De balans: niet enkel gebrek aan geld maakt regering met PS en N-VA aartsmoeilijk
Dezer dagen wordt nog maar eens een poging ondernomen om een federale regering te vormen met de PS en de N-VA als fundament. Een uiterst moeilijk opdracht, gezien de uiteenlopende sociaal-economische visies van beide partijen en een begrotingstekort van minstens 45 miljard euro. Maar niet enkel gebrek aan geld speelt een rol. In het huidige intellectuele klimaat vindt een deel van de PS dat de N-VA een moreel verwerpelijke partij is.
Sp.a-voorzitter Conner Rousseau en zijn PS-collega Paul Magnette ondernemen een elfendertigste poging om een volwaardige federale regering op de been te brengen, met de grootste twee partijen aan beide kanten van de taalgrens als centrale as. De budgettaire en sociaal-economische klap van de coronacrisis moet de onverzoenbare PS en N-VA bij elkaar krijgen. De uitdagingen zijn gigantisch. We stevenen af op een begrotingstekort van 10 procent van het bruto binnenlands product (bbp) of 45 tot misschien zelfs 50 miljard euro. Volgens de recentste cijfers van de Nationale Bank stijgen de primaire overheidsuitgaven (zonder de rentelasten) van 50 procent van het bbp in 2019 naar 58,9 procent dit jaar. Tel daar de 2 procent van het bbp intrestbetalingen op de staatsschuld bij en we komen uit aan totale overheidsuitgaven in de grootteorde van 61 procent van het bbp of 275 miljard euro. Dat is hallucinant.
De vraag is of er dan nog ruimte is voor een PS-relanceplan van 37 miljard euro. Vorige week publiceerde Le Soir cijfers uit dat plan van de PS-voorzitter. Daaruit bleek dat een belangrijk deel van die 37 miljard euro bestond uit maatregelen die momenteel genomen worden om de coronacrisis te counteren. Maar zelfs als we die bedragen aftrekken, komen we nog altijd uit op 4 tot 5 miljard euro maatregelen die vooral uit directe steun voor consumptie bestaan.
Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank, maakte deze week duidelijk dat daar geen geld voor is. Maar de PS blijft bij haar standpunt om het economische herstel via binnenlandse consumptie aan te zwengelen. De N-VA legt dan weer de nadruk op een goed werkende arbeidsmarkt met enkele flexibiliseringsmaatregelen. Daarnaast wijzen ze op de noodzaak van het behoud van de Belgische positie op de exportmarkten.
Die twee uiteenlopende visies konden in het verleden worden verzoend, toen er wel geld op overschot was. Denk maar aan de paarse en paars-groene regeringen aan het begin van deze eeuw. Toen konden zowel sociale als fiscale cadeaus worden uitgedeeld. Al was dat op lange termijn negatief voor de overheidsfinanciën, we betalen er nu nog altijd een prijs voor.
Daar zijn de regionalisten weer
De PS en de N-VA zouden elkaar kunnen vinden in een akkoord dat productieve investeringen als een prioriteit beschouwt. Verschillende economen, Gert Peersman (UGent) voorop, zien dat als een belangrijke uitweg uit de crisis. Alleen zijn overheidsinvesteringen vooral een bevoegdheid van de regionale en lokale overheden. Zij hoeven niet te wachten om de hand aan de ploeg te slaan. Het probleem is hier dat lopende uitgaven als snel als investeringen worden verpakt.
Anderzijds: als de Vlaams-nationalisten en Franstalige socialisten ergens op dezelfde lijn zitten, dan is het wanneer de rol van de deelstaten ter sprake komt. Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) en zijn Waalse tegenhanger Elio Di Rupo (PS) kunnen het goed met elkaar vinden.
Toen het partijbureau van de Parti Socialiste zich vorige week boog over een mogelijke regeringsvorming met de N-VA viel op dat vooral een aantal Waalse ministers voorstander waren om de onderhandelingen te starten. Naast Elio Di Rupo, die al langer een pragmatische houding aanneemt, waren dat onder andere Waals minister van Binnenlandse Zaken Pierre-Yves Dermagne en de Franstalige minister van Begroting Frédéric Daerden. Zij zien er geen graten in dat een regering met de N-VA op termijn leidt tot een nieuwe staatshervorming. Regionalistische PS’ers zijn altijd vragende partij voor extra bevoegdheden. En de armlastige Franse Gemeenschap zat voor de coronacrisis al in financiële problemen. Misschien kan een nieuwe staatshervorming de zoveelste bail-out zijn waarbij geld voor het Franstalige onderwijs wordt geruild met extra bevoegdheden. Ondertussen staat met Thierry Bodson ook een Waalse regionalist aan het hoofd van de socialistische vakbond ABVV/FGTB.
De N-VA als Vlaams Belang light
De PS lijkt een voorzichtige bocht te nemen richting de N-VA, maar een paars-gele coalitie is niet voor direct. In Vlaanderen wordt het vaak vergeten dat vooral de Brusselse PS dwars blijft liggen. Er gaat geen dag voorbij of PS-fractieleider in de Kamer en Brussels PS-voorzitter Ahmed Laaouej fulmineert op sociale media tegen de N-VA. Tijdens de PS-partijbureaus blijft hij zijn njet ten opzichte van de Vlaams-nationalisten herhalen. Niet zozeer wegens de sociaal-economische kloof tussen de twee partijen. Voor Laaouej en de Brusselse PS gaat het om een morele discussie: de N-VA is een Vlaams Belang light.
Het feit dat N-VA-voorzitter Bart De Wever vorige zomer wekenlang gesprekken voerde met de partij van Tom Van Grieken voor de vorming van een Vlaamse regering ligt veel PS’ers nog zwaar op de maag. Theo Francken roept bij veel PS’ers een bijna fysieke aversie op. Het huidige intellectuele klimaat versterkt dat nog. Ondanks het feit dat de N-VA verschillende verkozenen van allochtone origine in haar rangen telt, vindt de Brusselse PS dat de partij zich in het huidige racismedebat veel te terughoudend opstelt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier