Alain Mouton

‘Brussel gaat met zijn begroting Griekenland achterna’

De Brusselse regering zegt te streven naar een begroting in evenwicht. Maar cijfers van het Rekenhof leren dat het tekort in werkelijkheid oploopt tot meer dan 900 miljoen euro. Door allerlei opsmukoperaties en het buiten de begroting houden van als investeringen genoemde uitgaven houdt de Brusselse regering de schijn hoog. Brussel lijkt een Griekenland aan de Zenne.

Deze en volgende week debatteert het Brusselse parlement over de begrotingscontrole 2019 en de begroting 2020. Volgens de regering van socialisten, groenen, Open Vld en Défi is een begrotingsevenwicht een haalbare doelstelling. Volgens haar bedraagt het deficit dit jaar 272 miljoen euro en kan dat grotendeels worden weggewerkt door het niet benutten van 210 miljoen aan geplande uitgaven.

900 miljoen deficit

De oppositie gelooft er niks van. Vincent De Wolf en Alexia Bertrand, kopstukken van de Brusselse oppositiepartij MR, schoten maandag in een interview in Le Soir met scherp naar de regering onder leiding van Rudi Vervoort. “Eigenlijk bedraagt het deficit minstens 751 miljoen euro”, zegt Bertrand. “De Brusselse regering klopt bepaalde cijfers op en doet aan dubbele tellingen. En vooral: er worden voor 500 miljoen euro investeringen buiten de begroting gehouden, terwijl dat volgens de Europese regels niet mag.”

Dezelfde kritiek is te horen bij het Rekenhof dat grote vraagtekens plaatst bij de begroting 2018. Toen was er een officieel begrotingstekort van 599,5 miljoen euro, maar volgens het Rekenhof bedroeg het echte tekort 912,2 miljoen. Dat is 22 procent van de netto-ontvangsten.

De Brusselse oppositiepartijen MR en N-VA stellen dat de situatie in 2019 niet veranderd is en dat het deficit ook in 2020 in de buurt van de 900 miljoen euro zal schommelen. Alexia Bertrand voorspelt in Le Soir dat de Brusselse regering massaal zal lenen om de lopende uitgaven te proberen te dekken. “Het is zoals een gezin dat zich in de schulden steekt om de factuur voor telefoon en elektriciteit te betalen.”

Brussel gaat met zijn begroting Griekenland achterna.

Geen vergelijking met Oosterweel

De Brusselse regering reageerde bij monde van minister Sven Gatz (Open Vld) op de kritiek. Volgens hem is het volledig legitiem om 500 miljoen euro aan investeringen buiten de begroting te houden. Hij verwijst naar het Vlaamse Oosterweelproject, waarvan de kosten bij de begroting worden gehouden.

Maar volgens Cieltje Van Achter, Brussels N-VA-kopstuk, loopt die vergelijking mank. Het Oosterweelproject geldt als een Europese investering en in dat geval kan men een beroep doen op de flexibiliteitsclausule van de Europese Unie. Die is niet van toepassing op de Brusselse investeringen voor tunnels, viaducten, uitbreiding van de metro en trams. Want een groot deel daarvan zijn gewoon onderhoudsinvesteringen. De Oosterweelverbinding maakt bovendien nog geen procent van de Vlaamse begroting uit, terwijl de 500 miljoen euro Brusselse investeringen gelijk zijn aan 10 procent van de begroting.

Lenen blijft goedkoop

Massaal lenen voor lopende uitgaven, uitgaven als investeringen boeken, een tekort dat 22 procent van de inkomsten bedraagt,… De Brusselse begroting lijkt zo meer en meer op de Griekse overheidsfinanciën van tien jaar geleden.

Het gevolg is dat de schulden blijven oplopen. Volgens het Rekenhof zal de schuld van het Brussels Gewest in 2024 6,7 miljard euro bedragen, 3 miljard euro meer dan de oorspronkelijke raming.

De Brusselse regering lijkt zich van geen kwaad bewust aangezien het kredietwaardigheidsbureau Standard & Poor’s een rating van AA blijft hanteren, waardoor lenen goedkoop blijft. Een andere reden is het typisch Belgische fiscaal federalisme. Overheden weten dat er bij financiële problemen altijd wel een andere beleidsniveau klaar staat om bij te springen. Dat werd in het verleden vaak via een staatshervorming geregeld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content