De balans: het communautaire dynamiet onder de regering ligt klaar
De Vlaamse regering wil langdurig tijdelijk werklozen intensiever begeleiden en opleiden, maar het enthousiasme daarvoor is bij de federale regering en vooral de PS beperkt. Ondertussen groeit de bezorgdheid over het stijgende aantal langdurig zieken dat vooral in Wallonië te grote proporties aanneemt. En aan Franstalige kant wordt kribbig gereageerd op het CD&V-voorstel voor een nieuwe staatshervorming volgens het principe 2+2. Het is een kwestie van tijd vooraleer deze thema’s voor noord-zuidspanningen zorgen in de regering-De Croo.
“Tijdelijke werkloosheid is het ideale moment om opleidingen te volgen of tijdelijk een andere job uit te doen en zo de vaardigheden aan te scherpen”, zegt Vlaams minister van Werk Hilde Crevits (CD&V). Daarom is de Vlaamse regering voorstander van een intensief opleidingstraject voor tijdelijk werklozen die langer dan drie maanden niet aan de slag zijn. Crevits denkt vooral aan mensen in de horeca, toerisme en evenementensector die door corona wellicht nog weken of zelfs maanden niet kunnen werken. Voor velen onder hen dreigt straks een ontslag. Waarom geen werk maken van een heroriënteringstraject via de VDAB?
Om een opleiding te volgen bij de VDAB moeten de tijdelijk werklozen zich wel inschrijven bij de arbeidsbemiddelingsdienst. En dat is niet verplicht. Dat kan enkel veranderen indien de federale minister van Werk, Pierre-Yves Dermagne (PS), daarvoor het licht op groen zet. Tijdelijke werkloosheid is een federale materie. Nu mag Dermagne wel tot een nieuwe generatie PS’ers behoren, een intensieve activering van (tijdelijk) werklozen is voor hem geen prioriteit. De Vlaamse regering zit hier dus wat geklemd. Dat kan tot communautaire spanningen leiden. Zeker als Open Vld en CD&V in de federale regering de druk opvoeren.
Langdurig zieken
Een ander arbeidsmarktdossier bevat eveneens communautair dynamiet. Het aantal langdurig zieken blijft stijgen en de kaap van de 500.000 is in zicht. Dat baart de Wetstraat zorgen, want de langdurige arbeidsongeschiktheid legt een zwaar beslag op de sociale zekerheid: de uitgaven voor ziekte-uitkeringen bedroegen in 2019 9,1 miljard euro, die voor werkloosheid lagen met 6,5 miljard euro een stuk lager.
Het legioen langdurige zieken is een Belgisch probleem, maar recente cijfers van het Planbureau tonen aan dat de situatie veel ernstiger is in Wallonië dan in de andere gewesten. In 2005 waren de regionale verschillen in langdurige arbeidsongeschiktheid beperkt. 6 procent van de Vlamingen op arbeidsleeftijd zat toen in dat stelsel, tegenover 8 procent in Brussel en Wallonië. Anno 2020 zijn in Vlaanderen en Brussel respectievelijk 8 en 10 procent van de werkenden langdurig ziek. In Wallonië is dat al meer dan 15 procent.
Een actieplan om die mensen te laten doorstromen naar de arbeidsmarkt is nodig. Dat is zeer moeilijk, want slechts 3 procent is na een jaar opnieuw aan het werk. Nochtans zit hier een arbeidspotentieel dat zeker niet verloren is.
Arbeidsmarkthervormingen met aandacht voor de inactieven zijn broodnodig, zeggen de arbeidseconomen al jaren. Maar het regeerakkoord is daarover zeer vaag. De regering-De Croo wil de meeste dossiers doorschuiven naar de sociale partners en onder andere via werkgelegenheidsconferenties hervormingen doorvoeren. De geschiedenis leert dat zulke conferenties praatbarakken zijn. De vaagheid van dat regeerakkoord komt de Franstalige partijen en zeker de PS goed uit. Het lijkt erop dat de regering als enige opdracht heeft wat op de winkel te letten en niet te veel hervormingen door te voeren.
