Met zijn pleidooi om een indexsprong toe te passen joeg eerste minister Bart De Wever (N-VA) zijn coalitiepartners in de gordijnen. Het voorstel dient voorlopig vooral een politiek doel: het is een reactie op de vele belastingvoorstellen van de andere partijen. Maar zonder echte besparingen komt de indexsprong er tussen nu en 2029 sowieso.
Even terug in de tijd, naar eind januari van dit jaar. Tijdens de finale fase van de federale regeringsonderhandelingen gooide formateur Bart De Wever een voorstel op tafel om het systeem van de automatische loonindexering te hervormen. Onder andere de werkgeversorganisaties drongen daarop aan. Er zouden mechanismen worden ingevoerd waarbij de lonen in tijden van hoge inflatie – bijvoorbeeld bij een energieschok – wat minder snel zouden stijgen.
Vooruit-voorzitter Conner Rousseau stond toen direct op de rem. De grote hervorming van het indexeringssysteem kwam er niet en de Vlaamse socialisten hadden een trofee: aan de koopkracht werd niet geraakt. Voor de N-VA was het geen probleem om dat voorstel te laten vallen. Wel bereikten de partijen een akkoord over een iets latere aanpassing van de pensioenen en uitkeringen aan de levensduurte. Tot voor kort gebeurde dat één maand nadat de spilindex is overschreden. Met het paasakkoord wordt die indexering pas na drie maanden toegekend. Dat het principe van de automatische loonindexering behouden blijft, maakte het voor Vooruit een stuk gemakkelijker om de achterban de pensioen- en arbeidsmarkthervormingen te doen aanvaarden.
Miljonairstaks brengt weinig op
Dreigen met een hervorming of een aanpassing van het indexsysteem om daarna toch niets mee te doen: het is een beproefd politiek drukkingsmiddel tijdens onderhandelingen. Premier De Wever paste die deze week nog eens toe. Toen hij de indexsprong bepleitte, was dat een antwoord op de voorstellen voor hogere en nieuwe belastingen die Vooruit en cd&v in een beurtrol lanceerden. De ene keer ging het om een aanval op de managementvennootschappen, de andere keer was er sprake van de invoering van een miljonairstaks.
Dat zijn voorstellen met een hoog populistisch gehalte. In zijn Trends-column berekende econoom Peter De Keyzer dat zo’n miljonairstaks hooguit 300 miljoen euro oplevert. Dat is een peulschil ten opzichte van het begrotingstekort, dat dit jaar wellicht oploopt tot 37,3 miljard euro.
Die belastingvoorstellen zullen in de finale fase van de begrotingsonderhandelingen dan ook sneuvelen, net als de indexsprong. Ook al is die laatstgenoemde maatregel naar Belgische normen een ingrijpende besparing. De lonen één keer niet aanpassen aan de gestegen levensduurte is niet enkel een maatregel die de concurrentiekracht van de ondernemingen versterkt. De overheid moet de lonen en uitkeringen die ze zelf betaalt niet optrekken. Werkingsbudgetten van de administraties nemen minder snel toe dan voorzien. Het is bekend: uitgaven minder snel doen stijgen is in België al een succes.
Naar een indexsprong voor hoge lonen?
Alleen: als verschillende partijen er volgende week mee uitpakken dat de index onaangeroerd blijft, dan rekenen ze zich het best niet te snel rijk. De Belgische economische geschiedenis leert dat uitstel geen afstel is. Om de Europese regels rond de uitgavennorm te respecteren moet tegen 2029 8,2 miljard euro en tegen 2030 10 miljard euro worden gevonden. Indien de komende jaren duidelijk wordt dat België die doelstellingen niet haalt, zal de druk toenemen om ingrijpende maatregelen te nemen. Een indexsprong is er één van – een zuivere indexsprong of bijvoorbeeld een indexering die beperkt blijft tot de lagere lonen. Al zal dat thema altijd voor politieke spanningen zorgen. Een niet-indexering van de hogere lonen ligt bijvoorbeeld ook gevoelig, want bij zo’n aanpassing van het brutoloon gaat een groot deel van de extra’s naar sociale bijdragen. Een indexering die beperkt blijft tot de lagere inkomens mag dan wel herverdelend zijn, het is slecht nieuws voor de al armlastige sociale zekerheid.
Gezondheidsindex was een links idee
Maar als de federale regering het mes op de keel heeft, gebeuren die ingrepen toch. Toen er in de jaren tachtig zwaar moest worden gesaneerd, volgden de indexsprongen elkaar op. De regering-Michel greep er in 2015 naar, toen de concurrentiekracht zwaar onder druk kwam.
Ook hervormingen als de invoering van de gezondheidsindex in 1996 kwamen neer op een later dan geplande aanpassing van de lonen aan de levensduurte. Bij de gezondheidsindex worden de prijsevolutie van een aantal producten zoals alcoholische dranken, tabakswaren en brandstoffen niet meegerekend. Die gezondheidsindex was een onderdeel van de maatregelen van de regering-Dehaene, die ervoor moesten zorgen dat België deel kon uitmaken van de Europese Muntunie. Zo’n hervorming is haalbaar, zelfs met linkse partijen aan boord. De gezondheidsindex kwam uit de koker van Michel Jadot, jarenlang topambtenaar met een PS-etiket.