Op federaal niveau moeten de komende weken en maanden verschillende topfuncties en bestuursmandaten in overheidsinstellingen en staatsbedrijven ingevuld geraken. De manier waarop de partijen de zitjes verdelen is een weinig verheffend spektakel. Dat gesjacher is oude politieke cultuur. Het is zeer de vraag of nog iemand aandacht heeft voor de competenties van de toekomstige voorzitter van de NMBS, De Nationale Loterij of Proximus.
Proximus, bpost, de NMBS, Infrabel, de luchtverkeersleider skeyes, de beurswaakhond FSMA, de Federale Participatiemaatschappij, de Nationale Loterij, Bozar en ga zo maar door. In al die overheidsbedrijven en staatsinstellingen lopen bestuursmandaten af. De politieke partijen wijzen de personen aan die er de komende jaren bestuurder mogen zijn.
Dat leidt nu al tot een niet bedenkelijk schouwspel. Het aantal bestuursmandaten dat een partij mag invullen, hangt af van het recentste verkiezingsresultaat en wordt dus bepaald door het aantal zetels in de federale Kamer. Vorige week was er al discussie tussen de federale regeringspartijen PS en Ecolo over de vraag of de zetel van federaal Kamerlid Emir Kir mag worden meegeteld. Kir werd verkozen voor de PS, maar is uit de partij gezet wegens contacten met de Turkse extreemrechtse beweging Grijze Wolven. Daardoor telt de PS geen twintig maar negentien Kamerleden. Dat betekent dat de partij tien bestuursmandaten minder dan voorzien mag invullen. De vrijgekomen postjes gaan naar Ecolo-kandidaten. Op die manier heeft de federale benoemingscarrousel veel weg van een koehandel.
Reddingsboei
Blijkbaar is het aantal te begeven postjes belangrijker dan de inhoud. Om nog maar te zwijgen over de kwaliteit van de kandidaten. In het beste geval gaat het om voormalige kabinetsmedewerkers die de partijen willen belonen voor hun jarenlange onverdroten inzet. Maar een echt assessment van de competenties van de kandidaat komt er niet.
Van een topmedewerker van een politicus valt weliswaar te verwachten dat hij of zij over de vereiste technische expertise beschikt. Anders is het wanneer politici die fin de carrière zijn of bij de vorige verkiezingen naast een zetel grepen, de reddingsboei van een bestuursmandaat krijgen toegegooid. Daar is al helemaal geen sprake van een evaluatie die naam waardig. De federale regeringspartijen doen niet eens de moeite om de indruk te wekken dat ze mensen benoemen op basis van competentie.
Begeerd voorzitterschap
Het wordt des te pijnlijker, als uitgerekend ex-politici of gebuisde politici in aanmerking komen voor de meest begeerde posten: die van bestuurder en vooral voorzitter van zichtbare overheidsbedrijven als de NMBS en Proximus.
Bij Proximus moet de Belgische overheid als meerderheidsaandeelhouder twee bestuurders vervangen. Bij de NMBS gaat men op zoek naar een opvolger voor voorzitter Jean-Claude Fontinoy. Die functies worden toegekend na weinig doorzichtige onderhandelingen tussen toppolitici. Bij Proximus moeten de bestuurders Laurent Levaux (MR) en Karel De Gucht (Open Vld) worden vervangen. Bij de NMBS heeft Fontinoy, zoals bekend, ook een MR-stempel.
De Franstalige liberalen zullen er alles aan doen om die zitjes in eigen handen te houden. De MR is sinds 2014, toen het als enige Franstalige partij in de federale regering stapte, goed bediend geweest en bokst nu eigenlijk boven haar gewicht. Of ze bekwame kandidaten heeft om tal van posten in te vullen, is voor de MR van minder belang. Als nieuwe voorzitter van de NMBS valt steeds meer de naam van ex-minister van Mobiliteit François Bellot. Op dat departement maakte hij niet veel indruk.
Het voorzitterschap van de NMBS voor Bellot zou een cadeau zijn in de traditie van de oude politieke cultuur. Maar ook Ecolo aast op dat voorzitterschap. Dat zal nog tot een partijtje armworstelen leiden in de federale regering. Ecolo, dat zich graag profileert als een moderne partij die ethische principes hoog in het vaandel draagt, verschilt daarin eigenlijk niet van de andere politieke formaties. Macht lijkt de enige drijfveer, niet de competenties en behoorlijk bestuur.