Nochtans is een ander arbeidsmarktbeleid nodig. Niet alleen door het groeiende aantal langdurig zieken. Ook om te vermijden dat de nog altijd grote kloof in werkzaamheidsgraad tussen Vlaanderen (75%) en Wallonië (64%) verder uitdiept. Het risico bestaat dat de verschillen tussen de regio’s nog zullen toenemen.
Cijfers van de KBC-studiedienst leren dat het omzetverlies van de Vlaamse bedrijven voorafgaand aan de tweede coronagolf van eind 2020 tijdelijk plots veel kleiner werd dan dat van Waalse en Brusselse. “Dat lijkt erop te wijzen dat het krachtige opveren van het Belgische reële bbp in het derde kwartaal, na de forse krimp in de eerste jaarhelft, vooral aan Vlaanderen was toe te schrijven”, stelt KBC-econoom Johan Van Gompel. Vroegere crisissen hebben aangetoond dat de meer op export gerichte Vlaamse economie zwaarder te lijden heeft onder een recessie dan de Waalse, maar daarna sneller opveert. Met als gevolg opnieuw een grotere welvaarts- en werkgelegenheidskloof tussen Vlaanderen en Wallonië.
Staatshervorming gaat altijd over geld
Het volgende communautaire bommetje werd door minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) gedropt tijdens een gastcollege aan de Universiteit Gent. Ze pleitte voor een ‘2+2 staatshervorming’, met Vlaanderen en Wallonië als belangrijkste entiteiten en Brussel en de Duitstalige Gemeenschap als een soort subregio’s. Dat leidde direct tot negatieve reacties aan Franstalige kant, zeker in Brussel. De CD&V-plannen zouden een heimelijke manier zijn om het Brussels Gewest onder een soort Vlaams-Waalse curatele te plaatsen. Opvallend is dat ook federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne, nochtans een Waals regionalist, gepikeerd reageerde: “Een slechte start,” noemde hij het voorstel. De Franstalige partijen blijven een voorstander van een België met vier volwaardige gewesten (Vlaanderen, Wallonië, Brussel en Ostbelgien)
Nu kan je je de vraag stellen waarom er nu gepraat moet worden over een staatshervorming die pas na 2024 vaste vorm krijgt. Dit debat lijkt veel weg hebben van een discussie over het geslacht der engelen, maar dat is het niet.
Ten eerste zitten de regering en het parlement in de fase dat ze nu al de artikels in de grondwet moeten aanduiden die voor herziening vatbaar worden verklaard. Dat kan nog voor heel wat spanningen zorgen in de Vivaldi-regering. Willen de Vlamingen straks het mythische artikel 35 van de Grondwet activeren, dat zegt dat de federale overheid slechts bevoegd is voor de aangelegenheden die de grondwet haar uitdrukkelijk toekent en dat alle andere bevoegdheden de gemeenschappen en gewesten toekomen? Dat artikel geldt volgens experts als “de laatste Belgische oplossing”. Het is dat of op termijn confederalisme of zelfs separatisme.
Ten tweede: een nieuwe staatshervorming is nodig omdat ze over geld gaat. In de huidige financieringswet, die een deel van de geldstromen tussen de deelstaten regelt, zitten solidariteitsmechanismen die de komende jaren stilaan worden afgebouwd. Vooral in Wallonië wordt men daar nerveus van. De PS denkt nu al aan een zoveelste staatshervorming waarbij extra bevoegdheden voor Vlaanderen worden betaald met extra manna voor Wallonië. Brussel vreest dan opnieuw het kind van de rekening te worden. Al had het Brussels Gewest in het verleden niet te klagen van de staatshervormingen. Die van 2011 was een ongegeneerde bail-out van het armlastige Brussel. In 2024 zal het wellicht Wallonië zijn dat nog even met de collectebus langskomt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier