Chinese ondernemers krijgen te maken met onzekerheid

De vooruitzichten voor onder andere Alibaba zijn somber. © REUTERS

China maakt grote technologische sprongen voorwaarts. Maar de slabakkende economie en de terugkeer van Donald Trump kunnen pijn doen in 2025.

De Zuid-Chinese stad Shenzhen is het centrum van een van ‘s werelds dichtste industriële clusters voor de productie van consumentenelektronica. Maar de ultrakrachtige chips voor artificiële intelligentie (AI) kunnen alleen in het buitenland worden gemaakt. Ze zijn ontworpen door het Amerikaanse Nvidia en geproduceerd in Taiwan door TSMC, ’s werelds grootste chipfabrikant. Eén enkele chip kost meer dan 30.000 dollar. Op de zwarte markt brengen ze veel meer op. Techbedrijven uit heel China trekken massaal naar Shenzhen om ze in handen te krijgen.

De Chinese ondernemers staan voor veel uitdagingen in 2025. Het verbod van de Amerikaanse president Joe Biden op de uitvoer van krachtige AI-chips naar China is maar één voorbeeld. Chinese chipmakers hebben moeite om vergelijkbare producten te maken, waardoor de ontluikende AI-scene van het land met hogere kosten kampt. Maar het tekort aan krachtige chips heeft start-ups in de AI-sector ook gedwongen te innoveren en manieren te vinden om meer te doen met minder. Dat toont de inventieve instelling van de Chinese ondernemers.

Onverwachte verschuivingen in de binnenlandse regelgeving zijn een ander risico. De afgelopen jaren hebben grote spelers in fintech en consumententechnologie plotselinge beperkingen opgelegd gekregen, omdat de Chinese leider Xi Jinping de innovatie wil sturen in de richting van sectoren die hij strategisch waardevoller acht. Voor giganten als de e-commercereus Alibaba en de game- en socialemediakolos Tencent zijn de vooruitzichten somberder.

De buzz rond de nieuwe generatie Chinese technologiebedrijven zal in 2025 nog toenemen.

Eenhoorns, niet-beursgenoteerde bedrijven met een waarde van meer dan 1 miljard dollar, zijn hun hoorns aan het verliezen, nu de Chinese economie onder grotere druk staat. In 2024 vroeg Xi zelfs aan zijn ondergeschikten waar alle eenhoorns naartoe waren.

Nieuwe kampioenen

Maar er staan nieuwe kampioenen op. Bedrijven als BYD, een fabrikant van elektrische voertuigen, het zonne-energiebedrijf Longi, en Cambricon, dat AI-chips maakt, zijn de huidige sterren van China’s techscene. De boodschap van Xi is duidelijk: de regering wil dat ondernemers en investeerders focussen op de volgende golf van opkomende technologieën.

Die omvatten geavanceerde chips, robotica, AI, nieuwe soorten groene technologie en zelfs vliegende taxi’s. De Communistische Partij benadrukt al jaren het belang van zelfvoorziening en heeft veel gedaan om lokale innovatie te ondersteunen.

De buzz rond die nieuwe generatie Chinese technologiebedrijven zal in 2025 nog toenemen. Zo rijden autonome taxi’s nog maar in een handvol Amerikaanse steden rond, terwijl China op het punt staat ze op grote schaal te commercialiseren. In het hele land worden hubs (of vertiports) voor vliegende taxi’s geopend. Passagiers kunnen in 2025 tussen Sjanghai en nabijgelegen steden vliegen. En zelfs afgelegen Chinese provincies zullen tegen het einde van het jaar EV-oplaadstations hebben.

Zwakke economie

De zwakte van de Chinese economie zal de komende maanden echter harder aankomen. Veel van die indrukwekkende technologische sprongen zullen worden gefinancierd door de staat, terwijl lokale overheden het moeilijker hebben de rekeningen te betalen. Terwijl in sommige steden taxi’s rondvliegen, kunnen in armere regio’s de busdiensten wegvallen. Het consumentenvertrouwen zal laag blijven, als de Chinese leiders er niet in slagen de noodlijdende vastgoedmarkt te fixen. Gezinnen zullen misschien wachten met het kopen van een EV, zelfs als ze er een kunnen opladen.

En hoe graag Xi Jinping China ook wil isoleren van de Verenigde Staten, de terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis zal waarschijnlijk nieuwe uitdagingen meebrengen voor China’s leger van innovators.

Partner Content