Bewakingsfirma’s willen meer overheidstaken overnemen: van beheer van flitspalen tot begeleiden van deurwaarders
Tijdens de regeringsformaties zal worden gesproken over de kerntaken van de overheid. In tijden van besparingen worden die meer dan vroeger tegen het licht gehouden. Daarom doet Arxia, de federatie van bewakings- en beveiligingsbedrijven, een oproep om meer openbare veiligheidstaken naar de privésector door te schuiven. “We willen de overheid ontlasten”, zegt Filip Smeets, de CEO van Arxia. “En het wordt tijd voor flexi-jobbers zijn in onze sector.”
Het valt wellicht niet op voor wie er langskomt, maar de ingang van de NAVO-hoofdzetel in Evere, het militaire hoofdkwartier Shape vlak bij Bergen en verschillende militaire basissen worden niet bewaakt door soldaten maar door medewerkers van bewakingsondernemingen. “Hetzelfde geldt voor de ambassades en de internationale en Europese instellingen in België”, zegt Filip Smeets, de CEO van Arxia, de werkgeversfederatie van bewakings- en beveiligingsbedrijven. Arxia telt 20.000 medewerkers en is goed voor een miljard euro omzet. Het vertegenwoordigt 90 procent van de sector met grote spelers als Securitas, G4S, Protection Unit en Seris.
Smeets: “Veel overheidsgebouwen worden nog bewaakt door overheidspersoneel. Ik denk dat wij die taken ook op ons kunnen nemen. Het is toch opvallend dat we militaire infrastructuur bewaken, maar de politiegebouwen dan weer niet. Het zou de overheid nochtans ontlasten. Daarom heeft Arxia een memorandum klaar voor de politici die onderhandelen over de nieuwe regeringen. Daarin staat een lijst van taken die kunnen worden uitbesteed aan de private veiligheidssector. Ik denk dat de discussie hierover onvermijdelijk is, want er wordt al lang gesproken over het aflijnen van de kerntaken van de overheid.”
Drugshandel
Arxi heeft het in dat memorandum onder andere ook over het beheer van flitspalen, bewaking van in beslag genomen materiaal zoals wagens, het begeleiden van deurwaarders, de controle van zeecontainers in de strijd tegen de drugshandel, over het inzetten van eigen technische middelen zoals drugshonden en drones, en het monitoren van enkelbanden. “Bepaalde taken kunnen worden uitgevoerd binnen de bestaande wetgeving maar eigenlijk moet die worden aangepast”, stelt Smeets. “De jongste bijsturing dateert van 2017.”
“Ik stel vast dat er relatief weinig aandacht is voor de private actoren op de beveiligingsmarkt. In het Nationaal Veiligheidsplan voor de Geïntegreerde Politie komt het woordje privaat amper vijf keer voor, waarvan één keer als verwijzing naar onze sector. Ik begrijp dat het tijdens de vorige legislatuur moeilijk lag om veel aandacht te hebben voor onze sector, want met corona en de energiecrisis waren er andere prioriteiten. Nu kan men de draad van zeven jaar geleden opnieuw opnemen. In 2017 heeft de wet duidelijk gesteld dat de sector dermate geprofessionaliseerd is, dat we als een structurele partner kunnen worden geïntegreerd in de veiligheidsarchitectuur. Maar in de praktijk is dat onvoldoende het geval.”
‘Er is weinig aandacht voor de private actoren op de beveiligingsmarkt’
Smeets geeft het voorbeeld van het bekijken van ‘camerabeelden op de openbare weg onder toezicht van de politie’ door bedrijven die aangesloten zijn bij Arxia. “De wet voorzag in 2017 dat bewakingsagenten die camerabeelden zouden kunnen bekijken in real time”, weet Smeets. “Maar we stellen vast dat er juridische problemen opduikenbij de afstemming van de regelgeving voor de politiediensten met die voor de bewakingsondernemingen. Ik doe dan ook een oproep aan de politiek om dat euvel te verhelpen. De regels zijn trouwens absurd. Alles wat in een politiekantoor gezegd wordt, valt onder de ‘politionele informatie’. Een bewakingsagent mag daar zelfs niet mee aan de slag. Ik denk dat iedereen beseft dat dit nooit niet de insteek is geweest. België heeft één van de meest strikte wetgevingen ter wereld voor private veiligheidshandhaving. Dat heeft voordelen, want het waarborgt de hoge kwaliteit van de diensten die onze bedrijven leveren. Maar hier botsen we wel op grenzen.”
Stewards zijn geen bewakers
Smeets geeft het voorbeeld van bewakingsopdrachten in commerciële centra zoals de Meir in Antwerpen of de Nieuwstraat in Brussel. Een gemeente die daar een bewakingsfirma wil inzetten kan dat enkel binnen een strikte perimeter en met de goedkeuring van de gemeenteraad. Het gaat altijd om een tijdelijke opdracht die pas mogelijk is als er geen signalen zijn dat de openbare orde zou worden verstoord. Smeets: “Dat is in de praktijk zeer beperkend, waardoor lokale besturen er geen gebruik van maken. Het zou iedereen helpen om bewakingsagenten binnen deze perimeter permanent toezicht te laten houden voor een vaste periode. In de Angelsaksische wereld heb je het flexibelere model van de business improvement districts. Rond een commercieel centrum wordt ook een perimeter ingesteld, maar de bewakingsagenten worden er op het publieke domein ingezet als extra ogen en oren, ze zijn een aanspreekpunt voor toeristen en winkeliers. Hetzelfde in de uitgaansbuurten. Ook daar kunnen meer van onze mensen worden ingezet. Ik zie dat sommige besturen de voorkeur geven aan stewards, maar die hebben niet noodzakelijk de juiste opleiding om tussenbeide te komen.”
Smeets geeft ook het voorbeeld van de recreatiedomeinen. Na opstootjes en rellen in sommige recreatiedomeinen werd een wetsvoorstel ingediend om die beter te beschermen. De overheid ziet echter niet alleen een rol weggelegd voor bewakers. “We moedigen een regelgeving voor veiligere recreatiedomeinen aan. Maar men wil blijkbaar ook stewards inschakelen met dezelfde bevoegdheid als veiligheidspersoneel. Zo gooi je de zaken door elkaar. Je kan niet aan de ene kant een vrijwilliger hebben die als steward de veiligheid moet garanderen en anderzijds bewakingsagenten die in een strikt gereglementeerd statuut zitten en pas aan de slag kunnen na een hele reeks opleidingen.”
In de bewakingssector worden inderdaad heel veel opleidingen gegeven. Er zijn tien instapopleidingen tot het beroep van uitvoerend bewakingsagent, tien specialisatieopleidingen die toegang geven tot meer gespecialiseerde functies en drie vijfjaarlijkse bijscholingen. Allemaal wettelijk geregelde opleidingen voor iemand die een bewakingsfunctie wil uitoefenen. “Onze sector draagt zijn steentje bij aan levenslang leren om het competentieniveau van de medewerkers op peil te houden”, benadrukt Filip Smeets. “Maar dat weegt natuurlijk op onze kosten. Vandaar dat Arxia vraagt dat de overheid fiscaal tegemoet komt in de opleidings- en personeelskosten.”
Spiegel van de samenleving
Een bijkomende uitdaging is de arbeidskrapte. Op de VDAB-knelpuntberoepenlijst van 2024 staan 241 beroepen, waarvan 46 met het label “zwaar statistisch knelpuntberoep”. Eén daarvan is bewakingsagent. “Dat zal niemand verbazen”, zegt Smeets. “Nochtans is de toegang zeer laagdrempelig, je hebt geen diploma nodig. Toch kan niet iedereen bewakingsagent worden. Naast de vele opleidingen is er een veiligheidscheck, en er is vaak weekend- en nachtwerk. Een belangrijke oorzaak van de krapte is de vereiste talenkennis. Klanten vragen vaker dat de bewakingsagenten twee- of drietalig zijn. Maar ik wil het positief benaderen. De 20.000 werknemers in onze sector zijn een afspiegeling van de samenleving, meer dan een politiekorps dat is. Ga eens naar een winkelcentrum. Veel securitymensen zijn van allochtone origine. Het aandeel vrouwen stijgt. Momenteel maken ze 20 tot 25 procent van het personeelsbestand uit.”
Om een antwoord te bieden op het tekort aan personeel – op de website van de VDAB staan constant 1.000 vacatures onder de noemer ‘bewaking’ open – pleit Arxia voor het toelaten van flexi-jobbers. Werknemers die minstens vier vijfde werken of gepensioneerden, kunnen zo in een fiscaal gunstig regime wat bijverdienen. Aanvankelijk vond je flexi-jobs vooral in de horeca, maar in de loop van de jaren is het systeem uitgebreid naar andere sectoren, over kleinhandel tot zelfs begrafenisondernemingen. Vaak doet men een beroep op flexi-jobbers in piekperiodes. “Daarom is het niet te begrijpen dat dit in onze sector onmogelijk is”, zegt Smeets. “Het mag bijvoorbeeld wel in de evenementensector. Eén van de grootste groep bewakingsagenten wordt de komende weken ingezet tijdens de festivalzomer. De bewakingsagent die u op een festival ziet, is zeker geen flexi-jobber, maar de barman misschien wel. Dat is niet logisch.”
Wie is Filip Smeets?
Arxia heette vroeger de Beroepsvereniging van Bewakingsondernemingen (BVBO). Een vlag die de lading niet meer dekte, want de federatie telt nu 21 bewakingsondernemingen, 5 ondernemingen voor alarm- en camerasystemen, 4 opleidingsinstellingen en 1 beroepsvereniging voor alarmcentrales. Filip Smeets is er sinds 2023 aan de slag. “Ik ben criminoloog van opleiding. Veel mensen met dat diploma stromen richting politie of het gevangeniswezen. Ik wou geen ambtenaar worden. Tijdens mijn studies volgde ik het vak bewakings- en beveiligingsmanagement van professor Marc Cools en zo kwam ik in aanraking met de privésector. Dat vond ik interessant, omdat het een andere benadering van de veiligheidsproblematiek is, en de connectie zoekt tussen staat, samenleving en markt. Zo begon ik als bewakingsagent en heb ik heel de hiërarchische lijn doorlopen totdat ik aan het hoofd stond van het opleidingscentrum van Securitas Academy. Daarna volgde een overstap naar Seris. Daar heb ik vier jaar gewerkt, in de operationele tak en het opleidingscentrum.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier