Canada en VS kibbelen over vliegtuigprijzen
De Verenigde Staten hebben dinsdag beslist om een antidumpingheffing in te voeren van 220 procent op bepaalde vliegtuigen van het Canadese Bombardier. Dat gebeurde na een klacht van het Amerikaanse Boeing. De beslissing zet de handelsrelatie tussen Canada en de VS verder onder druk.
De VS viseren toestellen van de C Series van Bombardier, met 100 à 150 zetels. Volgens Boeing kon de Canadese constructeur genieten van overheidssteun, waardoor de vliegtuigen aan te lage prijzen verkocht konden worden: voor 19,6 miljoen dollar per stuk, terwijl ze volgens Boeing 33,2 miljoen kosten om te maken. Boeing protesteerde specifiek tegen een aankoop door het Amerikaanse Delta Airlines van 75 vliegtuigen.
De zware invoerheffing van 220 procent, die wel nog bevestigd moet worden tegen 12 december, is een klap voor Bombardier. Het bedrijf zegt dat Boeing ‘de regels wil herschrijven in zijn eigen voordeel’ en ‘de concurrentie wil verstikken’. ‘Het feit is dat Bombardier vliegtuigen heeft gemaakt van superieure kwaliteit, die efficiënter, comfortabeler en stiller zijn’, luidt het.
Ook op politiek niveau wordt over de zaak gekibbeld. Vorige week nog dreigde de Canadese premier Justin Trudeau ermee geen gevechtsvliegtuigen van Boeing te kopen. ‘Zelfs onze dichtste bondgenoten moeten de spelregels respecteren’, klonk het dan weer bij de Amerikaanse handelsminister Wilbur Ross. Volgens de Canadese minister van Buitenlandse Zaken Chrystia Freeland willen de Amerikanen het toestel van Bombardier ‘uitschakelen op de Amerikaanse markt’.
Ook de Britse premier Theresa May liet via Twitter verstaan ‘bitter teleurgesteld’ te zijn over de invoerheffing. Een logische reactie, want Bombardier laat de vleugels van zijn C Series-vliegtuigen maken in Noord-Ierland. Op vier plaatsen geeft de Canadese vliegtuigbouwer er werk aan 4.100 mensen, meldt de Britse omroep BBC. Bijna een kwart van die jobs is gelinkt aan de C Series. En er staan ook heel wat jobs bij toeleveranciers op het spel.