Bouwpromotoren kunnen renteloze lening krijgen om goedkopere huurwoningen te bouwen
Bouwpromotoren kunnen binnenkort een renteloze lening krijgen om goedkopere huurwoningen te bouwen. In ruil moeten ze zo’n woning aanbieden met een korting van 100 à 200 euro tegenover de marktwaarde. Dat meldt Vlaams minister van Financiën Matthias Diependaele dinsdag.
Op de ministerraad van vorige vrijdag is beslist dat het overschot van nu al 600 miljoen euro naar de privé gaat. Dat had minister Diependaele voorgesteld. Private spelers kunnen binnenkort van de Vlaamse regering een rentesubsidie tot -1 procent krijgen. Maar er is wel een voorwaarde aan verbonden: met dat geld moeten ze zelf sociale woningen bouwen. Het compromis moet er voor zorgen dat de ellenlange wachtlijst voor sociaal wonen – waar nog steeds 170.000 gezinnen opstaan – slinkt.
Een belangrijke beleidswijziging is dat de Vlaamse regering ook inzet op ‘betaalbare huurwoningen’. Bouwpromotoren kunnen een renteloze lening krijgen om die goedkopere huurwoningen te bouwen. In ruil moeten ze zo’n woning aanbieden met een korting van 100 à 200 euro tegenover de marktwaarde. De maximale huurprijs is 900 euro per maand of 1.000 euro in de centrumsteden. Er is wel een inkomensvoorwaarde: een koppel mag maximaal 65.960 euro verdienen op jaarbasis, een alleenstaande 46.170 euro.
‘Hiermee willen we betaalbare woningen aanbieden aan de lagere middenklasse’
Vlaams minister van Financiën Matthias Diependaele
‘Hiermee willen we betaalbare woningen aanbieden aan de lagere middenklasse’, zegt Diependaele. ‘Denk maar aan de pas afgestudeerde student of de gescheiden vrijgezel met kinderen, die vandaag moeite hebben om hun facturen te kunnen betalen.’
Diependaele benadrukt dat het geld voor betaalbare huurwoningen niet uit het potje van de sociale woningen komt. Maar de twee circuits zijn aan elkaar gekoppeld. De bouwpromotoren die van de staatssteun willen genieten, moeten een ‘gemengd project’ indienen. Minstens eén derde van hun project zijn sociale woningen, minstens één derde betaalbare huurwoningen en één derde mogen ze vrij kiezen. Voor die laatste categorie krijgen ze geen geld indien het geen sociale of betaalbare woningen zijn.
Vlaams parlementslid Vera Jans (CD&V) is tevreden. ‘Met 170.000 mensen op de wachtlijst is het van belang om voluit in te zetten op meer bouwen en verbouwen van sociale woningen. Spaargeld controleren zal niet de drijvende kracht zijn achter sociale woningbouw, extra middelen wel.’ Een belangrijke voorwaarde voor CD&V was dat het geld voor sociaal wonen niet wordt ingezet voor andere doelgroepen. ‘Het geld voor sociaal wonen moet gaan naar sociaal wonen. Daarom zijn we ook tevreden dat andere middelen voorzien worden voor het segment betaalbare woningen’, aldus Jans nog.
‘Deze regering voert beleid voor projectontwikkelaars, niet voor de meest kwetsbaren.’
Groen-Parlementslid Celia Groothedde
‘Nu de rente aan het stijgen is en de grondstoffen duurder worden, komt deze beslissing geen dag te laat’, zegt Vlaams Parlementslid voor Open VLD Mercedes Van Volcem in een reactie. ‘Veel mensen kunnen vandaag namelijk geen woning meer kopen en wie huurt stoot vaak op een gebrek aan een betaalbaar aanbod. Er moet dan ook dringend ingezet worden op meer betaalbare huurwoningen. De rentesubsidie tot -1 procent is een positieve maatregel en alvast een stap vooruit. Nu moet er een globaal plan komen dat de betaalbaarheid van wonen hoog op de agenda zet.’
Groen-Parlementslid Celia Groothedde is niet tevreden. Het is de privésector die profiteert van de rentesubsidies, hekelt Groothedde. ‘De regering Jambon stort eerst een overheidsdienst in de problemen, neemt er middelen weg en sluist die vervolgens door naar de private markt, die kan profiteren van de rentesubsidies. Deze regering voert beleid voor projectontwikkelaars, niet voor de meest kwetsbaren.’