China wil ook de volgende fase van de groene transitie domineren

De volgende fase van de groene transitie is lastiger dan die van de zonne-energie. © NurPhoto via Getty Images

Chinese domineert al de productie van zonnepanelen, batterijen en elektrische voertuigen. Nu zetten de bedrijven er ook volop in op de volgende generatie groene energie en het opvangen van koolstof.

China heeft de afgelopen jaren een revolutie teweeggebracht in een aantal groene technologieën. Aangespoord door genereuze overheidssubsidies en een moordende concurrentie, hebben Chinese bedrijven ontdekt hoe ze zonnepanelen, batterijen en elektrische auto’s efficiënt en almaar goedkoper kunnen maken. China domineert nu de wereldwijde productie van alle drie. Goedkope Chinese technologie, die zich snel over de hele wereld verspreidt, helpt de elektriciteitsproductie, het wegtransport en nog veel meer sectoren koolstofvrij te worden.

De volgende fase van de groene transitie is lastiger. Cement-, staal- en chemische fabrieken – allemaal grote bronnen van koolstofuitstoot – hebben grote hoeveelheden warmte nodig om te kunnen werken, en de verbranding van fossiele brandstoffen is nog altijd de meest praktische manier om daarin te voorzien. Grote schepen en vliegtuigen zijn moeilijk aan te drijven met batterijen. Om de uitstoot van die sectoren te verminderen, is misschien nieuwe technologie nodig. In 2025 zullen Chinese bedrijven proberen die te ontwikkelen.

Eén benadering is de koolstof die fabrieken uitstoten, op te vangen voor ze in de atmosfeer terechtkomt, en ze op te slaan. Dat is technisch al mogelijk. De moeilijkheid is dat goedkoop genoeg te kunnen doen, om een brede toepassing ervan te stimuleren. Chinese wetenschappers hebben drie keer meer patenten aangevraagd voor CCS-methoden (carbon capture and storage) dan hun Amerikaanse collega’s. In 2024 investeerde de technologiegigant Tencent 100 miljoen yuan (14 miljoen dollar) in een dozijn veelbelovende CCS-technologieën. China Energy Investment, een staatsbedrijf, bouwt een CCS-demonstratieproject bij een chemische fabriek. Daar moet tegen eind 2025 jaarlijks 1 miljoen ton koolstof per jaar worden afgevangen.

Groene waterstof

Waterstof is een ander denkspoor. Het kan worden gebruikt om een staalfabriek te verwarmen of een vrachtwagen aan te drijven, zonder broeikasgassen uit te stoten. De moeilijkheid is het gas op een schone manier te produceren (groene waterstof) in plaats van door fossiele brandstoffen te gebruiken (bruine waterstof). Dat kan al met een elektrolyser, aangedreven met hernieuwbare energie, die watermoleculen splitst in waterstof en zuurstof. De waterstof die op die manier wordt geproduceerd, is evenwel nog te duur voor de meeste commerciële toepassingen.

China is van plan in 2060 geen netto-uitstoot meer te hebben en koolstofneutraal te zijn.

China bevindt zich in een goede positie om de kosten te drukken. Het maakt al ongeveer 40 procent van alle elektrolysers ter wereld en doet dat goedkoper dan zijn concurrenten. Dankzij jarenlange investeringen in zonnepanelen en windturbines heeft het land ook een overvloed aan hernieuwbare energie. Binnen-Mongolië, een uitgestrekte regio in het noorden van China met veel wind en zonlicht, is van plan 480.000 ton groene waterstof te maken in 2025. Vergeleken met de hoeveelheid bruine waterstof die China maakt, is dat niet veel, maar het is een begin.

Andere landen, waaronder India en Brazilië, hopen ook supermachten te worden in groene waterstof. Maar China’s vaardigheid in het bouwen van infrastructuur zal het een grotere stimulans geven. De overheid legt pijpleidingen aan om waterstof naar industriële centra te transporteren. Shenzhen, een technologisch centrum in het zuiden van het land, heeft al een vloot van bussen op waterstof. Tegen eind 2025 hoopt het de ‘waterstofhoofdstad’ van China te zijn, en de internationale standaarden voor de opkomende industrie vast te leggen.

Export

Het succes van zulke projecten is van groot belang voor China. Het land is van plan in 2060 geen netto-uitstoot meer te hebben en koolstofneutraal te zijn. Maar zijn staalindustrie maakt evenveel metaal als de rest van de wereld tezamen. Ook zijn chemische industrie en zijn scheepsbouwsector zijn de grootste ter wereld.

De nieuwe groene technologieën zouden echter niet alleen interessant zijn voor binnenlands gebruik. Ze zouden ook waardevolle exportmarkten creëren. De Chinese vooruitgang op die gebieden zal leiden tot meer gemopper van zijn handelspartners. Westerse bedrijven hebben al moeite om te concurreren met China’s bestaande groene technologie. Sommigen vrezen dat de wereldwijde energietransitie te afhankelijk is geworden van China. Die afhankelijkheid kan binnenkort nog groter zijn.

Partner Content