De balans: hoe de vakbonden hun hand overspelen

Vakbondsleden tijdens een actiedag van de socialistische vakbond FGTB-ABVV op vrijdag 12 februari 2021 n.a.v. de lopende onderhandelingen over het nieuwe interprofessioneel akkoord tussen werkgevers en vakbonden. © belga
Alain Mouton

De vakbonden willen met een actiedag op 29 maart druk zetten op de regering-De Croo om de loonwet te versoepelen en de komende twee jaar een hogere reële loonstijging toe te kennen. Maar de Vivaldi-coalitie gaat niet overstag. De regeringspartij PS heeft wel oren naar de syndicale eisen, maar wil later in andere dossiers grotere trofeeën binnenhalen.

“Hoe gaat men het land platleggen nu het land al plat ligt? Teams of Zoom hacken? Thuiswerkers tegenhouden? De lijnen naar de Google-datacenters blokkeren?” tweette de econoom Geert Noels, toen bekend raakte dat de vakbonden op 29 maart staken voor hogere lonen. Het was op de sociale media niet de enige schampere opmerking over de vakbonden.

Uiteraard zal de actiedag zich laten voelen. In meer dan de helft van de bedrijven is telewerk niet mogelijk. Tijdens vroegere stakingen lagen vooral de industriebedrijven plat, omdat het daar gewoon gemakkelijker is om de productie te verstoren of stil te leggen.

Het ACV en het ABVV – de liberale vakbond ACLVB verkiest gerichte sensibiliseringsacties – zien de staking als een laatste poging om de regering te overtuigen voor 2021-2022 een soepelere loonnorm op te leggen.

Een rapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) stelt een reële loonstijging van 0,4 procent voor, boven op de verwachte indexering van 2,8 procent. De vakbonden vinden dat te weinig, terwijl de werkgevers bang zijn dat te sterke loonstijgingen voor veel door corona geteisterde bedrijven het nekschot betekenen. In de interprofessionele Groep van Tien is geen akkoord bereikt. Het is nu aan de regering om te beslissen.

Minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) wil nog wat tijd kopen en roept op tot sociaal overleg, maar de kans dat de sociale partners nog een akkoord kunnen sluiten, is onbestaande.

One-shotmaatregelen via bonussen?

De regering zal dus de knoop moeten doorhakken. De voorbije weken raakten de vakbonden ervan overtuigd dat ze hun slag thuis konden halen. Ze willen dat de regering een indicatieve loonnorm toelaat, waarbij in sectoren die weinig of niet geleden hebben onder de crisis een loonsverhoging van meer dan 0,4 procent mogelijk is.

Maar die deur is definitief dicht. Zelfs een actiedag met stakingen krijgt ze niet meer open. Het lijkt erop dat de vakbonden hun hand hebben overspeeld. Begin deze week verklaarde minister van Werk Dermagne in de Kamercommissie Sociale Zaken dat hij een brief had geschreven aan de sociale partners, waarin hij stelt dat er ruimte is voor ‘eenmalige maatregelen, of one-shotmaatregelen’ voor bedrijven en sectoren die het tijdens de coronapandemie wel goed hebben gedaan.

Dat is dus geen indicatieve loonnorm of algemene reële loonsverhoging, zoals de vakbonden wensen. Die one shots zouden wellicht bestaan uit winstdeelnames, collectieve bonussen of misschien consumptiecheques, en beperkt blijven tot sectoren die de coronacrisis goed hebben doorstaan. Daarover hebben de werkgevers de voorbije weken tijdens het sociaal overleg voorstellen op tafel gelegd. Het valt op dat de PS-minister met zijn brief de lijn van de werkgevers volgt.

Focus op pensioenen en fiscale hervorming

Eigenlijk is de loonnormdiscussie de PS geen regeringscrisis waard. De Franstalige socialisten sparen hun ideologische munitie voor andere dossiers, zoals het plan voor de hervorming van de pensioenen, dat minister Karin Lalieux (PS) in september moet voorstellen. Of de fiscale hervorming die minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) voorbereidt. Ook het stelsel van de werkloosheidsverzekering ligt de PS na aan het hart.

In die beleidsdomeinen heeft de PS rode lijnen die de partij niet overschreden wil zien. Het is bekend dat de liberalen bij een pensioenhervorming denken aan het beperken van de gelijkgestelde periodes. Dat zijn periodes waarin men niet werkt wegens ziekte of werkloosheid, maar die wel worden meegeteld bij de berekening van het pensioen en de gepresteerde loopbaanjaren. De PS wil daar niet weten van een verstrenging.

Wat de fiscale hervorming betreft, blijft de partij van Paul Magnette voor het zwaarder belasten van vermogens en vermogenswinsten. De effectentaks is nog maar een begin. Ook daar wordt een clash met de liberalen verwacht. En in de werkloosheidsverzekering verkiest men een status quo. Door de coronacrisis is de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen on hold gezet. De PS is niet gehaast om die opnieuw te activeren.

Met de hete adem van de neocommunisten van de PTB/PVDA in de nek, menen de Franstalige socialisten dat het beter is om naar de achterban te stappen met een grote trofee rond fiscaliteit, pensioenen en werkloosheid dan met een iets hogere reële loonstijging.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content