Christine Lagarde (ECB): ‘Twijfel niet aan onze vastberadenheid’

ECB-topvrouw Lagarde tijdens een persconferentie op 2 februari 2023 © belga

De Europese Centrale Bank zal de economie afremmen zolang dat nodig is om de inflatie te temmen. De recente ontwikkelingen aan het inflatiefront zetten echter de deur open voor een milder beleid na maart.

De Europese Centrale Bank (ECB) verhoogde donderdag zoals verwacht de depositorente met 50 basispunten tot 2,5 procent. Ze sprak ook de intentie uit om de beleidsrente in maart nog eens met 50 basispunten te verhogen, omdat de onderliggende inflatiedruk nog altijd te hoog is. “We blijven op onze koers”, zei ECB-voorzitter Christine Lagarde herhaaldelijk tijdens de persconferentie. Die koers houdt in dat de ECB de beleidsrente verder verhoogt tot een niveau dat de economische activiteit voldoende afkoelt om een tijdige terugkeer naar prijsstabiliteit mogelijk te maken. “We zijn er nog niet. De beleidsrente moet ook lang genoeg restrictief blijven om terug te keren naar een inflatie van 2 procent. Twijfel niet aan ons. We tonen vastberadenheid en zullen onze job doen”, zegt Christine Lagarde.

Lees verder onder de video (Kanaal Z)

Voorbij maart kijkt de ECB nog niet. Volgende maand volgt een evaluatie of er nog meer renteverhogingen nodig zijn, afhankelijk van hoe de inflatie en de economische activiteit zich de volgende weken ontwikkelen. De ECB laat dus na maart de deur open voor een trager tempo van renteverhogingen of zelfs een pauze in de renteverhogingen. “In vergelijking met december zijn de inflatierisico’s gedaald”, zei Christine Lagarde.

Lagere inflatie dankzij lagere energieprijzen

De voorbije weken brachten wat beterschap aan het inflatiefront. In januari daalde de inflatie in het eurogebied naar 8,5 procent tegenover nog 9,2 procent in december vorig jaar. Vooral de verdere daling van de energieprijzen zorgden voor soelaas. “De energieprijzen zijn meer gedaald dan we in december hadden verwacht, waardoor de inflatie ook sneller kan dalen dan verwacht”, zegt Christine Lagarde. In december hield de ECB nog rekening met een aardgasprijs van 124 euro per megawattuur voor heel 2023. De aardgasprijs is vandaag maar half zo hoog.

Toch is het te vroeg om in het eurogebied te spreken over een desinflatieproces, zoals Fed-voorzitter Jerome Powell de daling van de Amerikaanse inflatie gisteren omschreef. De kerninflatie in het eurogebied, dat is de inflatie die geen rekening houdt met de volatiele energie- en voedingsprijzen, bleef in januari hangen op 5,2 procent. Die onderliggende inflatie is voor de ECB nog veel te hoog om een versoepeling van het beleid aan te kondigen. Die onderliggende inflatie belooft ook een taai beestje te worden. De ECB verwacht dat de lonen in het eurogebied dit jaar met 4 tot 5 procent zullen stijgen, wat te veel is om een snelle terugkeer naar prijsstabiliteit mogelijk te maken. De diensteninflatie, die gevoelig is voor hogere lonen, bedroeg in januari nog 4,2 procent, ook al is dat iets minder dan de 4,4 procent van december.

Sterkere groei dankzij lagere energieprijzen

De Europese economie vertraagt intussen minder dan verwacht, opnieuw met dank aan de lagere energieprijzen. In het vierde kwartaal kon de eurozone nipt een krimp van de economische activiteit vermijden. “De energieschok kan sneller wegebben dan verwacht. Dat maakt de weg vrij voor een hogere economische groei. De economie van de eurozone toonde zich veerkrachtiger dan verwacht. De volgende kwartalen mogen we herstel verwachten”, zei Christine Lagarde. De keerzijde van deze medaille is dat een sterker dan verwachte economie het iets moeilijker maakt om terug te keren naar prijsstabiliteit. Op de vraag of de Europese economie een zachte landing kan maken, waarbij dus geen recessie nodig is om de inflatie te verslaan, wilde Christine Lagarde nog geen duidelijk antwoord geven.

Beurzen reageren positief

De mildere toon van Christine Lagarde gaf de Europese beurzen extra zuurstof, nadat ze al goed aan de dag waren begonnen met de milde toon van Fed-voorzitter Jerome Powell na de meeting van de Amerikaanse centrale bank. Een halve procent winst tot voor het rentebesluit en de persontmoeting van de ECB werd erna 1,5 procent winst. Het brengt de winst voor de sterindex op de Europese aandelenmarkten voor dit jaar op meer dan 11 procent. Omdat AB InBev en argenx niet meededen aan de klim, bleef de winst voor de Bel-20-index steken op zowat 1 procent richting 3900 punten.

Ook op de obligatiemarkten was het rozengeur en maneschijn. Voor de tienjarige rente zagen we overal een daling van 20 tot 30 basispunten. De Duitse tienjarige rente zakte 18 basispunten tot 2,10 procent, de Belgische 20 basispunten tot 2,65 procent. Ook in de eurozone wordt de rentecurve steeds inverser met bijvoorbeeld een Duitse tweejarige rente van 2,50 procent of 40 basispunten hoger dan de tienjarige.

Het kind van de rekening van het meer gebalanceerd inflatieverhaal van Lagarde was de euro. De Europese eenheidsmunt was deze ochtend nog geklommen tot 1,10 dollar voor 1 euro, het hoogste peil sinds april vorig jaar. Tijdens de persconferentie leverde de euro 0,5 cent in tot 1,095 dollar voor 1 euro. Want uiteindelijk hielden Powell en Lagarde elkaar in evenwicht wat het milderen van de toon betreft.

Partner Content