België staat op podium van best presterende economieën van de eurozone: hoe komt dat?

DE KUST Het toerisme is dit jaar een grote steun voor de Belgische economie. © GETTY
Pierre-Henri Thomas redacteur bij Trends-Tendances

Tussen juli en september bloeide de Belgische economie door het herstel van sectoren die tijdens de gezondheidscrisis waren getroffen.

De economische statistieken over België verrassen ons telkens weer: de Belgische economie houdt beter stand dan verwacht. Vorige week schatte de Nationale Bank (NBB) in een eerste flashraming dat de Belgische economie tussen het tweede en het derde kwartaal van dit jaar met 0,5 procent is gegroeid. In vergelijking met het derde kwartaal van vorig jaar bedroeg de groei 1,5 procent. Met andere woorden, in juli, augustus en september (hoewel de NBB voor die laatste maand niet over cijfers beschikte en dus extrapoleerde) hoefde ons land zich economisch niet te schamen. Onze economie behoort tot de best presterende in de eurozone.

Zoals de grafiek laat zien, deden alleen Portugal en Spanje het beter over het jaar, met een groei van respectievelijk 1,8 en 1,9 procent.

Zonder angst op reis

De prestaties van die typische vakantielanden verklaren ook waarom België ook op het podium staat: onze economie werd gestimuleerd door de dienstensector, en meer bepaald door de horeca, het toerisme en de cultuur, drie sectoren die paradoxaal genoeg gekweld werden in de coronapandemie.

Achter de stijging van 0,5 procent op kwartaalbasis gaan grote verschillen tussen sectoren schuil. Zo daalde “de toegevoegde waarde in de industrie met 0,6 procent”, merkt de NBB op. Aan de andere kant “vertoonde de activiteit in de dienstensector een groei van 0,8 procent en in de bouw 0,6 procent”.

“Dat de dienstensector zo goed presteert, heeft met twee factoren te maken”, zegt Philippe Ledent, senior econoom bij ING België en docent aan de UCLouvain. De consumptie blijft het goed doen. De stevige indexering van de lonen in januari heeft daar waarschijnlijk iets mee te maken. Aan de aanbodzijde zien we dat huishoudens geneigd zijn diensten te consumeren, wat verklaart waarom landen met een grote toeristische sector een goed seizoen hebben gehad. Dat kan het resultaat zijn van een inhaaleffect na twee sombere jaren door covid. “De mensen verschoven hun consumptie naar diensten, omdat dit het eerste jaar was waarin alles open was en je zonder angst op reis kon gaan. Vorig jaar waren consumenten nog een beetje terughoudend”, legt Philippe Ledent uit.

© National

Verrassende bouw

Maar er was ook een vrij sterke groei, van 0,6 procent, in de bouw. “Dat is verbazingwekkend”, zegt Philippe Ledent. “Ik moet toegeven dat ik het een beetje moeilijk te begrijpen vind, vooral omdat de vertrouwensindicator in de bouwsector deze zomer is ingestort, de rentetarieven hun rol blijven spelen en we kunnen zien dat de vastgoedactiviteit vertraagt.” Enkele dagen geleden merkte de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) op dat in het derde kwartaal 43.500 hypothecairekredietcontracten waren getekend voor een totaalbedrag van ongeveer 7,2 miljard euro. Dat is een daling van 30 procent ten opzichte van een jaar geleden. Die afkoeling van de markt is ook te zien in het aantal leningaanvragen en de aangevraagde bedragen, die beide met ongeveer 15 procent zijn gedaald ten opzichte van het derde kwartaal van vorig jaar.

Wat is dan wel de verklaring? Is het te wijten aan een wanverhouding tussen het grote aantal werken in uitvoering en het slinkende aantal nieuwe bestellingen? “Misschien”, antwoordt Philippe Ledent. “Ik denk ook dat we een beetje voorzichtig moeten zijn, want deze eerste schatting werd gemaakt zonder precieze gegevens voor september, een heel belangrijke maand voor de sector. Ik blijf dus voorzichtig.”

Op krediet

Bovendien kan het derde kwartaal het einde van een trend betekenen. “We moeten voorzichtig zijn over de toekomst”, zegt Philippe Ledent. “Tijdens de eerste drie kwartalen van dit jaar kon de consumptie van diensten de consumptie van goederen vervangen, maar we zien dat de cyclische indicatoren in de dienstensector sinds de zomer dalen. We vrezen dan ook dat het, na het goede toeristenseizoen, nu wat moeilijker zal worden. We zien dat het slecht gaat met de industrie en dat ook de dienstensector vertraagt. Dit derde kwartaal lijkt het laatste te zijn dat profiteert van de post-covidsteun.”

De economen van ING denken daarom dat onze economie de groei van de afgelopen drie kwartalen niet kan volhouden. Toch zou 2023 meer dan bevredigend moeten eindigen. “Aan het einde van het jaar zouden we een jaarlijkse groei van ongeveer 1,4 of 1,5 procent kunnen optekenen, wat min of meer het potentieel van de Belgische economie is”, benadrukt Philippe Ledent.

Hij merkt ook op dat de bbp-cijfers (bruto binnenlands product) voor de vorige kwartalen naar boven worden bijgesteld. “Het lijkt erop dat de schok voor de activiteit in 2020 minder ernstig was dan geraamd”, zegt hij. “Het nominale bbp is dus gecorrigeerd en is hoger dan in de oude schattingen.” Grofweg komt het bbp voor 2022, dat nog gecorrigeerd kan worden, uit op 554 miljard euro, terwijl de oorspronkelijke schattingen 5 miljard lager waren. Ook de cijfers voor 2020 en 2021 zijn iets beter dan eerder gedacht. Dat heeft gevolgen voor de schuldgraad, want als het bbp beter is dan verwacht, zijn het tekort en de schuld in verhouding tot het bbp lager.

“Het lijkt erop dat we de crisis beter dan verwacht zijn doorgekomen”, voegt de econoom eraan toe. Toch blijft hij voorzichtig: “Ik ben nog altijd bang dat we dit ‘op krediet’ hebben betaald”, besluit hij.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content