angela Merkel op haar afscheidstournee in Brussel halt hield. Tijdens de ontvangst glorieerde De Croo. Deze week stond hij op de eerste rij om kritiek te uiten op Polen dat het eigen recht boven het EU-recht wil plaatsen. De Belgische premier profileert zich als een trouwe Europeaan en internationalist. Op die manier scoort hij punten voor wanneer er een einde komt aan zijn verblijf in de Wetstraat 16. Het is een publiek geheim dat De Croo internationale ambities heeft. En dat gaat verder dan de volgende Belgische Europees commissaris worden. Een topfunctie in één van de vele aan de Verenigde Naties gelinkte organisaties zou hem beter passen. Denken we maar aan zijn optreden op het Global Citizen Festival in Johannesburg in 2018. Dat was een jaarlijkse benefiet tegen armoede en voor duurzame ontwikkeling en gendergelijkheid.
Om in aanmerking te komen voor zo’n topfunctie moet De Croo wel nog een breder internationaal netwerk uitbouwen. Daar lijkt de eerste minister meer mee bezig dan met het leiden van de federale ploeg.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier