Bruno Merlevede (UGent): ‘Trumps invoertarieven zullen niet helpen tegen het Amerikaanse handelstekort’


Donald Trump is een groot liefhebber van invoertarieven. Hij hoopt daarmee het hardnekkige Amerikaanse handelstekort weg te werken. IJdele hoop, aldus de Gentse econoom Bruno Merlevede. “Invoertarieven veranderen niets aan de grondoorzaak van een handelstekort.”
De Amerikaanse president, Donald Trump, houdt van invoertarieven. China ging al voor de bijl, Mexico en Canada krijgen even respijt, Europa komt zeker nog aan de beurt. En voor de hele wereld gelden nu al invoertarieven op aluminium en staal. In Trumps ogen zijn invoertarieven als een Zwitsers zakmes. Ze kunnen bijvoorbeeld Canada en Mexico dwingen de migratiestroom naar de Verenigde Staten te stoppen. Ze kunnen volgens Trump ook het Amerikaanse handelstekort wegwerken.
Dat handelstekort is dé doorn in het oog van Trump, en niet onterecht. De VS kampen er al tientallen jaren mee, en het wordt steeds erger. 2024 sloot af met een handelstekort 918 miljard dollar, een stijging van liefst 17 procent tegenover 2023, volgens het Bureau of Economic Analysis, het statistisch agentschap van de Amerikaanse overheid. In januari bedroeg het tekort 131 miljard dollar, een stijging van 34 procent tegenover een maand eerder. De sprong was vooral te wijten aan de gestegen import, allicht een anticipatie op de invoertarieven.
Begrijpelijk dus dat Trump nerveus wordt van het Amerikaanse handelstekort. Maar invoertarieven zullen niet helpen, aldus Bruno Merlevede, hoogleraar internationale economie aan de UGent. “Invoertarieven veranderen niets aan de grondoorzaak van een handelstekort, met name het verschil tussen de nationale bestedingen en de nationale productie. Als een land meer consumeert en investeert dan het zelf produceert, dan moet je goederen invoeren uit het buitenland. Zo eenvoudig is het. De Amerikaanse economie draait immers op volle capaciteit. Iedereen die wil werken, is aan de slag. Niettemin produceert de Amerikaanse economie te weinig om in de eigen noden te voorzien. Dat probleem ga je niet oplossen met invoertarieven.”
Je kan het ook anders bekijken: de Amerikanen sparen te weinig.
BRUNO MERLEVEDE. “Macro-economisch komt het inderdaad daarop neer. Het spaarvolume is wat overblijft van het nationaal inkomen – of bruto binnenlands product – na aftrek van de consumptie. Met dat spaargeld moet een land zijn investeringen financieren. Maar de VS consumeren zoveel dat te weinig spaargeld overblijft voor de grote investeringshonger. De kloof moet je dichten met import, gefinancierd door leningen in het buitenland. In die zin compenseren buitenlandse leningen het binnenlandse spaartekort. Ze doen de macro-economische rekening kloppen. Eenvoudig gezegd: als een land meer uitgeeft dan het verdient, dan moet het lenen van andere landen. Trump klaagt over het Amerikaanse handelstekort met China. Maar uitgerekend de Chinese overheid financiert een deel van de Amerikaanse consumptie door Amerikaanse overheidsobligatie op te kopen.”
Ook met Europa hebben de VS een handelstekort. Trump ziet daarin het bewijs dat ‘de Europese Unie is opgericht om de VS te naaien’. Maar een handelstekort ligt dus niet aan kwade wil?
MERLEVEDE. “In principe niet. Waarom voeren landen handel met elkaar? Omdat het ene land bepaalde producten efficiënter kan maken dan het andere land. Door die specialisatie ontstaat onderlinge handel en neemt de gezamenlijke welvaart toe. Regelgeving – veiligheidsvoorschriften bijvoorbeeld – kunnen de handel weliswaar belemmeren. Maar zo’n handelsbelemmering is niet ingegeven door kwade wil, wel door de noodzaak de consumenten te beschermen tegen onveilige producten.”
Wat niet betekent dat regelgeving altijd onschuldig is.
MERLEVEDE. “Er zijn inderdaad gevallen waar regelgeving dient om de eigen markt af te schermen. In een ver verleden mochten in Zweden alleen auto’s met ruitenwissers op de koplampen verkocht worden. Die maatregel was duidelijk bedoeld om het lokale merk Volvo een handje te helpen. Want de grote Duitse en Franse merken hadden weinig zin om hun auto’s aan te passen speciaal voor de kleine Zweedse markt.”
Invoertarieven zijn geen oplossing voor het handelstekort. Welke effecten hebben ze dan wel?
MERLEVEDE. “Een land zal een stukje import vervangen door lokale productie. Maar voor de VS rijst een probleem: waar moet die extra lokale productie vandaan komen, als de economie op volle toeren draait? De Amerikanen zullen productiecapaciteit moeten weghalen uit andere sectoren, waardoor ze waarschijnlijk toch weer moeten importeren. Ofwel moet de lokale productie efficiënter worden. Dat is niet vanzelfsprekend, want, zoals ik al zei, je importeert de goederen die je zelf niet efficiënt kan produceren. Produceer je die goederen toch, dan moet dat gebeuren tegen een hogere kostprijs, precies door het gebrek aan efficiëntie. Het prijsniveau zal dus stijgen, wat neerkomt op welvaartsverlies.”
Sommigen zullen opmerken: meer lokale productie betekent meer lokale jobs. Ze wijzen daarbij naar China. Sinds de toetreding van dat land tot de geglobaliseerde vrijhandel gingen veel banen verloren in het Westen.
MERLEVEDE. “Ja, maar er zijn ook veel jobs gecreëerd. Onderzoek toont aan dat een aantal Duitse sectoren jobs verloren zagen gaan door de vrijhandel met China en Oost-Europa. In andere sectoren kwamen er banen bij, omwille van de specialisatie. Netto is de Duitse werkgelegenheid gestegen door de internationale handel. Iets gelijkaardigs zag je ook in de VS. Door de concurrentie met China gingen jobs verloren in de industrie, maar dat verlies werd overvleugeld door de grote arbeidsvraag in de dienstensector. De ontslagen fabrieksarbeiders konden echter niet zomaar aan de slag in de dienstensector, door gebrek aan de juiste vaardigheden of door de geografische afstand. Amerikanen zijn minder mobiel dan vaak wordt gedacht. De sociale uitkeringen spelen mee in die geringe mobiliteit. Veel uitkeringen worden uitbetaald door de deelstaat. Verhuis je naar een andere deelstaat, dan ben je je uitkering kwijt.”
Is een grotere dienstensector wel zo ideaal? Doorgaans leveren diensten toch minder toegevoegde waarde, en dus minder welvaart, dan de industrie?
MERLEVEDE. “Dat wordt vaak gezegd, maar je moet die uitspraak nuanceren. We hebben veel laagwaardige industriële activiteiten verschoven naar lagelonenlanden. Wat overbleef, was meestal hoogtechnologische, hoogproductieve industrie. Op die manier is de productiviteitsachterstand van de dienstensectoren voor een deel kunstmatig gegroeid. Je mag het probleem dus niet overdrijven. Vergeet ook niet dat diensten belangrijk zijn voor de werkgelegenheid.”
Terug naar het Amerikaanse handelstekort. Hoelang kunnen de Verenigde Staten het nog uitzingen met zo’n tekort?
MERLEVEDE. “Zolang de VS kunnen lenen in het buitenland. Als het buitenland op een zeker ogenblik geen vertrouwen meer heeft in de kredietwaardigheid van de VS, wordt het spannend voor de Amerikanen. De rest van de wereld financiert de Verenigde Staten. Veel landen in een gelijkaardige positie zouden allerlei problemen krijgen, zoals speculatieve aanvallen op hun munt en omhoog schietende rentevoeten. Maar de VS staan veel minder bloot aan die gevaren, omdat de dollar een wereldmunt is. De kans dat de wereld ophoudt met het financieren van de VS, is vrijwel onbestaande.”
Het handelstekort degradeert de VS tot de schuldenaar van de wereld. Heeft Trump dan toch niet een beetje gelijk als hij zich druk maakt?
MERLEVEDE. “Ja, maar dan moet hij zich niet druk maken om het handelstekort. Hij zou zich druk moeten maken om het Amerikaanse spaartekort. Met de Amerikaanse economie op zich is niets mis, ze draait op volle toeren, zoals ik al zei. Maar de Amerikanen sparen onvoldoende om hun consumptie en investeringen te financieren. Je zou de Amerikanen moeten aanmoedigen meer te sparen. Maar dan neem je meteen een belangrijke motor achter de Amerikaanse groei weg. Dat zou slecht nieuws zijn voor de Amerikaanse bedrijven en de Amerikaanse beurzen. Het pensioen van het merendeel van de Amerikanen is gekoppeld aan de prestaties van de beurzen. Trump zal dus niet meteen het sparen aanmoedigen, toch niet als hij populair wil blijven.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier