De balans: Belgisch uitstelgedrag wreekt zich
In de federale regering lopen de spanningen tussen de groenen en de liberalen op. De aanleiding is de kernuitstap. Ondertussen tonen nieuwe cijfers aan dat België op het gebied van werkgelegenheid en overheidsfinanciën nog altijd aan de staart van het Europese peloton bengelt, corona of niet. Allemaal het gevolg van het uitstelgedrag dat de beleidsmakers de voorbije jaren aan de dag hebben gelegd.
“Onze kerncentrales staan nu in voor 75 procent van onze CO2-arme energie. Het is absurd ze te vervangen door vervuilende gascentrales.” Dat tweetten Jong Vld, het Liberaal Vlaams Verbond (LVV) en alle afdelingen van het LVSV gisteren. Ze mengen zich in het debat over de kernuitstap, en vinden dat de liberale partijen Open Vld en MR zich te veel door de groene partijen in de hoek laten duwen. Ecolo en Groen kiezen duidelijk voor de weg vooruit en willen zo snel mogelijk van de kerncentrales af. Alleen bepaalt het regeerakkoord dat een definitieve beslissing daarover pas valt in november 2021, na een onderzoek over de prijs en de bevoorradingszekerheid.
Federaal minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) wil sneller gaan en voelt zich gesterkt door de beslissing van Engie Electrabel om nu al te stoppen met investeringen die nodig zijn voor de verlenging van de levensduur van de jongste twee kerncentrales. Al zou de communicatie van Engie ook een manier zijn om de regering onder druk te zetten in dit dossier.
Van der Straeten vindt dat in de overgangsfase naar een totaal groene energiebevoorrading extra gascentrales moeten worden gebouwd, als tijdelijke maar noodzakelijke oplossing. Dat deed meteen de wenkbrauwen fronsen bij de liberale achterban. Die formuleert een reeks kritische bedenkingen. Gascentrales zijn vervuilend. België zal door de kernuitstap dus misschien extra uitstootrechten moeten betalen, wat zal wegen op de nu al wankele begroting. Jong Vld wijst er ook op dat de bouw van gascentrales vaak langer duurt dan geschat.
Het is duidelijk dat de druk op de liberale excellenties in de federale regering wordt opgevoerd. De kernuitstap wordt politiek dynamiet voor de regering-De Croo. Misschien niet direct, maar zeker als we in 2021 met de komst van een vaccin de donkere coronabladzijden hebben omgedraaid. Dan wordt het misschien sneller dan verwacht business as usual in de Wetstraat. En dan wordt duidelijk dat voor aantal heikele problemen geen oplossing bestaat door jarenlang uitstelgedrag. Het is onbegrijpelijk dat het Belgische energiebeleid en het traject richting de kernuitstap zo’n janboel is geworden, terwijl de beslissing hierover al in 2003 werd genomen.
Wie is nog bezorgd om de begroting en de arbeidsmarkt?
Het uitstelgedrag in het energiebeleid wreekt zich nu. En niet alleen daar. Hetzelfde geldt voor de Belgische overheidsfinanciën en de arbeidsmarkt. Met een volgens de Europese Commissie verwacht begrotingstekort van 11,2 procent in 2020 zit België tussen de zuidelijke EU-landen als Spanje, Italië en Frankrijk. De Europese Commissie zal wegens de coronacrisis minder streng toekijken op de begrotingsdiscipline, maar dat zal niet eeuwig blijven duren. Uiterlijk bij de begrotingsopmaak van 2022, over een klein jaar dus, krijgen de kaduke Belgische overheidsfinanciën opnieuw alle aandacht. De precaire toestand van de begroting is niet alleen het gevolg van de coronacrisis, maar ook van al vroeger sterk oplopende uitgaven in de sociale zekerheid en de geldstromen van de federale overheid naar de deelstaten.
De voorbije jaren werd geen begrotingsbeleid die naam waardig gevoerd, ook niet door de centrumrechtse regering-Michel. Ook hier is sprake van uitstelgedrag dat ons straks zuur zal opbreken.
Dat blijkt ten slotte ook uit de recentste Eurostat-cijfers over de werkgelegenheid. Die is in ons met iets minder dan 70 procent van de beroepsbevolking ontstellend laag. België is het op vier na (Spanje, Kroatië, Italië en Griekenland doen slechter) zwakste land van de EU.
Daar zal niet snel verandering in komen. De regering-De Croo mag dan wel de ambitie hebben de werkzaamheidsgraad op te trekken naar 80 procent, in het regeerakkoord staan amper maatregelen die daartoe kunnen bijdragen. Er wordt wel gesproken van een aantal werkgelegenheidsconferenties, maar het verleden heeft aangetoond dat dit weinig meer zijn dan praatbarakken.
De analyses van arbeidsmarkteconomen zijn bekend, maar er is de voorbije jaren weinig mee gedaan. Zij wijzen op de nood aan het activeren van werklozen én inactieven, mensen die zich niet op de arbeidsmarkt aanbieden.
Over die laatste groep bracht François Perl, de directeur-generaal van het Riziv, in de krant La Libre Belgique een pijnlijke boodschap. Hij wijst erop dat er eind juni 459.561 langdurig zieken waren in België, een record. Hij telt er ook nog de zieke ambtenaren, de arbeidsongeschikte werklozen en de slachtoffers van een beroepsziekte bij. Zo komen we uit op een groep van 800.000, of 17 procent van de actieve bevolking.
Dat aantal zal nog toenemen, meent Perl. Onder andere door het optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd naar 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030. Veel mensen tussen 65 en 67 zullen in afwachting van hun pensioen in dat stelsel van inactiviteit terechtkomen. De coronapandemie zal dat proces nog verergeren, omdat nu duidelijk wordt dat patiënten soms na maanden nog de gevolgen van de ziekte voelen. Perl pleit voor een beleid dat de herintegratie van langdurig zieken op de arbeidsmarkt moet vergemakkelijken, en hij breekt een lans voor meer preventie, zoals in Duitsland en de Angelsaksische landen gebeurt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier