Brussels formateur David Leisterh (MR): ‘Het is een kwestie van tijd vooraleer Brussel failliet gaat’
Een tekort van 1,3 miljard euro op een begroting van 7,88 miljard euro. De schuld piekt naar 14 miljard euro. De bar slechte Brusselse overheidsfinanciën moesten de politici ertoe aanzetten snel een regionale regering te vormen. Maar men blijft talmen. Brussels formateur David Leisterh voelt de sense of urgency wel: “Als het deficit blijft oplopen, zit Brussel over vijf jaar onder curatele.”
Bij de gewestverkiezingen van 9 juni haalden de Franstalige liberalen van MR in Brussel met meer dan 100.000 stemmen twintig zetels binnen. David Leisterh – goed voor 20.000 voorkeurstemmen – mocht zich klaarstomen om de nieuwe minister-president te worden. Meer dan zes maanden later is hij nog altijd maar Brussels formateur. De gesprekken voor de vorming van de gewestregering raken maar niet op gang. Onder andere door een veto van PS op een deelname van N-VA aan de Brusselse regering. Onlangs raakte bekend dat er pogingen worden ondernomen om aan Franstalige kant PS in te ruilen voor Ecolo en Défi. Maar ook daar is er veel terughoudendheid. Leisterh, ondertussen burgemeester van Watermaal-Bosvoorde in de zuidoostelijke hoek van het gewest, blijft er uiterlijk kalm bij, maar schuwt de harde woorden niet: “De situatie is chaotisch. Het duurde bijna zes maanden om een coalitie te vormen aan Nederlandstalige kant, en net op dat moment kwam het veto van PS. Anders waren we gestart met de onderhandelingen.”
“Het is nog nooit zo ingewikkeld geweest, niet alleen politiek maar ook economisch”, zegt Leisterh. “Als we niet dringend ambitieuze maatregelen nemen en saneren om de begroting in evenwicht te krijgen, dan is het een kwestie van tijd vooraleer Brussel failliet gaat. Over twee maanden volgt een nieuwe nota van het ratingbureau Standard & Poor’s. De vorige keer kwam dat met een ratingverlaging, waarna de vorige Brusselse regering beloofd heeft maatregelen te nemen om het tekort weg te werken. Tenminste, dat zou de taak zijn van de komende regering.”
Maar er ligt nog niets op tafel. Hoelang is een Brussels begrotingstekort van 1,3 miljard euro of 16 procent van de inkomsten houdbaar?
DAVID LEISTERH. “Momenteel wordt gewerkt met voorlopige twaalfden, terwijl er snel een ambitieuze begroting moet komen. Dat is ook de reden waarom het politiek zo moeilijk ligt, want elke partij weet dat een deelname aan de Brusselse regering gelijkstaat met het nemen van onpopulaire maatregelen. En dat vijf jaar lang.”
‘Elke partij weet dat een deelname aan de Brusselse regering gelijkstaat met het nemen van onpopulaire maatregelen. En dat vijf jaar lang’
Sommigen spreken van een shutdown van de Brusselse administratieve diensten. Hoe realistisch is dat?
LEISTERH. “Er komt wel een begroting en de ambtenaren zullen worden betaald. Ik merk vooral dat bepaalde politici onvoldoende beseffen in welke dramatische situatie ze de Brusselse financiën hebben gebracht.”
Tien jaar geleden was er een begrotingsoverschot van 200 miljoen euro. De regionale schuld bedroeg toen 5 miljard euro tegenover 14 miljard euro nu. Waar is het misgelopen?
LEISTERH. “Bij de uitgaven. Voldoende studies tonen aan dat de uitgaven de voorbije vijf tot zes jaar sterk zijn gestegen. Bepaalde posten kenden een toename van 100 procent. Aan het begin van de vorige legislatuur maakte de begroting niet echt deel uit van het regeerakkoord. Men smeedde allerlei plannen, maar niemand had het over het respect voor de budgettaire neutraliteit. Daardoor hadden de regeringspartijen het gevoel dat het een free lunch was. PS heeft de uitgaven voor de sociale huisvesting sterk doen stijgen, Ecolo gooide met renovatiepremies. Nu moeten we die factuur betalen.”
En dat terwijl Brussel in de jaren voor het aantreden van de regering-Vervoort in 2019 geherfinancierd werd. Er kwam in 2016 500 miljoen euro bij. Heeft dat de politici ertoe aangezet niet meer op de centen te letten?
LEISTERH. “Brussel werd al drie keer geherfinancierd. Je kunt je afvragen wat er met dat geld is gebeurd. Uiteraard mag het debat gevoerd worden of er in bepaalde domeinen meer middelen naar Brussel moeten gaan. Het is tenslotte naast de hoofdstad van België en Vlaanderen ook die van Europa. Kan er dan niet meer geld worden vrijgemaakt voor veiligheid? Hetzelfde geldt voor openbaar vervoer. De uitgaven voor de MIVB zijn wel al sterk toegenomen. De werkingskosten stegen in tien jaar van 140 naar 238 miljoen euro.”
Sommigen zeggen: Brussel heeft dat geld nodig om de mobiliteitsknoop te ontwarren.
LEISTERH. “Ik zeg niet dat alle uitgaven slecht waren. Je moet gewoon oog hebben voor een evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. Er zijn de voorbije jaren ook tal van extra instellingen gecreëerd, die steeds meer middelen vroegen.
“Om terug te komen op mobiliteit: er is de voorbije twintig jaar te weinig geïnvesteerd in de metro. Voor de metro van Parijs heeft men gekozen voor een privaat-publieke samenwerking. De injectie van privékapitaal via groene obligaties heeft daar een verschil gemaakt.”
Terug naar de begroting. In welke mate verwacht men dat de federale overheid zal bijspringen en ontbreekt daardoor de sense of urgency?
LEISTERH. “Dat denken sommigen, maar ik wil toch waarschuwen. Als we de situatie zo laten en niet snel met een regeerakkoord komen, dan zullen de federale onderhandelaars beginnen na te denken over het statuut van het Brussels Gewest. Sommigen pleiten nu al voor een curatele van Brussel. Als het deficit blijft oplopen, zitten we over vijf jaar in zo’n situatie.”
Zit de oplossing in meer inkomsten door hogere belastingen?
LEISTERH. “Ik ben een liberaal, dus hogere belastingen genieten niet mijn voorkeur. De Brusselaars betalen al veel belastingen, zowel gewestelijk als lokaal.”
Is de te lage fiscale capaciteit van Brussel een probleem? In 1989 was het inkomen per hoofd in Brussel gelijk aan het Belgische gemiddelde. Nu is het 20 procent lager dan dat gemiddelde. Heeft Brussel nood aan een nieuwe middenklasse?
LEISTERH. “Natuurlijk. Dat zal de prioriteit van de volgende regering zijn. We moeten het imago van Brussel aanzienlijk verbeteren. Het mobiliteitsprobleem en het onveiligheidsgevoel hebben onze reputatie aangetast. Maar ik heb het als liberaal niet alleen over het aantrekken van een middenklasse, ook over het creëren van een middenklasse onder de Brusselse bevolking. De werkloosheid is te hoog, terwijl er veel vacatures zijn. Die mismatch moet weg. Instellingen als Actiris en Bruxelles Formation (de tegenhangers van de Vlaamse VDAB, nvdr) moeten beter werken.
‘We moeten niet alleen een middenklasse aantrekken, maar ook een middenklasse onder de Brusselse bevolking creëren’
“Daarnaast moet de volgende regering bepaalde sites identificeren waar je jobs kunt creëren en moet ze helpen de fiscale capaciteit op te trekken: de Audi-fabriek die straks leeg staat, de Solvay-site, het Heizelplateau, het mediacentrum Frame, het TIR (Transport International Routier) Logistics Centre op het domein van de Haven van Brussel. Dat laatste is een grote oppervlakte aan opslagplaatsen en kantoren vlak bij het kanaal, het centrum en de Brusselse ring. Er zijn veel plaatsen waar ondernemerschap mogelijk is en waar je banen kunt creëren, maar ze worden onvoldoende gebruikt.”
Volgens Statbel verlieten vorig jaar 3.115 bedrijven Brussel. Het gros (1.853) ging richting Vlaanderen. Er hebben zich ook meer dan 2.000 bedrijven in Brussel gevestigd. Maar het saldo is negatief. Hoe komt dat?
LEISTERH. “Ik zie meerdere oorzaken. Een te zware fiscaliteit, al wordt dat vooral federaal bepaald. Daarnaast zijn er drie factoren waaraan Brussel wel iets kan doen: mobiliteit, veiligheid en netheid. Dat het gewest daarin zo slecht scoort, is helaas wereldwijd bekend. Stel: je bent een kandidaat-investeerder en komt aan in het Zuidstation. Zodra je buiten stapt en de buurt ziet, maak je rechtsomkeer en keer je terug naar je land. Als we die problemen aanpakken, zullen bedrijven al minder geneigd zijn te vertrekken en misschien zelfs terugkomen. Het is niet normaal dat een onderneming denkt aan verhuizen. Het zou omgekeerd moeten zijn: wie wil zich nu níét in de hoofdstad van Europa vestigen?”
De bedrijven vertrekken naar de rand rond Brussel in een straal van 5 tot 10 kilometer. Dat zie je in Zaventem en Diegem, en in Waals-Brabant. Hoe analyseert u dat?
LEISTERH. “Dat weet ik. Daar zal de lagere fiscaliteit een rol spelen. En de mobiliteit is interessanter.”
‘Het is niet normaal dat een onderneming denkt aan verhuizen. Het zou omgekeerd moeten zijn: wie wil zich nu níét in de hoofdstad van Europa vestigen?’
In welke mate speelt de lokale fiscaliteit een rol? In bepaalde Brusselse gemeenten werd tot voor kort nog een belasting op computerschermen geheven…
LEISTERH. “Dat zijn of waren absurde belastingen. Nu, de lokale besturen staan ook onder zware druk om hun begroting in orde te brengen. Daarnaast moeten ze blijven investeren. En het is gemakkelijk de ondernemingen te belasten, die stemmen niet bij de verkiezingen. Maar dat is wel een gevaar voor de economische basis.”
Hoe kijkt u als Franstalige liberaal naar de federale formatie? Sommige besparingen voor Brussel, zoals minder geld van het federale investeringsfonds Beliris voor de hoofdstedelijke functie, worden gezien als een communautair project van N-VA.
LEISTERH. “Nog minder middelen van Beliris maakt de financiële situatie van Brussel nog ingewikkelder. Misschien moet dat Beliris-geld beter worden geïnvesteerd. Dat N-VA communautair getinte voorstellen over Brussel op de federale onderhandelingstafel legt, is niet zo verwonderlijk. Daarom moeten we snel tonen dat we als Brusselaars het gewest kunnen besturen.”
Waarom ligt een fusie van de Brusselse politiezones en gemeentes zo gevoelig?
LEISTERH. “Omdat de voorstellen altijd van Nederlandstalige kant komen en je de indruk krijgt dat ze zo meer macht willen krijgen in de Brusselse instellingen. Het debat is snel communautair geladen en dat verhindert een constructieve discussie. Ik noem geen namen, maar misschien kunnen bepaalde gemeenten fuseren als de inwoners daarmee akkoord gaan.”
In Vlaanderen is dat ingeburgerd, Wallonië begint er ook aan met als lokmiddel de overname van de schuld.
LEISTERH. “Het gebeurt vaak met kleine dorpjes. In Brussel zit je al direct met een gemeente met 25.000 inwoners, terwijl het elders net het doel is om gemeenten samen te voegen om die kaap te ronden. Een ander spoor is het verschuiven van bevoegdheden tussen het gewest en de gemeente. De looptijd voor een vergunning is bijvoorbeeld zeer lang, omdat je de verschillende niveaus moet aanspreken.”
U bent perfect tweetalig. Waar hebt u zo goed Nederlands geleerd?
LEISTERH. “Ik kom uit Wallonië, waar het Nederlands een vreemde taal is. Ik verstond er geen sikkepit van toen ik in Brussel aankwam. Ik heb de taal geleerd. Ik ben een vertaler, maar je moet niet alleen opleidingen volgen om een taal te beheersen, je moet met mensen spreken. Ik lees ook veel in het Nederlands. Mijn vrouw is een Vlaamse, maar we praten eigenlijk nooit in het Nederlands. Zij spreekt het alleen wanneer ze boos is.”
Trends op Instagram
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier