België kampt met een puberend klimaatbeleid
Ook in 2020 bewijzen de overheden in dit land lippendienst aan de strijd tegen de opwarming van het klimaat. De rekening van het gebrek aan resultaten blijkt helaas een zorg voor later.
De kloof tussen het uitgestippelde klimaatbeleid en de doelen voor 2030 is in België veel groter dan in veel andere Europese lidstaten. De vaststelling komt van Hans Bruyninckx, de directeur van het Europees Milieuagentschap. De Europese Commissie sabelde een eerste versie van het Belgische Klimaat- en Energieplan neer. Reden: het was geen geïntegreerd werkstuk, maar een plakboek van de plannen van de Brusselse, de Vlaamse, de Waalse en de federale overheid.
Dat die kloof het komende jaar zelfs maar een beetje zal worden gedicht, is onwaarschijnlijk. Er was bij het ter perse gaan nog altijd geen federale regering, en weinig hoop dat die er snel zou komen. Bovendien zetten Wallonië en Brussel een andere koers uit dan Vlaanderen. Het zuiden van het land gaat voor een hogere emissiereductie. De klimaatambitie van de regering-Jambon doet denken aan de puber die in plaats van gemiddeld 2 op 10 te halen, het al heel wat vindt dat hij nu op 3,5 op 10 mikt.
Green Deal
Erger is dat de maatregelen van de overheden weer een allegaartje zijn zonder visie, en evenmin worden geschraagd door een klimaatwet. Laat staan dat een raad van experts objectief opvolgt hoe de doelen worden gehaald. Veel van de 350 Vlaamse maatregelen zijn niet eens concreet. Een hilarische uitschieter is de snelheidsbeperking op de onder de files kreunende Brusselse ring, een wel zéér flauw afkooksel van het rekeningrijden.
Een week later dan Vlaanderen presenteerde de Europese Commissie haar Green Deal, die verregaande maatregelen in het vooruitzicht stelt, inclusief een strategische agenda met welke wetgeving wanneer wordt verwacht.
In schril contrast daarmee stond de nadruk die de Vlaamse ministers legden op het feit dat hun plan betaalbaar moest blijven. Dat wijst op het eigenlijke pijnpunt: het gebrek aan politieke daadkracht en leiderschap.
Sinds de turteltaks is elke minister als de dood dat zijn of haar naam aan een belasting wordt gekleefd. Nochtans is geld nodig om de nodige investeringen te doen, en draagbaar te maken voor de zwaksten in de samenleving. Zij wonen doorgaans in minder klimaatvriendelijke huizen, en kunnen zich niet het gezondere maar duurdere alternatief op hun bord permitteren.
Het gevolg is dat het klimaatbeleid in het zelfde bedje ziek dreigt te worden als het energiebeleid. Hoewel de wet op de kernuitstap dateert van 2003, zal de volgende federale regering niet anders kunnen dan wellicht twee, en mogelijk drie, kernreactoren open te houden. Reden: geen visie, en nooit een plan van aanpak om de alternatieven uit te bouwen.
Voor het klimaatbeleid gloren Europese boetes aan de einder, en bovenal gemiste kansen om van de ecologische uitdaging een economische buitenkans te maken.
De wereld in 2020
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier