Belgisch begrotingstekort stijgt tot 52,8 miljard euro
Door de coronacrisis zal het begrotingstekort dit jaar oplopen tot 52,8 miljard euro of 12,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat zegt federaal minister van Begroting David Clarinval (MR) op basis van het rapport van het monitoringcomité, een groep topambtenaren die begrotingsramingen opmaakt.
De begrotingscijfers waren in maart, net voor de lockdown al slecht, maar nu blijken ze ronduit dramatisch. Bij ongewijzigd beleid stevenen alle overheden van ons land samen (federaal, deelstaten en lokale besturen) dit jaar af op een tekort van 52,8 miljard euro, of 12,31 procent van het bbp. Voor 2021 en 2022 wordt een begrotingstekort van respectievelijk 31,4 miljard euro en 26,5 miljard euro verwacht.
De federale staat en de sociale zekerheid krijgen af te rekenen met een tekort van 40,3 miljard, of 29,1 miljard meer dan in maart was geraamd. De stijging is te wijten aan de uitgaven in het kader van de coronacrisis, de lagere fiscale inkomsten en de lagere consumptie van bedrijven en gezinnen. Het tekort neemt de volgende jaren wel af, maar zal volgens de prognoses in 2024 nog altijd 24 miljard euro, of 4,56 procent van het bbp bedragen.
Voor de deelstaten, provincies en gemeenten samen wordt het tekort geraamd op 12,5 miljard euro. Dat tekort zou vanaf volgend jaar dalen, met een vertraging vanaf 2023.
De Belgische schuldgraad wordt geraamd op 122,1 procent van het bbp in 2020, tegenover 99,1 procent in maart vorig jaar. Dat percentage daalt vervolgens tot 118,1 procent in 202, waarna het geleidelijk stijgt tot 123,1 procent van het bbp in 2024.