Bacquelaine over aanvullend pensioen: ‘Variabel rendement maar alleen voor nieuwe contracten’
Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine is voorstander van een variabel rendement voor groepsverzekeringen inzake aanvullend pensioen, maar dan wel enkel voor nieuwe contracten. Engagementen uit het verleden moeten nagekomen worden, zoniet verdwijnt het vertrouwen.
De minister zei dat in Terzake.
Over het voorstel van de verzekeraars om de rente op groepsverzekeringen voor een aanvullend pensioen te verlagen, ontstond de voorbije dagen commotie. De verzekeraars zeggen dat het gegarandeerd wettelijk rendement (3,25 procent op werkgeversstortingen, 3,75 procent op werknemersstortingen) voor het aanvullend pensioen onhoudbaar is.De sector wil die vervangen door een minimale vergoeding. Oppositiepartijen SP.A en Groen vinden dat dit dan weer niet kan, want volgens hen moet het vertrouwen van de mensen in het pensioen bewaard blijven en zou een aanpassing van bestaande regelingen contractbreuk zijn.
Tussenpositie
In Terzake nam minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) een tussenpositie in. Hij denkt dat het huidige vastgelegde rendement inderdaad te hoog is en geeft de voorkeur aan een variabel systeem. Dat variabel rendement zou wel de evolutie op de markt volgen, maar zou tegelijk hoog genoeg moeten zijn om het systeem van aanvullend pensioen via groepsverzekeringen interessant genoeg te houden, anders dreigt de koopkracht van de twee miljoen gepensioneerden in ons land aangetast te worden en dat is slecht voor de economie, aldus de Franstalige liberaal.
Bacquelaine vindt echter dat er niet gemorreld mag worden aan het rendement van bestaande groepsverzekeringen. Het vertrouwen van de werknemer moet behouden blijven en aan de bestaande afspraken mag dus niet geraakt worden, vindt hij. Het variabel rendement kan wat hem betreft enkel voor nieuwe contracten. Hoe dan ook wil hij het idee voorleggen aan de Nationale Arbeidsraad, waarin zowel de werkgevers (met de verzekeraars) als de werknemers vertegenwoordigd zijn. Zij krijgen tot juni de tijd om zelf een hervorming uit te werken. Als dat niet lukt, zal de minister zelf zijn verantwoordelijkheid nemen.
(Belga/RR)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier