België wel degelijk fiscale hel
Voor tal van belastingen is België in Europa een medaillewinnaar, of fietst het op zijn minst in het Europese koppeloton. Nu opnieuw miljarden gevonden moeten worden, zal daar niet snel verandering in komen.
De cijfers van Eurostat laten er weinig twijfel over bestaan: België is eerder een fiscale hel dan een fiscaal paradijs. Voor totale belastingdruk in verhouding tot het bbp haalt België met 43,9 procent van het bbp een Europese bronzen medaille. Enkel Denemarken (47,6%) en Zweden (45,8%) hebben een hogere belastingdruk.
De federale regering moet straks op zoek naar minstens 4,6 miljard euro. Het risico op een hogere belastingdruk is groot want de PS is gewonnen voor extra belastingen. Open Vld is radicaal tegen, net als de werkgevers.
Nog een rondje belastingen is nefast voor de koopkracht en het concurrentievermogen, en fnuikt de economische groei, luidt het bij de werkgeversorganisatie Voka. Topman Jo Libeer haalde vorige week nog een ontluisterend cijfer boven: de Belgische bedrijven betalen 47 procent van hun toegevoegde waarde aan de staat.
Toch ziet het ernaar uit dat de begrotingsopmaak voor 2013 een combinatie van minder uitgaven en extra belastingen. Een analyse van ons belastingstelsel maakt nochtans duidelijk hoe zwaar de tol is die de overheid heft.
Lasten op arbeid: zilver
Over één ding heerst wel eensgezindheid: er valt geen geld te halen uit nog hogere lasten op arbeid. België staat met arbeidskosten die oplopen tot 23,8 procent van het bbp op een vierde plaats in Europa. De impliciete belasting op arbeid _ dat is de totale taks op arbeid gedeeld door de totale loonmassa _ bedraagt 42,5 procent. België haalt hier een zilveren medaille, na Italië.
Lasten op kapitaal: koppeloton Bij de PS is te horen dat een vermogensbelasting geen slecht idee is omdat kapitaal hier amper wordt belast. Dat klopt niet. België telt al verschillende kapitaalbelastingen zoals de intresten op spaarboekjes, en de dividenden die tegen 25 procent worden belast. Er is de aanvullende bijdrage van 4 procent op de inkomsten uit roerende goederen boven 20.020 euro. Ook de onroerende voorheffing op de eigen woning is een belasting op vermogen.
Eurostat plaatst België dan ook op de zesde plaats voor belastingen op kapitaal. De impliciete belasting op kapitaal bedraagt 29,5 procent, dat is wel een ruime achterstand op leider Frankrijk (37,2%).
Lasten op consumptie: achteraan in het peloton
Kunnen de lasten niet verschoven worden naar consumptiebelastingen? Dat aandeel bedraagt in België 24,7 procent van het totaal, samen met Frankrijk en Italië het laagste van Europa. Wel is het zo dat de standaard btw-voet van 21 procent al hoog is in vergelijking met de buurlanden. Maar de grondslag van de belasting is klein. Er zijn tal van verlaagde btw-tarieven (zoals dat van 6 procent), en bepaalde activiteiten zijn vrijgesteld van btw. Een oplossing kan zijn om de belastbare grondslag te verbreden door een aantal uitsluitingen af te schaffen. De extra btw-inkomsten zouden het mogelijk maken de lasten op arbeid te verlagen. Het effect van de btw-verhoging zou dan niet in de automatische loonindexering worden doorgevoerd.
Milieubelasting: staart van het peloton
Misschien is er wel ruimte om de milieubelastingen op te trekken? In België bedragen die slechts 2,1 procent van het bbp, waarmee we nummer 22 zijn in de EU-ranking. In Nederland en Denemarken lopen de milieubelastingen op tot 4 procent van het bbp. Een probleem met milieubelastingen is dat ze op een of andere manier worden doorgeschoven naar andere actoren. Bedrijven kunnen de milieubelastingen in hun prijzen doorrekenen en zo betaalt de eindgebruiker het gelag. (AM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier