Beleidsmakers onderschatten impact nieuwe uitstootbeperkingen: ‘Koolstofprijs kan aardgasfactuur van gezinnen verdrievoudigen’
Vanaf 2027 vallen ook gebouwen en de transportsector onder het nieuwe Europees emissieschema. Als Vlaanderen daarop niet anticipeert, dreigt de energiefactuur voor de gezinnen opnieuw de onbetaalbare niveaus van de afgelopen energiecrisis te bereiken.
“We onderschatten nog de impact van de nieuwe uitstootbeperkingen voor gebouwen en de transportsector. Volgens onafhankelijk onderzoek kan de CO2-prijs tegen 2030 oplopen tot 200 euro per ton. Dat impliceert dat de aardgasprijs voor gezinnen mogelijk verdrievoudigt, tot niveaus vergelijkbaar met 2022. Bij beleidsmakers dringt dat onvoldoende door”, zegt Pieter Vingerhoets, klimaat- en energie-expert van VITO-Energyville.
De Europese Unie wil de uitstoot van CO2 tegen 2030 met 55 procent afbouwen. Europa maakt daarvoor onder meer gebruik van een systeem van emissiehandel (ETS). Zo moet de industrie voldoende uitstootrechten verwerven voor haar koolstofemissie. Door het beschikbare aantal uitstootrechten systematisch te verminderen, duwt Europa de koolstofprijs hoger (zie grafiek) en daalt de uitstoot. Op die manier stoot de zware industrie al ruim 40 procent minder CO2 uit. Ook de luchtvaart en de scheepvaart worden geleidelijk in dat systeem ondergebracht.
Vanaf 2027 introduceert Europa ook een nieuw systeem van emissiehandel voor de gebouwen- en transportsector (ETS2). Ook de kleine industrie, de landbouw en de afvalverwerking zullen eronder vallen. Tegen 2027 moeten de verkopers van fossiele brandstoffen voldoende koolstofrechten verwerven voor de koolstofemissie van hun klanten. Het aantal beschikbare uitstootrechten zal geleidelijk worden afgebouwd om de emissie te verminderen. Tegen 2030 moet de uitstoot in de betrokken sectoren met 42 procent dalen tegenover 2005. Brandstofleveranciers zullen de stijgende CO2-prijs doorrekenen aan de eindklant, in dit geval de gezinnen die hun huis verwarmen op aardgas of stookolie, of hun auto voltanken aan de pomp.
200 euro per ton
Europa projecteerde in 2021 een koolstofprijs die in het nieuwe systeem van emissiehandel stijgt naar 48 à 80 euro per ton. Stijgt de prijs in de periode 2027-2030 boven 45 euro per ton, dan kan Europa extra uitstootrechten op de markt brengen om de prijsstijging af te remmen. “Maar er is geen maximumprijs. Intussen wordt het in België en de rest van Europa almaar moeilijker om de klimaatdoelstellingen te halen. De achterstand loopt op. De uitstootrechten zullen dus duur worden. Onafhankelijke studies landen rond een koolstofprijs van 200 euro per ton tegen 2030. Het toont aan dat het belangrijk is dat onafhankelijke onderzoeksinstituten de resultaten van de Europese Commissie narekenen”, zegt Pieter Vingerhoets.
De Vlaamse regering formuleerde de ambitie om de emissie te verminderen met 40 procent tegen 2030. Dat impliceert dat Vlaanderen, net als de voorbije jaren, emissierechten in andere lidstaten moet opkopen. In de periode 2021-2022 kostte dat Vlaanderen 127 miljoen euro. De volgende jaren dreigt die factuur flink op te lopen. “Vlaanderen rekent op de aankoop van emissierechten in het buitenland. De kosten zijn nog niet bekend. Maar goedkope of betaalbare emissieruimte? Die zal er niet zijn”, zegt Pieter Vingerhoets.
Lees verder onder de grafiek
Markt kan niet volgen
Om de koolstofprijs in het gareel te houden rekent Europa op een marktreactie. Een doorgedreven elektrificatie van de economie bijvoorbeeld zal wegen op de vraag naar uitstootrechten en dus ook op de koolstofprijs. Denk aan de uitrol van warmtepompen om gebouwen te verwarmen of een groter aandeel van elektrische auto’s in het transport. “Maar in België vertraagt de installatie van warmtepompen in plaats van te versnellen. In de gebouwensector moet de emissiereductie drie keer sneller verlopen dan vandaag het geval is. Een emissiehandel gebaseerd op een marktmechanisme kan serieus tegenvallen, als de markt onvoldoende snel kan reageren en er een structureel tekort aan groene stroom is”, zegt Pieter Vingerhoets.
Er zijn duidelijke signalen dat er tegen 2030 onvoldoende windenergie beschikbaar zal zijn en dat de elektriciteitsnetten onvoldoende uitgebouwd zullen zijn om een doorgedreven elektrificatie van de economie mogelijk te maken, zegt Pieter Vingerhoets. “We hebben in Europa een sterker hoogspanningsnet nodig, zowel op land als op zee, dan vandaag op de tekentafel ligt, ondanks de grote investeringen in die netten. We missen nog een masterplan op Europees niveau. Die investeringen kosten geld, maar we besparen op de invoer van fossiele brandstoffen als we meer windenergie tot bij de verbruiker brengen. In de regeringsonderhandelingen ontbreekt een gevoel van hoogdringendheid om die netten te versterken.”
‘Een taxshift op energie is een van dé sleutels om onze klimaatdoelstellingen te halen’
Pieter Vingerhoets, VITO-Energyville
Taxshift op energie
Ook België is nog veel te afhankelijk van fossiele brandstoffen. Dankzij de elektrificatie van de bedrijfswagens scoren we vrij goed in de transportsector, maar in de gebouwensector gaat de elektrificatie véél te traag. “We hebben een taxshift in de energiesector nodig. De belasting op elektriciteit is veel hoger dan op aardgas of stookolie. Investeren in een warmtepomp is daarom vaak niet rendabel. De heffingen op de elektriciteitsfactuur moeten naar beneden en die op aardgas naar omhoog. Deze taks-shift is een van dé sleutels om onze klimaatdoelstellingen te halen”, zegt Pieter Vingerhoets.
Om gezinnen te overtuigen toch een warmtepomp te installeren, grijpt de overheid terug naar subsidies. “Dat beleid is niet sociaal. De subsidies komen terecht bij gezinnen die geen steun nodig hebben om een warmtepomp te installeren. Als je elektriciteit goedkoper maakt, kun je die subsidies doelgerichter inzetten. Help de kwetsbare gezinnen. Zo bereik je sneller de klimaatdoelen, in plaats van geld te verliezen aan de aankoop van uitstootrechten in het buitenland. In Nederland gaat de elektrificatie van de verwarming van gebouwen veel sneller dankzij een lagere belastingdruk op elektriciteit”, zegt Pieter Vingerhoets.
Als de koolstofprijs inderdaad door het dak gaat richting 2030, omdat Europa een strenger klimaatbeleid voert dan de markt aankan, dreigt ook de energiefactuur voor de gezinnen opnieuw onbetaalbaar te worden, net als tijdens de energiecrisis van 2022. Een politieke reactie is dan bijna onvermijdelijk, met als risico een afzwakking van het klimaatbeleid of de invoering van een inefficiënt steunbeleid. “Tijdens de energiecrisis hielp de overheid de facturen te betalen. Dat is geld dat je niet meer kunt gebruiken om maatregelen te nemen die de uitstoot terugdringen”, zegt Pieter Vingerhoets.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier